11 SEPTEMBER 1997. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding ervan (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-12-1997 en tekstbijwerking tot 18-07-2019)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De Leden van de Afdelingen en van het Bureau.
Afdeling 1. - Samenstelling van de afdelingen.
Art. 2-5, 5bis, 5ter
Afdeling 2. - Procedure tot benoeming van de leden.
Art. 6-7
Afdeling 3. - De Leden van het Bureau.
Art. 8
HOOFSTUK III. - Werking van de afdelingen en van het Bureau.
Afdeling 1. - Indiening.
Art. 9-10
Afdeling 2. - Advies.
Art. 11-12, 12bis
Afdeling 3. - Deontologie.
Art. 13-15
Afdeling 4. - Afwezigheid en vervanging.
Art. 16-18
Afdeling 5. - Organisatie van de vergaderingen.
Art. 19-21
Afdeling 6. - Werkgroepen.
Art. 22-23
HOOFDSTUK IV. - Zitpenningen.
Art. 24-25
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 26-28
1998031327 1999031329 2002031606 2005031210 2010031406 2016031311 2019041059 2019041434
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikelen 138 en 178 ervan.
HOOFDSTUK II. - De Leden van de Afdelingen en van het Bureau.
Afdeling 1. - Samenstelling van de afdelingen.
Art.2. De afdeling "Thuishulp en -verpleging" is samengesteld uit 14 werkende en 14 plaatsvervangende leden :
4 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten;
3 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren;
3 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen;
4 leden zijn benoemd als deskundige.
Art.3. De afdeling "Ambulante diensten" is samengesteld uit 24 werkende en 24 plaatsvervangende leden :
6 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten;
6 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren;
6 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen;
6 leden zijn benoemd als deskundige.
Art.4.[1 De afdeling "Huisvesting" is samengesteld uit 13 effectieve leden en 13 plaatsvervangende leden:
4 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten;
3 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren;
3 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen;
3 leden zijn benoemd als deskundige.]1
----------
(1)<BESL 2019-03-21/17, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art.5.De afdeling "Gehandicapten" is samengesteld uit 24 werkende en 24 plaatsvervangende leden :
6 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten;
4 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren;
8 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen;
6 leden zijn benoemd als deskundige.
[1 Minstens een van de leden is een specialist in toegankelijkheid]1
----------
(1)<BESL 2017-11-30/07, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 14-01-2018>
Art. 5bis.[1 § 1. De afdeling Sociale Samenhang van de Adviesraad bestaat uit 41 leden met beslissende stem die onderverdeeld zijn in de volgende 6 categorieën:
Catégorie A: een lid dat aangewezen wordt door elk lokaal overlegplatform zoals omschreven in hoofdstuk 5 van het decreet betreffende de sociale samenhang en dat niet de voorzitter van het lokaal overlegplatform, de schepen bevoegd voor sociale samenhang of de gemeentelijke coördinator is;
Categorie B: de schepenen die bevoegd zijn voor sociale samenhang binnen de in aanmerking komende gemeenten, zoals omschreven in het decreet betreffende de sociale samenhang;
Categorie C: 2 leden die aangewezen worden door de Kamer van de lokale coördinatiestructuren, omschreven in artikel 28 van het decreet betreffende de sociale samenhang;
Categorie D: 7 leden die de verenigingssector vertegenwoordigen en zitting hebben als deskundigen, aangewezen door het College na een oproep tot kandidaten die om de vijf jaar wordt uitgeschreven;
Categorie E: 3 leden die de gebruikers of doelgroepen vertegenwoordigen, aangewezen door het College na een oproep tot kandidaten die om de vijf jaar wordt uitgeschreven;
Categorie F: 3 leden die de werknemers van de erkende operatoren vertegenwoordigen, aangewezen door de erkende vakbondsorganisaties.
§ 2. Voor elk lid, behalve voor de leden van categorie B, wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. Alle plaatsvervangende leden worden uitgenodigd op iedere vergadering. Met uitzondering van de categorieën A, B en F, hangt het mandaat van het plaatsvervangend lid niet vast aan een effectief lid, maar aan de ledencategorie waarin het is aangewezen.
§ 3. Het College wijst een voorzitter en een ondervoorzitter van de afdeling aan, die behoren tot een verschillende categorie en een verschillend geslacht hebben.
§ 4. Een vertegenwoordiger van het gewestelijk ondersteuningscentrum voor sociale samenhang, een vertegenwoordiger van het gewestelijk centrum voor de bevordering van de alfabetisering en Frans taalonderricht voor volwassenen, een vertegenwoordiger van het gewestelijk centrum voor de bevordering van de school- en burgerschapsbegeleiding en een vertegenwoordiger van het collegelid dat bevoegd is voor sociale samenhang worden uitgenodigd om met raadgevende stem deel te nemen aan de werkzaamheden van de afdeling.
§ 5. Uitgezonderd voor de leden van categorie B, is de functie van lid met beslissende stem van de afdeling sociale samenhang van de Adviesraad niet verenigbaar met de volgende functies:
- lid van een parlement;
- lid van een regering;
- lid van een ministerieel kabinet.]1
----------
(1)<BESL 2019-06-20/16, art. 149, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.5ter. [1 § 1. De afdeling Gezondheidspromotie van de Adviesraad bestaat uit 14 gewone leden en 14 plaatsvervangende leden :
- 3 leden vertegenwoordigen de inrichtende machten ;
- 3 leden vertegenwoordigen de werknemers van de sectoren ;
- 2 leden vertegenwoordigen de gebruikers of de doelgroepen ;
- 6 leden worden benoemd als deskundigen.
§ 2. De functie van lid van de afdeling Gezondheidspromotie van de Adviesraad is niet verenigbaar met de functies van Lid van een ministerieel kabinet.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2016-04-14/09, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 26-04-2016>
Afdeling 2. - Procedure tot benoeming van de leden.
Art.6. De kandidaturen zoals bedoeld artikel 8, § 3, van het Decreet worden bij aangetekende brief met ontvangstbewijs naar het Lid van het College bevoegd voor de betrokken sector verstuurd in de loop van het op twee na laatste kwartaal van het mandaat van de uittredende leden, en voor de eerste keer in de loop van het kwartaal dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.7. Het ontslagnemend lid wordt door het College vervangen binnen de drie maanden die volgen op diens ontslag. Het plaatsvervangend lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
Afdeling 3. - De Leden van het Bureau.
Art.8. De voorzitters van de afdelingen bezorgen aan het College de uitslag van de verkiezing zoals bedoeld in artikel 8, § 4, van het decreet. Het College hecht zijn goedkeuring aan de samenstelling van het Bureau.
HOOFSTUK III. - Werking van de afdelingen en van het Bureau.
Afdeling 1. - Indiening.
Art.9. Het Lid van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen of het Lid bevoegd voor Gezondheid dient bij de afdelingen of het Bureau verzoeken om advies in namens het College. Zij bepalen de termijn waarbinnen die adviezen moeten worden uitgebracht. Deze termijn mag evenwel niet minder dan vijftien dagen belopen.
Art.10. De afdeling of het bureau bezorgen hun advies aan de Leden van het College zoals bedoeld in artikel 9.
Afdeling 2. - Advies.
Art.11. Indien een advies niet bij eenparigheid van stemmen wordt uitgebracht, dan kan een minderheidsnota worden neergelegd bij het secretariaat binnen de twee werkdagen die volgen op de vergadering. Deze nota zal bij het advies worden toegevoegd.
Art.12. De Afdelingen kunnen geen advies uitbrengen indien de helft van de leden de aanwezigheidslijst niet ondertekend hebben.
Indien het quotum niet bereikt is worden de leden binnen de acht dagen uitgenodigd voor een nieuwe vergadering. De adviezen over de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn ingeschreven, worden uitgebracht ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art.12bis. [1 Voor wat de afdeling huisvesting betreft, kunnen de leden die de inrichtende machten vertegenwoordigen en concurrerende operatoren zijn op de markt van de serviceresidenties, zoals bepaald door artikel 3, 2°, van het decreet van 22 maart 2007 betreffende het te voeren beleid inzake de huisvesting en het onthaal van bejaarden, niet rechtstreeks noch onrechtstreeks tussenkomen in de toekenning van vergunningen of in het nemen van andere beslissingen met betrekking tot de sector van de serviceresidenties.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2010-07-01/13, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 19-09-2010>
Afdeling 3. - Deontologie.
Art.13. Alle leden van de Adviesraad en de leden van de werkgroep dienen het stilzwijgen te bewaren over de besprekingen; hetzelfde geldt voor de documenten en de gegevens waarvan ze kennis hebben in het raam van hun opdracht.
Op voorstel van een afdeling kan een lid bij een ernstig verzuim van zijn plichten door het College worden ontslagen.
Art.14. Onverminderd de toepasbare reglementeringen mogen alleen de Leden van het College kennis nemen van de adviezen vanwege de Afdelingen en deze verspreiden.
Art.15. Het lid van de afdeling die persoonlijk en rechtstreeks belang heeft bij een agendapunt mag niet deelnemen aan de bespreking van dat punt.
