Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 MAART 1997. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen.



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996031386 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2, 10,° vierde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt opgeheven.

Art.2. Artikel 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.3. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt het vierde lid als volgt vervangen :
  " Deze bedragen worden met F 60 000 verhoogd per kind ten laste en met F 120 000 per gehandicapte volwassene die deel uitmaakt van het gezin.".

Art.4. Artikel 18, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2. De huurder geniet van een vermindering van de reële huurprijs gelijk aan :
  1° 5 % van de basishuurprijs voor een kind ten laste van het gezin;
  2° 10 % van de basishuurprijs voor twee kinderen ten laste van het gezin;
  3° 20 % van de basishuurprijs voor drie kinderen ten laste van het gezin;
  4° 30 % van de basishuurprijs voor vier kinderen ten laste van het gezin;
  5° 40 % van de basishuurprijs voor vijf kinderen ten laste van het gezin;
  6° 50 % van de basishuurprijs voor zes of meer kinderen ten laste van het gezin.
  Deze vermindering wordt toegepast a rato van een twaalfde op de reële maandelijkse huurprijs. "

Art.5. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt een § 3bis als volgt ingelast :
  " § 3bis. De huurder geniet van een vermindering van de reële huurprijs gelijk aan 20 % van de basishuurprijs per gehandicapte volwassene die deel uitmaakt van zijn gezin. "

Art.6. Artikel 18, § 6, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 6. De overeenkomstig §§ 2, 3 en 3bis berekende verminderingen vallen ten laste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behalve de verminderingen voor de eerste twee kinderen ten laste voor de gezinnen waarvan de inkomens hoger zijn dan de referentie-inkomens zoals bepaald bij artikelen 17, § 2, en 24 die ten laste vallen van de openbare vastgoedmaatschappij. "

Art.7. Artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Wanneer de helft van de basishuurprijs hoger is dan :
  - F 54 000 voor de woningen met een enkele slaapkamer alsmede voor de flats of studio's;
  - F 66 000 voor de woningen met twee slaapkamers;
  - F 84 000 voor de woningen met drie slaapkamers;
  - F 96 000 voor de woningen met vier slaapkamers of meer wordt de benedengrens evenwel tot deze bedragen teruggebracht. "

Art.8. In artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit wordt een punt 2°bis als volgt ingelast :
  " 2°bis niet hoger zijn dan 22 % van de inkomsten uit het gezin wanneer ze hoger zijn dan de referentie-inkomens en lager zijn dan de toelatingsinkomens en indien het gezin een aangepaste woning betrekt zonder in die mate te dalen dat ze onder de helft van de basishuurprijs of in elk geval onder het in punt 1° van deze paragraaf bedoelde bedrag. "

Art.9. Een artikel 22bis wordt in hetzelfde besluit met als volgende titel ingelast : "Afdeling 1bis - Bijkomend bedrag omwille van een bovenmatige woning".
  " Art. 22bis. Wanneer een gezin een bovenmatige woning betrekt, wordt de reële huurprijs verhoogd met een bijkomend bedrag per slaapkamer vanaf de tweede overtollige slaapkamer.
  Dit bijkomend bedrag beloopt 4 % van de jaarlijkse inkomens van het gezin en mag niet hoger zijn dan F 24 000 per jaar. Het is verschuldigd a rato van l/12de per maand gelijktijdig met de reële maandelijkse huurprijs.
  Dit bijkomend bedrag is evenwel niet verschuldigd :
  - voor slaapkamers waarvan de oppervlakte niet groter is dan 6 m2;
  - indien een lid van het gezin ouder is dan 70 jaar;
  - indien de huurder een aanvraag om mutatie naar een aangepaste woning ingediend heeft. "

Art.10. Artikel 23, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  " Het is verschuldigd a rato van 1/12de per maand gelijktijdig met de maandelijkse reële huurprijs. "

Art.11. Overgangsbepaling :
  De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij alsmede de openbare vastgoedmaatschappijen moeten de huurprijs opnieuw berekenen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit binnen een maximumtermijn van drie maanden vanaf de datum waarop dit besluit van kracht wordt en moeten deze berekening vanaf 1 januari 1997 toepassen.
  Indien deze huurprijs hoger is dan deze die medegedeeld werd bij toepassing van de bepalingen die in kracht waren voor de goedkeuring van dit besluit blijft deze laatste huurprijs van toepassing voor 1997.

Art. 12. De Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 13 maart 1997.
  Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
  De Minister-Voorzitter,
  Ch. PICQUE
  De Staatssecretaris,
  E. TOMAS