Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 JULI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 1994 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1991 betreffende het Algemeen Welzijnswerk.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994036539 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Titel II van het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 1994 tot uitvoering van het decreet van 24 juli l991 betreffende het Algemeen Welzijnswerk wordt opgeheven.

Art.2. Artikel 67 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 67 § 1. Per kalenderjaar wordt, binnen de perken van de begroting, voor elk centrum een globaal budget subsidieerbaar gesteld. Dit budget dient voor het dekken van de personeelskosten en werkingskosten zoals bedoeld in artikel 66 van dit besluit.
  § 2. De Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen bepaalt op basis van de bepalingen van deze titel het globaal subsidieerbaar budget per centrum voor 1996. "

Art.3. Artikel 75, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Voor de voorzieningen van de types A, categorieën 2 tot en met 8, B, C en D bepaalt de minister bevoegd voor de bijstand aan personen voor het jaar 1996 een personeelssubsidie op basis van de subsidieerbare loonkosten 1996, berekend op basis van de op 31 maart 1995 erkende beroepskrachten, subsidieerbare kwalificaties en barema's. De anciënniteit die in aanmerking wordt genomen wordt bepaald overeenkomstig de regels die gelden voor de erkende voorzieningen van de sector bijzondere jeugdbijstand. Voor de beroepskrachten van de categorieën 11 en 12 van type C wordt de subsidieerbare loonkost verhoogd met 130 000 frank per voltijdse betrekking. Voor de centra type A, categorieën 3 tot en met 8, en type C worden de aldus bekomen bedragen herleid tot vijfennegentig procent van deze bedragen. De eventuele overschotten of tekorten inzake personeelssubsidiëring ten gevolge van artikel 75 en 76 in het jaar 1995 worden verrekend in de personeelssubsidiëring van het jaar 1996. " "

Art.4. Artikel 76 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling:
  " Art. 76 § 1. Voor de centra van categorie 1 worden de totale subsidieerbare personeelskosten vastgesteld door de toepassing van de volgende formule : (a x 965 000 frank) + (b x 857 000 frank), waarbij :
  a = het totale aantal van de eerste vier subsidieerbare personeelsleden;
  b = het totale aantal van de andere subsidieerbare personeelsleden.
  § 2. Voor elk personeelslid dat werd toegewezen overeenkomstig artikel 64, § 3 van dit besluit, alsook voor elk personeelslid dat hem vervangt of opvolgt, wordt de personeelssubsidie als volgt berekend volgens de volgende formule : (a x 1 000 000 frank, waarbij a = het totaal aantal van deze personeelsleden.) (Err. M.B. 04-02-1997, p. 2001-2) "

Art.5. Worden opgeheven :
  1° Artikel 70, § 1, 2° en § 2 van hetzelfde besluit;
  2° Artikel 71, § 2 van hetzelfde besluit;
  3° Artikel 75, §§ 2 en 3 van hetzelfde besluit.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996. (NOTA : Voor de geldigheidsduur, zie evenwel BVR %%1997-04-15/39%%, art. 3)

Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 16 juli 1996.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  L. VAN DEN BRANDE
  De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn,
  L. MARTENS