25 APRIL 1997. - Koninklijk besluit houdende maatregelen ter uitvoering van artikel 12, 3° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wat de door bepaalde paramedische medewerkers aan de adviserend geneesheren van de verzekeringsinstellingen verstrekte hulp betreft..
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 153 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, wordt tussen het derde en vierde lid het volgende lid ingevoegd :
" De adviserend geneesheren kunnen zich, bij het vervullen van bepaalde opdrachten laten bijstaan door paramedische medewerkers die zij mandateren. Deze medewerkers moeten personeelsleden zijn van de verzekeringsinstelling. Voornoemd mandaat, dat wordt uitgeoefend onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de adviserend geneesheren, is beperkt tot de niet specifiek medische opdrachten. "
Art.2. In artikel 141, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, wordt een 2°bis ingevoegd, luidend als volgt :
" 2°bis. Na te gaan dat de paramedisch medewerkers waarop de adviserend geneesheren beroep doen ingevolge artikel 153, vierde lid, hun taken uitoefenen onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de adviserend geneesheren. Hiertoe delen de adviserend geneesheren aan het Comité de namen van de gemandateerden en de inhoud van het mandaat mede. "
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag van de publikatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN