10 MAART 1997. - Wet tot wijziging van artikel 79, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 1-2
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2. Artikel 79, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
" Zij worden aangewezen uit de rechters die gedurende ten minste drie jaar het ambt van magistraat van het openbaar ministerie of van rechter in de rechtbank van eerste aanleg hebben uitgeoefend en die voornoemde ambten reeds hebben uitgeoefend krachtens artikel 80, tweede lid, tenzij de Koning van de laatste voorwaarde afwijkt, en Hij zijn keuze met bijzondere redenen omkleedt.
Om het ambt van onderzoeksrechter te kunnen uitoefenen, moet men, onverminderd de voorgaande bepalingen, gedurende ten minste een jaar het ambt van rechter in de rechtbank van eerste aanleg hebben uitgeoefend en een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd, georganiseerd in het kader van de opleiding van de magistraten, zoals voorzien in artikel 259bis, § 4, b).".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 maart 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK