Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 APRIL 1997. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan houders van militaire brevetten van boordwerktuigkundige dienen te voldoen voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van boordwerktuigkundige.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De houders van het militair brevet van boordwerktuigkundige kunnen een burgerlijke vergunning van boordwerktuigkundige bekomen overeenkomstig de hiernavermelde bepalingen.

Art.2. De aanvragers moeten een door de militaire overheid afgegeven attest overleggen. Dat attest vermeldt de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de aanvrager alsook de datum van uitgifte.
  Uit het attest blijkt :
  1. dat de aanvrager in actieve dienst is en deel uitmaakt van het korps van het varend personeel van een der Belgische krijgsmachtdelen;
  2. dat de aanvrager op datum van de afgifte van het attest houder is van het militair brevet van boordwerktuigkundige en van de bevoegdverklaring voor een vliegtuigtype waarop de aanwezigheid van een boordwerktuigkundige vereist is.
  Het attest blijft geldig gedurende dertig maanden na de datum van afgifte voor zover de aanvrager niet werd geschrapt uit het korps van het varend personeel van een der krijgsmachtdelen, wegens nalatigheid of beroepsonbekwaamheid in de vliegdienst.
  Het attest moet ingediend worden bij de inschrijving voor de examens over de algemene kennis bepaald bij artikel 3.

Art.3. Om de vergunning van boordwerktuigkundige te verkrijgen, moet de aanvrager :
  1° het attest bepaald in artikel 2 overleggen;
  2° een vliegervaring aantonen van 3 000 uren als boordwerktuigkundige van militaire vliegtuigen;
  3° tijdens de voorbije 12 maanden 100 vlieguren als boordwerktuigkundige van vliegtuigen uitgevoerd hebben;
  4° slagen voor de examens over de algemene kennis bepaald in bijlage I, I, punten 2, 3, 5 en 7 van het ministerieel besluit van 31 juli 1980 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van boordwerktuigkundige;
  5° slagen voor het praktisch examen op een vluchtnabootser van ofwel het type C-130, ofwel het type B727, ofwel het type B707 bepaald in bijlage II, I van hetzelfde besluit;
  6° houder zijn van het beperkt bewijs van radio-telefonist, uitgereikt door de Minister tot wiens bevoegdheid de telegrafie en telefonie behoren of door diens gemachtigde;
  7° voldoen aan de voorgeschreven eisen inzake lichaams- en geestesgeschiktheid.

Art.4. De bevoegdverklaring boordwerktuigkundige voor de types C-130, B727 of B707 wordt op de vergunning ingeschreven indien de aanvrager tijdens de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag met een vliegtuig van het bedoelde type ten minste 100 vlieguren als boordwerktuigkundige heeft gevlogen, en slaagde voor het praktisch examen, zoals bepaald bij artikelen 3, 5) op dat type.
  Bij gebrek aan de vereiste ervaring kan de bevoegdverklaring afgeleverd worden mits voorlegging van een verklaring van een instructeur van boordwerktuigkundige waarin het behoud van de geschiktheid bevestigd wordt.

Art. 5. De bepalingen van het ministerieel besluit van 31 juli 1980, houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van boordwerktuigkundige, waarvan niet wordt afgeweken door dit besluit blijven van toepassing op de houders van het militair brevet van boordwerktuigkundige die een burgerlijke vergunning of bevoegdverklaring willen krijgen of vernieuwen.
  Brussel, 15 april 1997.
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN