Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 OKTOBER 1990. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie opgericht bij artikel 2 van de wet van 8 februari 1974 (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-10-1997 en tekstbijwerking tot 24-10-1997.)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1976101203 



Uitvoeringsbesluit(en):

1997029331 



Artikels:

Artikel 1. <BFG 1997-07-24/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-07-1997> De commissie bedoeld bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, ingevoegd bij de wet van 8 februari 1974 en gewijzigd bij de wet van 27 februari 1986, wordt samengesteld als volgt :
  1° een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, gekozen uit de ambtenaren-generaal, in actieve dienst of in ruste gesteld, van de diensten van het Departement Onderwijs, Onderzoek en Vorming van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
  2° drie werkende leden en drie plaatsvervangende leden, gekozen uit de ambtenaren die bekleed zijn met een graad van ten minste rang 12, van de diensten van het Departement Onderwijs, Onderzoek en Vorming van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
  3° een werkend lid en een plaatsvervangend lid, gekozen uit de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;
  4° een werkend lid en een plaatsvervangend lid, gekozen uit de ambtenaren van het Ministerie van Middenstand;
  5° een werkend lid en een plaatsvervangend lid die elk van de vakorganisaties vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigen.

Art.2. <BFG 1997-07-24/62, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-07-1997> De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van zes jaar.

Art.3. § 1. De Commissie geeft advies aan de bevoegde Minister over de leden van het personeel van de Franse Gemeenschap en de leden van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd personeel waarvan de wedde of de weddetoelage ten laste van het Departement is.
  § 2. De Commissie is ertoe gehouden advies uit te brengen binnen de drie maanden die volgen op de datum van ontvangst van de aanvraag.
  Gedurende het eerste werkingsjaar van de Commissie, moet het advies binnen zes maanden worden gegeven. Bij het verstrijken van die termijn, kan de Minister achten dat het advies is uitgebracht.

Art.4. § 1. ( De commissie beraadslaagt en beslist geldig indien ten minste vier leden aanwezig zijn.) <BFG 1997-07-24/62, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 24-07-1997>
  § 2. De adviezen worden gegeven bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter beslissend.
  § 3. Ieder werkend lid dat verhinderd wordt een vergadering bij te wonen, brengt daar de voorzitter op de hoogte van en verzoekt zijn plaatsvervanger om zitting te houden.

Art.5. ( De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een adjunct-secretaris, gekozen voor een termijn van zes jaar uit de ambtenaren van het Departement Onderwijs, Onderzoek en Vorming van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
  De secretaris en de adjunct-secretaris zijn niet stemgerechtigd.) <BFG 1997-07-24/62, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 24-07-1997>
  De Commissie kan om de aanwezigheid van technici verzoeken die de vergaderingen bijwonen, zonder echter stemgerechtigd te zijn.

Art.6. § 1. Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht dat hij kan genieten krachtens artikel 2 van de wet van 8 februari 1974, moet zijn aanvraag, bij een ter post aangetekend schrijven, indienen binnen de drie maanden die volgen op zijn eerste indiensttreding in het onderwijs.
  § 2. Gedurende de volgende jaren, dient hij zijn aanvraag, bij een ter post aangetekend schrijven, in binnen dertig dagen na het begin van het schooljaar, of binnen dertig dagen na zijn indiensttreding, indien deze in de loop van het schooljaar geschiedt.
  § 3. De aanvraag moet alle gegevens omvatten die de Commissie in de mogelijkheid stellen om met kennis van zaken advies uit te brengen alsook alle stukken die het mogelijk maken die gegevens te controleren.

Art.7. Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht dat hij kan genieten krachtens artikel 2 van de wet van 8 februari 1974, moet, indien hij dit aanvraagt, gehoord worden door de Commissie, die over zijn geval advies moet uitbrengen. Het personeelslid kan zich door een raadsman van zijn keuze laten bijstaan.

Art.8. Het mandaat van de voorzitters en van de leden is onbezoldigd. Zij hebben recht op de reglementaire vergoedingen voor de reis- en verblijfkosten.
  De leden die niet tot de Administratie behoren, zijn gelijkgesteld met ambtenaren (van rang 12). <BFG 1997-07-24/62, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 24-07-1997>

Art.9. Het koninklijk besluit van 12 oktober 1976 betreffende hetzelfde onderwerp wordt opgeheven.

Art. 10. De Minister van Onderwijs en Vorming, Sport, Toerisme en Internationale Betrekkingen en de Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 30 oktober 1990.
  Vanwege de Executieve van de Franse Gemeenschap :
  De Minister-Voorzitter van de Executieve van de Franse Gemeenschap,
  V. FEAUX
  De Minister van Onderwijs en Vorming, Sport, Toerisme en Internationale Betrekkingen,
  J.-P. GRAFE
  De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
  Y. YLIEFF