5 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten.
Art. 1-3
Artikel 1. In bijlage I van het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in hoofdstuk I, als volgt de inschrijving wijzigen van de volgende specialiteit :
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 28-02-1997, p. 4237).
2° in hoofdstuk IV - B :
1) in § 13, de leden 1°- d) en d') door de volgende vervangen :
d) de behandeling, gedurende een periode van 8 weken en tot maximum 2 verpakkingen, van peptische refluxoesofagitis. De terugbetaling kan slechts worden toegestaan op voorwaarde dat de behandelende geneesheer kort vastlegt dat de patiënt :
- onvoldoende reageert op de gekende hygiënische-diëtische regels;
- geen alarmsymptomen vertoont (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie);
- niet weerstandig is aan het gebruik van H2-blokkers;
- tijdens anamnese specifieke klachten van peptische refluxoesofagitis vertoont (de specifieke klachten zijn onder andere pyrosis, zure regurgitatie en een brandend gevoel in hogere epigastrische zone).
De tegemoetkoming kan maximum 2 maal worden toegekend binnen de periode van 1 jaar.
Voor het aantal vergoedbare verpakkingen wordt rekening gehouden met de maximumdagdosering van 800 mg.
De aanvraag, gestuurd door de behandelende geneesheer naar de adviserend geneesheer, zal de voorgeschreven dosering vermelden. De behandelende geneesheer moet bij de aanvraag een gemotiveerd verslag voegen waarin bevestigd wordt dat de patiënt aan de bovengenoemde criteria voldoet.
d') de behandeling gedurende een periode van 12 maanden en tot een maximum van 13 verpakkingen van peptische refluxoesofagitis.
De tegemoetkoming kan worden toegestaan op voorwaarde dat de patiënt :
- tijdens een recent verleden (de vijf voorgaande jaren) een endoscopisch onderzoek te hebben ondergaan waarin werd vastgesteld :
- de patiënt had peptische refluxoesofagitis van graad I (erythemateus-exsudatieve of erosieve met confluerende letsels, solitair of multipel) of van graad II (exsudatieve of erosieve letsels, confluerend zonder circulaire extensie);
- de patiënt had geen verhoogd risico tot complicaties zoals stenose, Barett metaplasie, maag of duodenumkanker.
- geen antecedenten van een ulcus ventriculi;
- onvoldoende reageert op de gekende hygiënische-diëtische regels;
- geen alarmsymptomen vertoont (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie);
- positief reageert op het gebruik van H2-blokkers en niet weerstandig is aan het gebruik van die H2-blokkers;
- tijdens de anamnese specifieke klachten van peptische refluxoesofagitis vertoont (die specifieke klachten zijn onder andere pyrosis, zure regurgitatie en een brandend gevoel in de hogere epigastrische zone).
Voor het aantal vergoedbare verpakkingen wordt rekening gehouden met de maximumdagdosering van 800 mg;
Als de patiënt alarmsymptomen (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie) vertoont tijdens de toegestane behandelingsperiode van 12 maanden of weerstandig is aan de voorgestelde behandeling zal onmiddellijk een endoscopisch onderzoek uitgevoerd worden.
2) in §§ 34 en 67, de leden 1°- d) en e) door de volgende vervangen :
d) de behandeling, gedurende een periode van 8 weken en tot maximum 2 verpakkingen, van peptische refluxoesofagitis. De terugbetaling kan slechts worden toegestaan op voorwaarde dat de behandelende geneesheer kort vastlegt dat de patiënt :
- onvoldoende reageert op de gekende hygiënische-diëtische regels;
- geen alarmsymptomen vertoont (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie);
- niet weerstandig is aan het gebruik van H2-blokkers;
- tijdens anamnese specifieke klachten van peptische refluxoesofagitis vertoont (de specifieke klachten zijn onder andere pyrosis, zure regurgitatie en een brandend gevoel in hogere epigastrische zone).
De tegemoetkoming kan maximum 2 maal worden toegekend binnen de periode van 1 jaar.
Voor het aantal vergoedbare verpakkingen wordt rekening gehouden met de maximumdagdosering van 300 mg.
De aanvraag, gestuurd door de behandelende geneesheer naar de adviserend geneesheer, zal de voorgeschreven dosering vermelden. De behandelende geneesheer moet bij de aanvraag een gemotiveerd verslag voegen waarin bevestigd wordt dat de patiënt aan de bovengenoemde criteria voldoet.
e) de behandeling gedurende een periode van 12 maanden en tot een maximum van 13 verpakkingen van peptische refluxoesofagitis.
De tegemoetkoming kan worden toegestaan op voorwaarde dat de patiënt :
- tijdens een recent verleden (de vijf voorgaande jaren) een endoscopisch onderzoek te hebben ondergaan waarin werd vastgesteld :
- de patiënt had peptische refluxoesofagitis van graad I (erythemateus-exsudatieve of erosieve met confluerende letsels, solitair of multipel) of van graad II (exsudatieve of erosieve letsels, confluerend zonder circulaire extensie);
- de patiënt had geen verhoogd risico tot complicaties zoals stenose, Barett metaplasie, maag of duodenumkanker.
- geen antecedenten van een ulcus ventriculi;
- onvoldoende reageert op de gekende hygiënische-diëtische regels;
- geen alarmsymptomen vertoont (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie);
- positief reageert op het gebruik van H2-blokkers en niet weerstandig is aan het gebruik van die H2-blokkers;
- tijdens de anamnese specifieke klachten van peptische refluxoesofagitis vertoont (die specifieke klachten zijn onder andere pyrosis, zure regurgitatie en een brandend gevoel in de hogere epigastrische zone).
Voor het aantal vergoedbare verpakkingen wordt rekening gehouden met de maximumdagdosering van 300 mg;
Als de patiënt alarmsymptomen (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie) vertoont tijdens de toegestane behandelingsperiode van 12 maanden of weerstandig is aan de voorgestelde behandeling zal onmiddellijk een endoscopisch onderzoek uitgevoerd worden.
3) in § 34 - 4°, als volgt de inschrijving wijzigen van de volgende specialiteiten :
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 28-02-1997, p. 4239).
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1997.
Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 februari 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN