16 JUNI 1998. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 14 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Overheid bij DVR2012-07-13/25, art. 9, 11°, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2013)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-10-1998 en tekstbijwerking tot 13-08-2012)
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- "wet" : de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector;
- "halftijdse vervroegde uittreding" : de halftijdse arbeidsregeling bedoeld in de artikelen 3 tot 5 van de wet;
- "vrijwillige vierdagenweek" : de verminderde prestaties zoals gedefinieerd in de artikelen 7 tot 9 van de wet.
Art.2. Het stelsel der halftijdse vervroegde uittreding, vermeld zoals in titel II van de wet, wordt toepasselijk gemaakt op de "Intercommunale Haviland CV" en de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn van Diksmuide, Torhout, Sint-Katelijne-Waver en Zottegem.
Art.3. Op hun verzoek kunnen de hierna vermelde administratieve overheden een verbintenis aangaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, § 1, van de wet om het stelsel der vrijwillige vierdagenweek op hun personeel toepasselijk te maken :
- de "Intercommunale Haviland CV".
- het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van :
- Diksmuide;
- Sint-Katelijne-Waver.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minster van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juni 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT