Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 JANUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de nieuwe markt.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Diverse bepalingen.
Art. 6-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1996003228 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de nieuwe markt.
Artikel 1. Een artikel 58bis, luidend als volgt, wordt in het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel ingevoegd :
  " Artikel 58bis. In afwijking van de artikelen 54 tot 57 kan het directiecomité tevens als leden aanvaarden de leden van een gereglementeerde markt waarmee een wederkerigheidsovereenkomst werd gesloten. Voor die leden wordt de opnemingsvoorwaarde als bedoeld in artikel 58, 4 ° geacht te zijn vervuld. Bovendien kan de wederkerigheidsovereenkomst afwijken van de in artikel 58, 6° en 7° bedoelde verplichtingen en specifieke bijdragen vaststellen. "

Art.2. Artikel 91 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 91. De notering omvat :
  a) de Eerste Markt;
  b) de Tweede Markt;
  c) de Nieuwe Markt. "

Art.3. In artikel 97 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden "in artikel 90" vervangen door de woorden "in artikel 92".

Art.4. Een artikel 97bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde koninklijk besluit ingevoegd :
  " Artikel 97bis. De nieuwe markt is een markt die geen officiële notering is in de zin van de richtlijn bedoeld in artikel 92, waarin de financiële instrumenten worden opgenomen overeenkomstig hoofdstuk VIII van dit reglement. "

Art.5. Een hoofdstuk VIII en een hoofdstuk IX, die bestaan uit de artikelen 129 tot 170, luidend als volgt, worden in hetzelfde koninklijk besluit tussen de artikelen 128 en 129 ingevoegd :
  "HOOFDSTUK VIII. - De opneming en de schrapping van financiële instrumenten in de nieuwe markt.
  Afdeling 1. - Definities.
  Artikel 129. In de bepalingen van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :
  1° de uitgevende vennootschap : de vennootschap of rechtspersoon die de financiële instrumenten uitgeeft die zijn opgenomen in de notering van de nieuwe markt of waarop de aanvraag tot toelating tot de notering betrekking heeft;
  2° de derde vennootschap : de vennootschap of rechtspersoon waarvan de financiële instrumenten certificaten zijn die rechten van deelneming vertegenwoordigen die worden uitgegeven door de uitgevende vennootschap en opgenomen zijn in de notering van de nieuwe markt;
  3° financiële instrumenten : de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1, § 1 van de wet van 6 april 1995;
  4° aandelen : de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a, eerste streepje van de wet van 6 april 1995, met uitzondering van de certificaten van aandelen;
  5° obligaties : de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1, § 1, 1°, a, tweede streepje van de wet van 6 april 1995, met uitzondering van de certificaten van obligaties;
  6° certificaten : de certificaten die worden uitgegeven ter vertegenwoordiging of als tegenwaarde van aandelen of obligaties door derde vennootschappen, privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen, of delen van deze aandelen of obligaties;
  7° rechten van deelneming : de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1, § 1, 2° van de wet van 6 april 1995;
  8° aandeelhouder-bedrijfsleider : de aandeelhouder die deelneemt in het dagelijkse bestuur van de vennootschap of de oprichter ervan is;
  9° lid van de nieuwe markt : elke natuurlijke of rechtspersoon, die lid is van de nieuwe markt overeenkomstig Hoofdstuk III van dit besluit en die kiest voor één of beide van de volgende statuten :
  - sponsor-markthouder;
  - verhandelaar-makelaar;
  10° sponsor-markthouder : de sponsor-markthouder, afgekort SMH, is een lid dat door de uitgevende vennootschap of de derde vennootschap werd gemandateerd en van de EBVB. de vergunning heeft gekregen om op de nieuwe markt de ene en/of de andere van de twee volgende functies uit te oefenen :
  - bijdragen tot de opneming van de financiële instrumenten in de nieuwe markt;
  - gedurende ten minste drie jaar na de opneming, de markt houden van de financiële instrumenten waarvoor hij van de EBVB. een vergunning heeft gekregen;
  11° verhandelaar-makelaar : de verhandelaar-makelaar is een lid dat van de EBVB. de vergunning heeft gekregen om op de nieuwe markt orders voor zijn cliënt uit te voeren. Hij mag tevens voor eigen rekening handelen.
  Afdeling 2. - Toepassingsgebied van dit hoofdstuk.
  Artikel 130. Dit hoofdstuk is van toepassing op de financiële instrumenten waarvoor de opneming in de nieuwe markt wordt gevraagd of die daarin zijn opgenomen.
  Dit hoofdstuk is evenwel niet van toepassing op de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de wet van 6 april 1995, noch op de financiële instrumenten waarvoor de wettelijke en reglementaire bepalingen voorschrijven dat die uitsluitend in een andere markt kunnen worden opgenomen.
  Afdeling 3. - De verschillende statuten van de leden van de nieuwe markt.
  Artikel 131. Het lid van de nieuwe markt kiest voor één van of beide volgende statuten :
  a) sponsor-markthouder, afgekort SMH;
  b) verhandelaar-makelaar.
  De in lid 1 beoogde keuzemodaliteiten zijn vastgelegd door het directiecomité.
  Artikel 132. § 1. De SMH is een lid dat van het directiecomité de vergunning heeft gekregen om bij te dragen tot de opneming van de financiële instrumenten in de nieuwe markt.
  De SMH kan tevens van het directiecomité de vergunning krijgen om gedurende ten minste drie jaar na de opneming, de markt bij te houden van de financiële instrumenten.
  De in het vorige lid beoogde periode kan door het directiecomité worden bekort wanneer, na akkoord van de uitgevende vennootschap of de derde vennootschap , een andere SMH zich ertoe verbindt in te staan voor dit markthouderschap om de initiële verbintenis van drie jaar na de opneming te dekken.
  § 2. Indien de SMH voor het markthouderschap van een bepaald financieel instrument dat werd opgenomen niet zelf uitvoert, moet hij, na akkoord van het directiecomité, met een andere SMH de verbintenis aangaan om die functie te vervullen voor het financiële instrument dat hij introduceert.
  Een SMH kan de markt houden voor een financieel instrument dat niet door hem werd geïntroduceerd.
  Artikel 133. Bij de introductie van een financieel instrument, gaat de SMH de volgende verbintenissen aan met de uitgevende vennootschap :
  a) de vennootschap bijstaan bij de voorbereiding van de informatiebescheiden als bedoeld in artikel 147 van hetzelfde koninklijk besluit;
  b) een analyse publiceren over de uitgevende vennootschap ter gelegenheid van de introductie en na afloop van de twee volgende boekjaren als beoogd in artikel 147, 8° van hetzelfde koninklijk besluit;
  c) in voorkomend geval, overgaan tot de belegging van de financiële instrumenten;
  d) instaan voor de commerciële promotie van het financiële instrument.
  De modaliteiten van die verbintenis worden vastgelegd in een tussen de SMH en de uitgevende vennootschap gesloten overeenkomst, waarvan kopie wordt gevoegd bij de aanvraag tot opneming overeenkomstig artikel 147, 11° en 12° van hetzelfde koninklijk besluit.
  Artikel 134. In de uitoefening van zijn functie als markthouder, verbindt de SMH er zich eveneens toe om binnen de in artikelen 143 en volgende van het marktreglement van de Beurs van Brussel, de liquiditeit te waarborgen van de financiële instrumenten waarvoor hij een vergunning heeft gekregen; de voorwaarden van die vergunning of van die intrekking worden bepaald door het directiecomité.
  De SMH moet over de voor de uitoefening van de functie van markthouder vereiste financiële instrumenten beschikken, overeenkomstig artikel 137, c van hetzelfde koninklijk besluit.
  Artikel 135. De verhandelaar-makelaar is het enige lid dat van het directiecomité de vergunning heeft gekregen orders voor zijn cliënten uit te voeren. Hij kan bovendien voor eigen rekening handelen.
  Artikel 136. Wanneer een lid zowel over het statuut van SMH als over dat van verhandelaar-makelaar beschikt, moeten, voor een financieel instrument, de functies die verbonden zijn aan die twee statuten door verschillende natuurlijke personen en in het belang van de cliënten worden uitgeoefend.
  Het lid dat niet over het statuut beschikt van verhandelaar-makelaar mag geen gevolg geven aan een order van een cliënt.
  Afdeling 4. - Opnemingsvoorwaarden van de financiële instrumenten en verbintenissen van de aandeelhouder-bedrijfsleider.
  Onderafdeling 1. - Opnemingsvoorwaarden van de financiële instrumenten.
  Artikel 137. § 1. Volgende voorwaarden zijn verbonden aan het onderzoek van een aanvraag tot opneming in de nieuwe markt :
  a) het eigen vermogen van de uitgevende vennootschap bedraagt ten minste 60 miljoen BEF;
  b) het aantal financiële instrumenten, dat uiterlijk de dag van de opneming onder het publiek moet worden verspreid, bedraagt minimum 100 000 eenheden en heeft een tegenwaarde van minimum 100 miljoen BEF;
  c) 10 % van de in de nieuwe markt opgenomen financiële instrumenten wordt ter beschikking gesteld van de sponsor(s)-markthouder(s) door de uitgevende vennootschap of de derde vennootschap, zodat hij (zij) kan (kunnen) instaan voor het markthouderschap van het financiële instrument;
  d) de jaarrekening van de uitgevende vennootschap wordt gecontroleerd en gecertificeerd door een lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. De jaarrekening van vennootschappen met maatschappelijke zetel in het buitenland moet gecertificeerd zijn door een persoon, hiertoe gemachtigd door de op die vennootschappen toepasselijke nationale wetgeving overeenkomstig een geheel van controlenormen die kunnen gelijk gesteld zijn met degene van het Instituut der Bedrijfsrevisoren;
  e) de financiële instrumenten waarvoor de opneming in de nieuwe markt wordt gevraagd, zijn vrij verhandelbaar;
  f) indien de financiële instrumenten in materiële vorm worden voorgesteld, moeten zij voldoen aan de vormvereisten bedoeld in artikel 22 van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de opneming van financiële instrumenten in de eerste markt van een effectenbeurs;
  g) indien de uitgevende vennootschap niet sedert ten minste twee jaar bestaat, kan ze slechts toetreden tot de nieuwe markt mits een kapitaalverhoging;
  h) de uitgevende vennootschap moet in haar statuten voorzien dat elke natuurlijke of rechtspersoon die stemverlenende financiële instrumenten, die al dan niet het kapitaal vertegenwoordigen, verwerft of afstaat, kennis moet geven aan de uitgevende vennootschap alsook aan het directiecomité van het aantal financiële instrumenten dat hij bezit wanneer de aan die financiële instrumenten verbonden stemrechten 5 %, 10 %, 15 %, 20 %, enzovoort, telkens per schijf van vijf procent, bereiken van het totale aantal stemrechten op het ogenblik waarop zich de omstandigheden voordoen op grond waarvan kennisgeving is verplicht.
  Het directiecomité bepaalt de regels inzake de bekendmaking van de overschrijdingen van de in het eerste lid bepaalde drempels.
  § 2. Indien aan de in § 1, a beoogde voorwaarde niet is voldaan, kan het directiecomité bij de vaststelling van het eigen vermogen het netto bedrag van het geïnde kapitaal en het beoogde gebruik ervan in aanmerking nemen.
  Artikel 138. Voor de opneming in de nieuwe markt van de financiële instrumenten als beoogd in artikel 4, § 1 van de wet van 4 december 1990 is de in dat artikel bedoelde toelating van de Minister van Financiën vereist.
  Artikel 139. De opneming in de nieuwe markt van de financiële instrumenten als bedoeld in titel II van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime van titels en effecten, zal slechts plaatsvinden nadat een prospectus is openbaar gemaakt en een bericht werd bekendgemaakt overeenkomstig artikel 29, §§ 1 en 2 van vermeld besluit.
  Artikel 140. De opneming van een financieel instrument in de nieuwe markt kan pas ingaan na de afsluiting van de inschrijvingsperiode, indien een openbare uitgifte aan de opneming in de nieuwe markt voorafgaat.
  In afwijking van het eerste lid kan het directiecomité beslissen dat doorlopend uitgegeven financiële instrumenten onmiddellijk in de nieuwe markt worden opgenomen.
  Artikel 141. Met het oog op de bescherming van het spaarwezen of in het belang van de markt, kan het directiecomité in een met redenen omklede beslissing de opneming in de nieuwe markt van een bepaald financieel instrument laten afhangen van om het even welke bijkomende voorwaarde, inzonderheid wanneer dergelijke voorwaarden wenselijk zijn in het belang van de emittent of van de beleggers.
  Het directiecomité kan van deze vastgestelde voorwaarden afwijken wanneer dergelijke voorwaarden niet wenselijk zijn in het belang van de uitgevende vennootschap van financiële instrumenten of van de belegger en het directiecomité de verzekering heeft dat de beleggers over de nodige informatie beschikken om de vennootschap en de door haar uitgegeven financiële instrumenten op gefundeerde wijze kunnen beoordelen.
  De afwijkingen die door het directiecomité overeenkomstig onderhevig artikel worden toegestaan, zijn algemeen van toepassing voor alle uitgevers indien de omstandigheden die ze verantwoorden gelijksoortig zijn.
  Artikel 142. Voor de opneming van de financiële schuldinstrumenten die toegang verlenen tot het kapitaal van een vennootschap waarvan de financiële kapitaalinstrumenten zelf niet zijn opgenomen in de notering van de nieuwe markt, moet de uitgevende vennootschap binnen een voldoende termijn vóór de inwerkingtreding van het toegangsrecht tot het kapitaal van de vennootschap, een aanvraag tot opneming in de nieuwe markt indienen voor de betrokken financiële kapitaalinstrumenten.
  Onderafdeling 2. - Verbintenissen van de aandeelhouders-bedrijfsleiders.
  Artikel 143. De aandeelhouders-bedrijfsleiders verbinden zich ertoe een minimumpercentage aan te houden van het aantal financiële instrumenten in hun bezit op het moment van de opneming en dit gedurende een periode van minimum 12 maanden volgend op de opneming van de financiële instrumenten in de nieuwe markt.
  Artikel 144. Het minimumpercentage alsook alle andere modaliteiten van de in artikel 143 beoogde verbintenis worden vastgesteld door het directiecomité.
  Artikel 145. De aandeelhouders-bedrijfsleiders verbinden zich ertoe het directiecomité binnen vijf werkdagen op de hoogte te brengen van alle overdrachten van financiële instrumenten van de uitgevende vennootschap die zij bezitten, voor zover ze het minimumpercentage als beoogd in artikel 144 overschrijden.
  Die informatie wordt verspreid in een door het directiecomité gepubliceerd bericht.
  Afdeling 5. - Opnemingsprocedure.
  Artikel 146. Elkeen die om de opneming verzoekt van een financieel instrument in de nieuwe markt moet zich laten bijstaan door één of meer SMH.
  Die aanvraag moet, samen met de in artikel 147 vereiste bescheiden, schriftelijk worden gericht aan het directiecomité op het ogenblik van de indiening van het ontwerp van prospectus of van het prospectus bij de Commissie voor het Bank- en Financiewezen.
  Artikel 147. Bij de aanvraag tot opneming moeten volgende stukken worden gevoegd, in zoverre ze geen deel uitmaken van het prospectus :
  1° de statuten van de uitgevende vennootschap en, in voorkomend geval, van de derde vennootschap;
  2° het ontwerp van prospectus;
  3° het prospectus zodra het door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen is goedgekeurd of erkend;
  4° de schriftelijke verbintenis van de instellingen belast met de financiële dienst waarin ze verklaren die financiële dienst uit te oefenen voor de financiële instrumenten waarvoor de opneming in de nieuwe markt is gevraagd;
  5° in voorkomend geval, een exemplaar van de jaarrekeningen van de uitgevende vennootschap over de laatste twee boekjaren;
  6° de lijst van de aandeelhouders-bedrijfsleiders met vermelding van hun respectievelijk aandeel in het kapitaal van de uitgevende vennootschap;
  7° het groeiplan dat met name de volgende elementen en informatie bevat :
  i) de objectieve gegevens van de markt :
  a) de eigenschappen van de producten of diensten die de uitgevende vennootschap wil ontwikkelen,
  b) de markt en de concurrentie,
  c) de technologische en commerciële aspecten,
  ii) de positionering van de vennootschap op haar markt :
  a) de bedrijfsvoorwaarden,
  b) de marktaandelen,
  c) de concurrentievoordelen,
  iii) de technische en menselijke middelen :
  a) een beschrijving van het industriële instrumentarium,
  b) de aard en het bedrag van de beoogde investeringen,
  c) de organisatiestructuur,
  d) het huidige personeelsbestand en de voorziene evolutie,
  e) de inlichtingen over het bestuur;
  8° een nota met een door de SMH uitgevoerde analyse waarin een met redenen omklede opinie wordt gegeven over de groeiperspectieven van de uitgevende vennootschap;
  9° een nota met een door de SMH uitgevoerde analyse over de met het financiële vermogen en de uitvoeringskalender van het groeiplan eventueel verbonden risico's;
  10° de verbintenis vanwege de aandeelhouders-bedrijfsleiders de in de artikelen 143 tot 145 bedoelde verplichtingen na te leven;
  11° een kopie van de sponsor-overeenkomst die werd gesloten tussen de uitgevende vennootschap en de SMH;
  12° een kopie van de overeenkomst(en) van markthouderschap die werd(en) gesloten tussen de uitgevende vennootschap en één of meer andere SMH dan degene die voor de opneming van het financiële instrument heeft gezorgd;
  13° de verbintenis van de uitgevende vennootschap of van de derde vennootschap dit hoofdstuk en, in het algemeen, alle verplichtingen die uit de inschrijving op de nieuwe markt voortvloeien, na te leven;
  14° in voorkomend geval, een kopie van de notulen van de buitengewone algemene vergadering die een kapitaalverhoging beslist.
  Het groeiplan als beoogd in punt 7 alsook de in de punten 8 en 9 voorziene analysenota's moeten in elk geval onder het publiek worden verspreid.
  Artikel 148. Het directiecomité kan bovendien de overlegging vragen van alle bescheiden en alle inlichtingen opvragen :
  a) bij de aanvragers tot opneming,
  b) bij de uitgevende vennootschap,
  c) bij de derde vennootschap,
  d) bij de instelling die instaat voor de financiële dienst,
  die het mogelijk moeten maken de juridische en boekhoudkundige status van de uitgevende vennootschap te beoordelen alsook de verhandelingsperspectieven van de financiële instrumenten.
  Artikel 149. Het directiecomité betekent zijn beslissing aan de verzoekende vennootschap en aan de met het dossier belaste SMH(s) binnen twee maanden na de indiening van de aanvraag tot opneming.
  Indien er binnen deze termijn geen beslissing wordt genomen, geldt zulks als een verwerping van de aanvraag.
  Indien het directiecomité binnen deze termijn om bijkomende inlichtingen verzoekt, treedt de in lid 1 beoogde periode pas in vanaf de ontvangst ervan door het directiecomité.
  De beslissing tot opneming blijft tot drie maanden na datum van de brief van het directiecomité geldig, behoudens door het directiecomité toegestane verlenging.
  Het directiecomité kan de opneming van een financieel instrument in de nieuwe markt weigeren wanneer het van mening is dat de opneming schade kan berokkenen aan de belegger of aan de goede werking van de markt.
  Artikel 150. De opneming van een financieel instrument in de nieuwe markt, de verhandelingsvoorwaarden, de datum van de eerste notering, de introductieprocedure en de identiteit van de sponsor(s)markthouder(s) worden bekendgemaakt in een bericht door het directiecomité.
  Afdeling 6. - Schorsing en schrapping van de financiële instrumenten.
  Onderafdeling 1. - Schorsing van de financiële instrumenten.
  Artikel 151. Op verzoek van de uitgevende vennootschap of in het belang van de houders of van de goede werking van de markt kan het directiecomité de notering van een financieel instrument in de nieuwe markt schorsen.
  De schorsing mag niet langer dan twee beursdagen worden aangehouden, behoudens een met redenen omklede beslissing van het directiecomité.
  Onderafdeling 2. - Schrapping van de financiële instrumenten.
  2.1 Schrapping bij wijze van sanctie.
  Artikel 152. Het directiecomité kan bij wijze van sanctie beslissen een financieel instrument op de nieuwe markt te schrappen wanneer :
  a) aan één van de opnemingsvoorwaarden als bedoeld in artikel 137 niet meer wordt voldaan;
  b) de uitgevende vennootschap en/of de derde vennootschap de verplichtingen waaraan ze is onderworpen krachtens dit koninklijk besluit, krachtens het marktreglement en, in het algemeen alle verplichtingen die uit de inschrijving op de eerste markt voortvloeien niet naleeft;
  c) er geen voldoende markt meer is voor het financiële instrument;
  d) de aandeelhouders-bedrijfsleiders de verbintenis die ze hebben aangegaan overeenkomstig de artikelen 143 en 145 niet na leven;
  e) een SMH zijn verbintenissen niet nakomt aan het einde van de termijn die het directiecomité aan de uitgevende vennootschap heeft toegekend om de SMH te verplichten zijn verbintenissen na te komen of, bij ontstentenis, om deze SMH te vervangen.
  Artikel 153. Het directiecomité kan de schrapping bij wijze van sanctie afhankelijk maken van bijzondere voorwaarden in het uitsluitend belang van de goede werking van de markt of met het oog op de bescherming van de beleggers.
  Artikel 154. De beslissing van het directiecomité tot schrapping bij wijze van sanctie wordt met redenen omkleed en wordt bekendgemaakt aan de uitgevende vennootschap en aan de SMH in een bij de post aangetekende brief.
  De beslissing tot schrapping wordt bekendgemaakt in een door het directiecomité gepubliceerd bericht.
  2.2 Schrapping op verzoek.
  Artikel 155. De uitgevende vennootschap of de derde vennootschap richt de aanvraag tot schrapping aan het directiecomité, dat de aanvraag bekendmaakt binnen twee werkdagen na ontvangst ervan.
  Het directiecomité neemt binnen twee maanden na de aanvraag een met redenen omklede beslissing. Het betekent zijn beslissing aan de uitgevende vennootschap, of aan de derde vennootschap en aan de SMH in een bij de post aangetekende brief. Wanneer binnen deze termijn bijkomende inlichtingen worden gevraagd, wordt de beslissing genomen uiterlijk twee maanden na de ontvangst van die inlichtingen.
  De beslissing tot schrapping wordt bekendgemaakt in een door het directiecomité gepubliceerd bericht.
  Artikel 156. Het directiecomité kan de schrapping op verzoek afhankelijk maken van bijzondere voorwaarden in het uitsluitend belang van de goede werking van de markt of met het oog op de bescherming van de beleggers.
  Artikel 157. Een schrapping op verzoek kan slechts worden geweigerd indien de uitgevende vennootschap de verplichtingen die aan de opneming in de nieuwe markt zijn verbonden, of de bijzondere voorwaarden als beoogd in artikel 156, niet heeft nageleefd.
  Artikel 158. Behoudens andersluidende beslissing van het directiecomité, heeft de schrapping van een financieel instrument de schrapping tot gevolg van alle andere financiële instrumenten waarvan de definitie verwijst naar het in de nieuwe markt opgenomen financiële instrument, namelijk de obligaties die converteerbaar, inruilbaar of terugbetaalbaar zijn in financiële kapitaalinstrumenten alsook de warrants op het betrokken financiële instrument.
  Artikel 159. Tegen de beslissing tot schrapping of de weigering tot schrapping kan beroep worden ingesteld bij de Commissie van Beroep, dat wordt geregeld overeenkomstig de in artikel 25 van de wet van 6 april 1995 beoogde procedure.
  Afdeling 7. - Verplichtingen van de uitgevende vennootschap waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de nieuwe markt.
  Onderafdeling 1. - Vergoeding.
  Artikel 160. § 1. Elkeen die om de opneming verzoekt van een financieel instrument in de Nieuwe Markt dient de door het directiecomité vastgelegde vergoeding overeenkomstig de eventuele beslissingen die terzake worden getroffen door de algemene vergadering van de leden van het Europees Economisch Samenwerkingsverbond EuroNM, te betalen.
  Deze vergoeding wordt aan het directiecomité gestort binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag.
  § 2. De uitgevende vennootschap waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de Nieuwe Markt moet een jaarlijkse vergoeding betalen die door het directiecomité wordt vastgesteld, overeenkomstig de eventuele beslissingen die terzake worden getroffen door de algemene vergadering van de leden van het Europees Economisch Samenwerkingsverbond EuroNM.
  De jaarlijkse vergoeding wordt gestort aan het directiecomité vóór 20 oktober van ieder jaar.
  Onderafdeling 2. - Verplichtingen inzake occasionele informatie.
  Artikel 161. De bepalingen van de hoofdstukken I en II van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verplichtingen inzake occasionele informatie van emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt van een effectenbeurs zijn van toepassing op de vennootschappen waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de nieuwe markt.
  De informatieverplichtingen ten aanzien van het directiecomité, van de uitgevende vennootschappen die om de opneming van hun financiële instrumenten verzoeken, worden door het directiecomité vastgelegd.
  Onderafdeling 3. - Verplichtingen inzake periodieke informatie.
  Artikel 162. De bepalingen van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 over de verplichtingen inzake periodieke informatie van de emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt van een effectenbeurs zijn van toepassing op de vennootschappen waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de nieuwe markt.
  Artikel 163. De uitgevende vennootschappen waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de nieuwe markt publiceren, overeenkomstig artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, een driemaandelijks verslag over hun bedrijf en hun resultaten in het eerste en derde kwartaal van elk boekjaar, overeenkomstig artikel 2bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verplichtingen inzake periodieke informatie van emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt en de nieuwe markt van een Effectenbeurs.
  Het driemaandelijkse verslag wordt binnen twee maanden volgend op het betrokken kwartaal gepubliceerd.
  Afdeling 8. - Bijzondere bevoegdheden van het directiecomité na de opneming.
  Artikel 164. In het kader van dit hoofdstuk neemt het directiecomité alle maatregelen die het nodig acht voor de bescherming van de belegger of voor de goede werking van de nieuwe markt.
  Artikel 165. Het directiecomité onderzoekt alle voorstellen en opmerkingen met betrekking tot de opgenomen financiële instrumenten die het heeft ontvangen van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen.
  Artikel 166. Met het oog op de bescherming van de belegger of de goede werking van de markt, kan het directiecomité, op kosten van de overtreder, bekendmaken dat de opnemingsvoorwaarden van de financiële instrumenten in de nieuwe markt niet meer vervuld zijn of dat de uit die opneming voortvloeiende verplichtingen niet worden nageleefd.
  Artikel 167. § 1. Het directiecomité kan :
  a) bij de aanvragers tot opneming,
  b) bij de uitgevende vennootschap,
  c) bij de derde vennootschap,
  met het oog op de bescherming van de belegger of de goede werking van de markt de mededeling vorderen van alle inlichtingen die het nodig acht.
  § 2. Met het oog op de uitoefening van zijn opdracht kan het directiecomité alle inlichtingen of bescheiden opvragen die het nodig acht bij de Belgische en buitenlandse instanties die bevoegd zijn inzake de opneming en/of het behoud van financiële instrumenten in de nieuwe markt van een in het buitenland gevestigde of actieve effectenbeurs.
  § 3. Op hun verzoek mag het directiecomité de Belgische en buitenlandse instanties die bevoegd zijn inzake de opneming en/of het behoud van financiële instrumenten in de nieuwe markt van een in het buitenland actieve of gevestigde effectenbeurs alle inlichtingen en documenten bezorgen die worden opgevraagd in het kader van een aan een in de voorgaande paragraaf identieke procedure. "
  " HOOFDSTUK IX. - Regels inzake de rapportering en de transparantie met betrekking tot de nieuwe markt
  Artikel 168. De op de nieuwe markt via fixing gedane verrichtingen worden ingeschreven zodra ze zijn uitgevoerd.
  Alle andere op de nieuwe markt uitgevoerde verrichtingen worden zonder verwijl door het lid aangegeven aan het directiecomité. De verrichtingen worden ingeschreven zodra ze zijn aangegeven door het lid.
  De aangifte bevat minstens de benaming van het financiële instrument en het aantal verhandelde instrumenten, de datum en het uur van de verrichting, de prijs van de verrichting en de identiteit van het lid waarmee de verrichting werd uitgevoerd.
  Artikel 169. Het directiecomité maakt de verrichtingen via fixing bekend zodra ze zijn ingeschreven.
  Wat de andere verrichtingen betreft, maakt het directiecomité, overeenkomstig de artikelen 14 tot 16 van het beursreglement, uiterlijk één uur na hun aangifte, de koers en het aantal financiële instrumenten bekend die werden verhandeld bij elke verrichting.
  Wanneer de verrichting betrekking heeft op een aantal financiële instrumenten dat vijftigmaal hoger ligt dan de minimumhoeveelheid waartoe de markthouders zich hebben verbonden, wordt de bekendmaking uitgesteld zolang de in de verrichting deelnemende markthouder niet verklaard heeft zijn positie te hebben opgelost, binnen de drie werkdagen.
  Artikel 170. Wat de nieuwe markt betreft, maakt het directiecomité voor de opening van iedere markt de hoogste koers bekend, de laagste koers en de omzet van de verrichtingen die tijdens de vorige marktzitting werden openbaar gemaakt. "

HOOFDSTUK II. - Diverse bepalingen.
Art.6. De artikelen 129, 130 en 131 van dit koninklijk besluit worden respectievelijk de artikelen 171, 172 en 173.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 13 januari 1997.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT