23 JANUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 1924 tot inrichting van de officiële vertegenwoordiging van de landbouw.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 september 1924 tot inrichting van de officiële vertegenwoordiging van de landbouw, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 april 1977, waarvan de bestaande tekst § 1 wordt, wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt :
" § 2. Met het oog op de officiële vertegenwoordiging van de landbouw voor respectievelijk de provincie Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, en de provincie Vlaams-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofstad wordt, in afwijking van § 1, een provinciale landbouwkamer van Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en een provinciale landbouwkamer van Vlaams-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad ingesteld.
In beide kamers wordt de land- en tuinbouw van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad vertegenwoordigd door een in dat arrondissement woonachtig lid. Deze vertegenwoordiger wordt, naast de in § 1 bedoelde vierentwintig leden die zij afvaardigen voor de provincie Waals-Brabant, respectievelijk Vlaams-Brabant, gezamenlijk aangeduid door de algemene landbouworganisaties bedoeld in artikel 5, §§ 1 en 2. In afwijking van artikel 16, eerste lid, 2°, mag deze vertegenwoordiger werkzaam zijn in de toeleverings- of de afnamesector van de land- of tuinbouwproductiesector. "
Art.2. In artikel 3bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1991, worden het tweede, het derde en het vierde lid opgeheven.
Art.3. Artikel 5, § 1, 4° van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 mei 1977, wordt gewijzigd door de volgende bepaling :
" 4° zij haar activiteit uitoefent op het gehele grondgebied van de provincie, voor de provincie Luik volstaat het evenwel dat zij verklaart haar activiteit hoofdzakelijk uit te oefenen, ofwel in de ganse provincie Luik, ofwel in de kantons Eupen, Malmedy en Sankt-Vith, ofwel in de rest van de provincie. "
Art.4. Het laatste lid van artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 april 1977, wordt vervangen door volgende bepalingen :
" Bovendien moeten de leden van de provinciale landbouwkamer woonachtig zijn in de provincie van de kamer waarvan zij deel uitmaken.
Wat de provinciale kamer van Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad betreft, moeten de leden die de landbouw en de tuinbouw van de provincie vertegenwoordigen woonachtig zijn in Waals-Brabant en moet het lid dat de landbouw en de tuinbouw van het administratief arrondissement vertegenwoordigt woonachtig zijn in een gemeente van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Wat de provinciale kamer van Vlaams-Brabant en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad betreft, moeten de leden die de landbouw en de tuinbouw van de provincie vertegenwoordigen woonachtig zijn in Vlaams-Brabant en moet het lid dat de landbouw en de tuinbouw van het administratief arrondissement vertegenwoordigt woonachtig zijn in een gemeente van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. "
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 6. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN