Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 FEBRUARI 1997. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van de verordening van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 december 1993 tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994031025 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit artikel regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art.2. De volgende wijzigingen moeten worden aangebracht aan artikel 40 van de verordening van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 december 1993 tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen :
  1°
  § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 2 De lessencyclus van minstens 500 uur voor de houders van een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs en de cyclus van minstens 250 uur voor de houders van ten minste een diploma van het hoger voltijds onderwijs van het lange of korte type, bedoeld in § 1, moet de volgende materie omvatten :
  1°
  a) Wetgeving :
  - Algemene organisatie van de Volksgezondheid
  - Organisatie en werking van de sociale zekerheid
  - Grondslagen van het burgerlijk recht
  - Grondslagen van het handelsrecht
  - Grondslagen van het publiek recht
  - Arbeidsrecht
  - Financiering van de rustoorden
  - Wetgeving betreffende de rustoorden en de rust- en verzorgingstehuizen
  - Wetgeving betreffende de bejaarden (pensioenen, Riziv, OCMW)
  - Wetgeving betreffende de brandbestrijding
  - Wetgeving betreffende de bescherming van goederen en rechten van personen
  2°
  b) Kennis van de bejaarde :
  - Vergrijzing van de bevolking en socio-demografische evolutie
  - Vergrijzingsmechanismen
  - Psychologische aanpak van de bejaarde en psychogeriatrie
  - Voornaamste pathologieën van bejaarden
  - Behandelingen, verzorging en palliatieve zorg
  - Dieet van bejaarden
  3°
  c) Beheer van een rustoord :
  - Algemene beginselen van het fiscaal en boekhoudkundig recht
  - Financieel en boekhoudkundig beheer
  - Personeelsbeheer en human resources management
  - Betrekkingen met de verzekeringsinstellingen en de OCMW's
  - Betrekkingen met het gezin en met de hulpuitrusting van buiten de instelling
  - Uitwerking van een levensplan met de inwonenden
  - Animatie, vrijetijdsbesteding, sportieve en culturele activiteiten
  - Public relations in verband met de omgeving, ondermeer de netheid van de leefomgeving
  De verdeling van de lesuren tussen de drie voornoemde thema's moet evenwichtig zijn.
  Het College kan de directeur vrijstellen van een of meerdere materies uit de voornoemde paragraaf, afhankelijk van de opleiding die hij over die materie(s) reeds heeft genoten".
  2° De volgende paragrafen worden toegvoegd :
  " § 3. Na advies van het Bestuur en van de Adviesraad kan het College de directeur vrijstellen van een deel van de opleiding indien laatstgenoemde houder is van een diploma van het hoger onderwijs dat betrekking heeft op de functie en waarin de materies bedoeld in dit artikel zijn vervat.
  § 4. Na advies van het Bestuur en van de Adviesraad wordt de lessencyclus, zoals bedoeld in dit artikel, door het College erkend indien aan het einde ervan een proef over de kennis en bekwaamheid van de kandidaat-directeurs wordt georganiseerd.
  Het welslagen van deze cyclus moet worden bekrachtigd met een getuigschrift dat eveneens een bewijs vormt van hun regelmatige aanwezigheid tijdens de lessencyclus.
  § 5. De opleidingen die zijn erkend in het Waalse Gewest, in de Franse Gemeenschap overeenkomstig het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 20 december 1990 betreffende het minimum aan kennis voor het beheer van rustoorden voor bejaarden, en in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig het ministerieel besluit van 31 juli 1996 tot vaststelling van de inhoud van de opleidingen die moeten worden gevolgd door de directeurs van de instellingen voor bejaarden, worden van rechtswege erkend door het College. "

Art.3. Artikel 42 van de verordening tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen, wordt aangevuld met de volgende § :
  " § 3. De herscholing van 60 uur moet de volgende materies omvatten :
  - Grondslagen van burgerlijk recht
  - Arbeidsrecht
  - Wetgeving betreffende de rustoorden en de rust- en verzorgingstehuizen
  - Wetgeving betreffende de bescherming van goederen en rechten van personen
  - Vergrijzing van de bevolking en socio-demografische evolutie
  - Psychologische aanpak van de bejaarde en psychogeriatrie
  - Voornaamste pathologieën van bejaarden
  - Financieel en boekhoudkundig beheer
  - Personeelsbeheer en human resources management
  - Betrekkingen met het gezin en met de hulpuitrusting van buiten de instelling
  De verdeling van de lesuren tussen die materies moet evenwichtig zijn.
  De herscholing wordt georganiseerd volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 40, § 4. "

Art.4. Artikel 39 van de verordening tot vaststelling van de normen waaraan de rustoorden voor bejaarden moeten voldoen, wordt aangevuld met de volgende leden :
  " Het navormingsprogramma kan twee niet opeenvolgende dagen beslaan voor eenzelfde jaar.
  Dit programma is gericht op een regelmatige aanpassing aan nieuwe situaties in verband met de materies bedoeld in artikel 40, § 2.
  De navormingsactiviteiten vertalen zich in de praktijk als conferenties, studiedagen, seminaries, colloquia of congressen. Ze moeten georganiseerd worden door en samen met de instanties en de personen die de behoeften kennen van de directeurs van de instellingen die aan de activiteiten deelnemen.
  Om te worden erkend moet het navormingsprogramma minstens een dag duren. Het begin en einde van elke activiteit, de naam en bekwaming van de leerkracht(en) moeten aangegeven zijn in het programma.
  Wordt vrijgesteld van de navorming de directeur die bewijs levert dat hij ingeschreven is en regelmatig een opleiding volgt in het universitair onderwijs of in het hoger onderwijs van het lange of korte type en die verband houdt met de materies bedoeld in artikel 40, § 2. "

Art.5. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6. Het lid van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 20 februari 1997.
  Namens het College,
  Ch. PICQUE,
  Lid van het College belast met Bijstand aan Personen.
  H. HASQUIN,
  Voorzitter van het College.