In dat geval verlaat het lid de zitting gedurende de bespreking en uitwerking van het advies en desgevallend van de stemming over het dossier.
Afdeling 4. - Afwezigheid en vervanging.
Art.16. Ingeval van verhindering dient het werkend lid zijn plaatsvervanger en het secretariaat van de Adviesraad persoonlijk en onverwijld op de hoogte te brengen.
Indien het plaatsvervangend lid de vergadering niet kan bijwonen, dan brengt hij het secretariaat hiervan onmiddellijk op de hoogte.
Om de zes maanden bezorgt het secretariaat van de Adviesraad de aanwezigheidslijsten van de leden voor de vergaderingen van de Afdelingen aan het College.
Art.17. Een lid wordt geacht ontslagnemend te zijn na vier niet-gerechtvaardigde afwezigheden. Na hiervan in kennis te zijn gesteld door de afdeling neemt het College akte van dit ontslag en gaat het over tot de vervanging van het ontslagnemend lid overeenkomstig dit besluit.
Art.18. De plaatsvervangende leden wonen de vergaderingen niet bij behalve wanneer ze het werkend lid vervangen en behoudens uitzonderlijke omstandigheden waarover de Voorzitter beslist.
Afdeling 5. - Organisatie van de vergaderingen.
Art.19. De Voorzitter doet een voorstel over de datum en agenda van de vergaderingen. Op verzoek van een derde van de werkende leden, die de agenda vaststellen, nodigt de Voorzitter binnen de maand de Afdeling of het Bureau uit. Op verzoek van een werkend of plaatsvervangend lid kan een punt op de agenda van een vergadering worden ingeschreven. Dit verzoek wordt schriftelijk ingediend op het secretariaat, uiterlijk vijftien dagen voor de vergadering.
Behoudens hoogdringendheid zoals vastgesteld door de Voorzitter worden de uitnodigingen en documenten van de vergaderingen uiterlijk acht dagen voor de datum van de vergadering aan de leden verzonden. Ze worden zowel aan de werkende als aan de plaatsvervangende leden verzonden.
De uitnodiging vermeldt de datum, uur, plaats en agenda van de vergadering.
Art.20. De notulen geven de besprekingen beknopt weer met een accurate beschrijving van de verschillende meningsuitingen. Behalve wanneer de sprekers erom verzoeken, wordt hun naam niet vermeld evenmin als die van de leden die deelgenomen hebben aan de stemming. Ze mogen gepubliceerd noch verspreid worden door de Afdelingen of het Bureau.
De notulen worden goedgekeurd door de desbetreffende afdeling of het Bureau. Ze worden aan alle Leden van het College bezorgd.
Art.21. Het Bestuur dient de dossiers in en verschaft de nodige inlichtingen.
De Leidend ambtenaar van het Bestuur organiseert het secretariaat van het Bureau en van de Afdelingen. Daartoe duidt hij twee ambtenaren aan die moeten instaan voor het vast secretariaat van de Adviesraad. Dit secretariaat stelt een jaarverslag op met voor elke afdeling en het Bureau :
- het aantal vergaderingen;
- de behandelde punten;
- de strekking van de uitgebrachte adviezen.
Dit verslag wordt aan alle Leden van het College bezorgd.
Afdeling 6. - Werkgroepen.
Art.22. De Afdelingen of het Bureau kunnen overgaan tot de oprichting van werkgroepen en de samenstelling en opdracht ervan vaststellen. De leden, zowel de werkende als de plaatsvervangende leden, kunnen lid zijn van een werkgroep. Deze duidt in haar midden een verslaggever aan.
De werkgroepen kunnen zich laten bijstaan door technici. Hun aantal mag niet meer dan de helft van de leden bedragen. Ze staan de werkgroepen in eigen naam bij en niet als vertegenwoordiger van een organisatie.
Art.23. Op eigen initiatief of op verzoek van het Bureau kunnen meerdere afdelingen gezamenlijk vergaderen of gemeenschappelijke werkgroepen vormen.
HOOFDSTUK IV. - Zitpenningen.
Art.24. De werkende of plaatsvervangende leden hebben recht op een zitpenning wanneer ze de vergaderingen van de Afdelingen of het Bureau gedurende minstens twee uur bijwonen.
Art.25. Het bedrag van de zitpenning beloopt 750 frank voor de leden en 2 000 frank voor de Voorzitter van de vergadering.
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.26. Het decreet van 5 juni 1997 tot oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid treedt in werking op 1 september 1997, met uitzondering van artikelen 5, 9 en 10, die op 1 januari 1998 in werking treden.
Art.27. Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.
Art. 28.De Leden van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen en Gezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.