20 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 januari 1971 betreffende de schadevergoeding voor beroepsziekten in de overheidssector.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 januari 1971 betreffende de schadevergoeding voor beroepsziekten worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in punt b) worden de woorden "der rijksbesturen en der andere rijksdiensten en van sommige leden van het personeel der gesubsidieerde onderwijsinrichtingen" vervangen door de woorden "van de overheidssector";
2° in punt e) worden 1° en 2° vervangen door de volgende bepalingen :
"1° wat betreft de gerechtigden op het koninklijk besluit van 24 januari 1969, de Minister, de Regering of het College, bepaald in artikel 3 van dat besluit;
2° wat betreft de gerechtigden op het koninklijk besluit van 12 juni 1970, de Minister, de Regering, het College of het beheersorgaan, bepaald in artikel 4 van dat besluit;".
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit, waarvan de huidige tekst een paragraaf 1 zal uitmaken, wordt aangevuld met de volgende paragraaf :
"§ 2. De in § 1 bedoelde verstrekkingen van geneeskundige verzorging zijn slechts vergoedbaar al ze zijn voorgeschreven en afgeleverd door daartoe wettelijk gemachtigde personen en als ze voorgeschreven werden ter behandeling of ter voorkoming van een beroepsziekte. De controle wordt uitgeoefend door de geneesheren van de bevoegde medische dienst. Op hun aanvraag deelt de behandelende geneesheer hen onder gesloten omslag de inlichtingen mede nodig voor het uitvoeren van deze controle.".
Art.3. In artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 1973, worden de woorden "artikel 4bis" vervangen door de woorden "en betaald overeenkomstig de artikelen 4bis en 28".
Art.4. In artikel 9bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 1986, worden de woorden "in artikel 14, § 3", vervangen door de woorden "in de artikelen 14, § 3 en 14bis".
Art.5. Artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 maart 1986, wordt aangevuld met het volgende lid :
"De uitbetaling wordt, zonder terugwerkende kracht, hetvat de eerste dag van de maand die volgt op de datum van verschijning van het slachtoffer dat, zonder geldige reden, niet is verschenen voor de bevoegde medische dienst.".
Art.6. Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 maart 1986, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"Artikel 19. Het personeelslid op wie dit besluit toepasselijk is, behoudt tijdens de periode van tijdelijke ongeschiktheid de bezoldiging verschuldigd op grond van zijn arbeidsovereenkomstig of zijn wettelijk of reglementair statuut.
Het personeelslid dat door een beroepsziekte bedreigd wordt, dat niet voor andere opdrachten aangewezen kan worden, dat aanvaardt zich tijdelijk te onthouden van elke activiteit die het nog aan de risico's van deze ziekte kan blootstellen en dat aanvaardt tijdelijk het ambt dat het uitoefent te staken, gehoudt de bezoldiging verschuldigd op grond van zijn arbeidsovereenkomstig of zijn wettelijk of reglementair statuut.
Deze regeling geldt niet voor de personeelsleden der rijksbesturen die onder de wetgevende macht ressorteren.".
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is, met uitzondering van artikel 6 dat uitwerking heeft met ingang van 1 augustus 1997.
Art. 8. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 september 1998.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT