Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2000012421  2000A12421 



Artikels:

Artikel 1. In hoofdstuk IV van bijlage I van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten, een als volgt opgesteld § 125 toevoegen :
  § 125. 1° De onder 4° vermelde specialiteiten worden slechts vergoed indien ze zijn voorgeschreven voor :
  a) de behandeling, gedurende een periode van 2 à 4 weken en tot een maximum van 1 verpakking, van duodenumulcus, aangetoond door een endoscopisch of radiografisch onderzoek.
  Deze acute behandeling kan éénmaal hernieuwd worden als het controle-onderzoek de niet-cicatrisatie van de zweer, heeft geobjectiveerd.
  b) de behandeling, gedurende een periode van 8 weken en tot een maximum van 2 verpakkingen, van maagulcus, aangetoond door een endoscopisch onderzoek of, in geval van gestaafde onmogelijkheid, door een radiografisch onderzoek.
  c) de behandeling, na littekenvorming, binnen de perken die respectievelijk onder a en b zijn omschreven, van nieuwe opstoten van duodenum- of maagulcus, aangetoond door nieuwe onderzoeken, indien het om maagulcera gaat.
  d) de behandeling, gedurende een periode van 4 tot 8 weken en tot een maximum van 2 verpakkingen, van peptische reflux-oesofagitis van graad I (erythemateus-exsudatieve of erosieve met confluerende letsels, solitair of multipel), aangetoond door een endoscopisch onderzoek.
  In geval van klinische doeltreffendheid mag de vergoeding worden toegekend voor een periode van 12 maanden behandeling op basis van een anti-ulcereuze antagonist van de H2-receptoren (CIMETAG, PANAXID, TAGAMET, ZANTAC) of op basis van cisapride (PREPULSID) naar rata van het maximum aantal verpakkingen dat is vastgesteld in de reglementeringen die daarop betrekking hebben.
  e) de behandeling, gedurende een periode van 4 tot 8 weken en tot een maximum van 2 verpakkingen, van peptische reflux-oesofagitis van de graad II (exsudatieve of erosieve confluerende letsels zonder circulaire extensie), aangetoond door een endoscopisch onderzoek.
  f) de behandeling, gedurende een periode van 4 tot 8 weken en tot een maximum van 2 tot 4 verpakkingen, van peptische refluxoesofagitis van de graden III (circulaire extensie van de exsudatieve en ulcero-erosieve letsels met pariëtale infiltratie, maar zonder stenose) en IV (aanwezigheid van een chronisch letsel : ulcus, pariëtale fibrose, stenose, cilindrisch litteken ter hoogte van het slijmvlies), aangetoond door een endoscopisch onderzoek.
  g) de behandeling, gedurende de dertig dagen die volgen op het ontslag, met maximum 1 verpakking, van de ernstige hemorragische gastritis (aangetoond met een endoscopisch onderzoek) waarvoor een ziekenhuisopname noodzakelijk was.
  h) als bij peptische oesofagitis de klinische doeltreffendheid van een akute behandeling wordt aangetoond, mag een chronische behandeling met een inhibitor van de protonpomp worden vergoed in deze indicatie (LOGASTRIC of LOSEC) voor een periode van één jaar, à rato van 20 mg per dag.
  2° In de door de behandelend geneesheer aan de adviserend geneesheer gerichte aanvraag moet de voorgeschreven posologie worden vermeld; bij die aanvraag moeten de resultaten worden gevoegd van de onderzoeken waarin is voorzien om het bestaan van de aandoening te bewijzen die wordt behandeld op het tijdstip dat het geneesmiddel wordt voorgeschreven of, als de reglementering geen specifieke onderzoeken oplegt, elk gegeven op grond waarvan de behandelend geneesheer kan verklaren dat de rechthebbende in een van de vorenbedoelde gevallen verkeert.
  Op grond van die gegevens kan de adviserend geneesheer de vergoeding toestaan. Daartoe reikt hij aan de rechthebbende, voor elke verpakking waarvoor toestemming is verleend, een attest uit waarvan het model is vastgelegd onder punt c van de bijlage III bij dit besluit en waarvan de geldigheidsduur beperkt is op grond van de reglementering die voorafgaat.
  3° De gelijktijdige vergoeding van de onder 4° vermelde specialiteiten wordt nooit toegestaan.
  Dat geldt ook voor de gelijktijdige vergoeding van die specialiteiten en van de specialiteiten CIMETAG, CYTOTEC, DAKAR, DENOL, LOGASTRIC, LOSEC, PANAXID, PEPCIDINE, TAGAMET, ULCOGANT of ZANTAC.
  Als de behandelend geneesheer die een behandeling is begonnen met een van de specialiteiten DAKAR, LOGASTRIC, LOSEC, PANTOZOL of ZURCALE de behandeling met de andere wil voortzetten, mag een nieuwe toestemming worden verleend tot het einde van de aanvankelijk toegestane periode.
  4° Betrokken specialiteiten :
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 28-02-1997, p.4241).

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1997.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 5 februari 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN