25 NOVEMBER 1997. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een Commissie "Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden".
Art. 1-9
Artikel 1. Bij het Ministerie van Justitie wordt een Commissie ter voorbereiding van een "Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden", hierna Commissie genoemd, opgericht.
Art.2. De Commissie heeft tot taak :
- te onderzoeken in hoeverre het voorontwerp van wet inzake de bejegening van de tot vrijheidsstraf veroordeelde gedetineerden van toepassing is op de categorie van verdachten, beklaagden en beschuldigden en in hoeverre specifieke basisbeginselen, gelet op het eigen statuut van genoemde categorie, zich opdringen;
- de bestaande tekst inzake veroordeelde gedetineerden en de resultaten van het eigen onderzoek inzake de categorie van verdachten, beklaagden en beschuldigden te integreren tot één coherent tekstvoorstel van "Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden";
- een consultatie van de betrokken actoren voor te bereiden, te organiseren en uit te voeren;
- aansluitend een voorontwerp van wet met memorie van toelichting : "Basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden" voor te bereiden;
- de mogelijkheden tot instelling van strafuitvoeringsrechtbanken, haar organisatie en bevoegdheden te onderzoeken;
- in een latere fase een voorontwerp van wet met memorie van toelichting tot instelling van de strafuitvoeringsrechtbanken voorbereiden.
De Commissie is er toe gehouden een verslag betreffende de vooruitgang van haar werkzaamheden uit te brengen ten laatste op 31 oktober 1998, en haar eindverslag ten laatste op 31 oktober 1999.
Art.3. De Commissie is samengesteld uit ten hoogste twaalf leden, die op grond van hun bekwaamheid, ervaring en interesse inzake gevangeniswezen en gedetineerden door de Minister worden benoemd.
Art.4. De Minister benoemt, onder de leden, de voorzitter en de ondervoorzitters.
Art.5. De voorzitter regelt de werkzaamheden van de Commissie en van het secretariaat. Hij vertegenwoordigt tevens de Commissie bij de Minister van Justitie.
Art.6. De Commissie kan een beroep doen op externe deskundigen en hen met een opdracht belasten. Daartoe kan hen, op advies van de voorzitter, een vergoeding worden toegekend. Deze vergoeding wordt vereffend op voorlegging van een staat van kosten, na goedkeuring door Onze Minister van Justitie.
Art.7. De kredieten die nodig zijn voor de werking van de Commissie worden voorzien op de begroting van het Ministerie van Justitie.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 1997.
Art. 9. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 november 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK