14 NOVEMBER 1996. - Ministerieel besluit houdende sommige uitvoeringsmodaliteiten inzake verminderde prestaties en loopbaanonderbreking voor het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (NOTA : Opgeheven voor het contractueel personeel van het ministerie voor het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL 2003-02-13/53, art. 48; Inwerkingtreding : 29-03-2003) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-02-1997 en tekstbijwerking tot 19-03-2003).
Art. 1-3
Artikel 1. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) De machtiging voor verminderde prestaties wegens sociale of familiale redenen bedoeld in artikel 26, § 1 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964, wordt niet toegekend als het personeelslid dat deze functies uitoefent titularis is van een graad van rang 13 of van een hogere rang of nog indien de vraag tot machtiging uitgaat van een personeelslid dat een leidende functie vervult.
Art.2. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) De personeelsleden titularis van een graad gerangschikt in rang 13 of van een hogere rang of nog die welke een leidende functie uitoefenen kunnen in principe geen loopbaanonderbreking aanvragen.
De voormelde personeelsleden kunnen echter een loopbaanonderbreking aanvragen op gunstig advies van de Directieraad en enkel voor zover de werking van de dienst niet in het gedrang wordt gebracht.
Art. 3. (zie NOTA onder OPSCHRIFT) Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1995.
Brussel, 14 november 1996.
R. GRIJP