Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 DECEMBER 1996. - Wet tot wijziging van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium met betrekking tot het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991003038  1991A03038 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid waarvan sprake is in artikel 78 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 2 van de wet betreffende het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut, vervat in artikel 36 van titel II van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 2. - Opdrachten
  Het Instituut heeft als opdracht :
  1° het toezicht op het buitenlandse betalingsverkeer van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en, met dat doel, het verzamelen en verwerken van de informatie die nuttig is voor het opmaken van de betalingsbalans van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;
  2° het verzamelen en verwerken van de informatie die nuttig is voor het afzonderlijk opmaken van de lopende rekeningen van de betalingsbalansen van het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg;
  3° de uitvoering van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake deviezencontrole, wanneer de Belgische regering en de Luxemburgse regering in gezamenlijk overleg besluiten dergelijke controle in te stellen met inachtneming of ter uitvoering van hun internationale en Europese verbintenissen.
  Het Instituut voert die opdrachten uit overeenkomstig de bepalingen van de afdelingen II en III. "

Art.3. In artikel 10, vervat in artikel 36 van dezelfde wet, worden de paragrafen 1 en 2 vervangen door wat volgt :
  " § 1. Voor het opmaken van de betalingsbalans van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de lopende rekeningen van de betalingsbalansen van het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, en voor het inventariseren van de voor dit doel dienstige transacties is het Instituut bevoegd alle informatie te verzamelen over :
  1° enerzijds de betalingen gedaan tussen ingezetenen en niet-ingezetenen van het Koninkrijk België, en anderzijds de betalingen gedaan tussen ingezetenen en niet-ingezetenen van het Groothertogdom Luxemburg, welke geschieden door overmaking via een kredietinstelling of enige andere tussenpersoon, ingezetene of niet, door schuldvergelijking, met bankbiljetten of op enige andere wijze;
  2° het overmaken van tegoeden, in rekening of in speciën, door een ingezetene van respectievelijk het Koninkrijk België of het Groothertogdom Luxemburg, die voor eigen rekening handelt, naar of uit het buitenland;
  3° de tegoeden op en de verbintenissen tegenover het buitenland die ingezetenen van respectievelijk het Koninkrijk België of het Groothertogdom Luxemburg aanhouden of aangaan in de uitoefening van een beroepswerkzaamheid en waarover geen gegevens worden verstrekt ter uitvoering van punt 1° hierboven, alsook de veranderingen in de aard en het bedrag daarvan.
  De Koning definieert het begrip " ingezetene " en " niet-ingezetene " voor de toepassing van deze wet.
  § 2. Alle personen die transacties verrichten, dienstig in de zin van § 1, of die hun medewerking eraan verlenen, dienen aan het Instituut de ingevolge de §§ 3 en 4 verschuldigde informatie te verstrekken. "

Art.4. Artikel 12, vervat in artikel 36 van dezelfde wet, wordt door de volgende bepaling vervangen :
  " Art. 12. - Gebruik van informatie en statistisch geheim.
  § 1. Het Instituut bezorgt de informatie die het heeft verzameld aan de Nationale Bank van België, voor het opmaken van de betalingsbalans van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie.
  Het Instituut mag echter de individuele geïdentificeerde gegevens, die het heeft ingewonnen aangaande ingezetenen van het Koninkrijk België, enkel meedelen aan de Nationale Bank van België, en de individuele geïndentificeerde gegevens ingewonnen aangaande ingezetenen van het Groothertogdom Luxemburg slechts meedelen aan de Luxemburgse dienst die bevoegd is voor het opmaken van de betalingsbalans van het Groothertogdom Luxemburg.
  De medegedeelde individuele gegevens mogen uitsluitend worden gebruikt door de Nationale Bank van België voor het opmaken van de betalingsbalans van het Koninkrijk België, en door de bevoegde Luxemburgse dienst voor het opmaken van de betalingsbalans van het Groothertogdom Luxemburg.
  § 2. Het Instituut mag geen gegevens doorgeven aan andere instellingen, dan die waarvan sprake is in § 1, dan ter uitvoering van internationale verplichtingen en op de tweevoudige voorwaarde dat de gegevens uitsluitend worden gebruikt voor het opstellen van betalingsbalansstatistieken en dat die autoriteiten gehouden zijn aan een evenwaardige geheimhoudingsplicht als die voorzien in deze wet.
  De medegedeelde gegevens mogen in geen enkel geval de mogelijkheid bieden de informatieverstrekker rechtstreeks te identificeren.
  § 3. Het Instituut en de Nationale Bank van België mogen informatie die op grond van deze wet is verzameld, enkel aan andere derden dan deze waarvan sprake in §§ 1 en 2 meedelen als die informatie het op geen enkele wijze mogelijk maakt de identiteit van de verstrekkers te weten te komen, de belangen van die laatsten te schaden of de juistheid van latere statistische informatie in het gedrang te brengen.
  § 4. De beschikkingen van deze wet doen in geen enkel geval afbreuk van de naleving, door de Nationale Bank van België, van de verplichtingen waaraan zij onderhavig is in toepassing van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld.
  § 5. Aan het Instituut mogen geen gegevens worden gevraagd voor fiscale doeleinden. "

Art. 5. In artikel 15, vervat in artikel 36 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het opschrift wordt vervangen als volgt : " Artikel 15. - Onderzoeksopdracht en uitvoering van ambtswege ";
  2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3 en een paragraaf 4, luidend als volgt :
  " § 3. De voorschriften van artikel 10 van deze wet en van de besluiten en reglementen die ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld, worden, als de rapporteringsplichtigen weigeren die na te leven, van ambtswege uitgevoerd op kosten van de overtreders.
  De Raad neemt de beslissing om over te gaan tot de uitvoering van ambtswege en duidt de afgevaardigden belast met deze uitvoering aan.
  De Koning legt de regels vast voor de uitvoering van ambtswege en bepaalt de kosten ten laste van de overtreders.
  § 4. Zo nodig kunnen de hierboven bedoelde afgevaardigden zich, mits de vrederechter hen daartoe voorafgaandelijk heeft gemachtigd, tegen de wil van de bewoner in, en voor zover dat noodzakelijk is voor het vervullen van hun opdracht, tussen 8.00 u. en 18.00 u., toegang verschaffen tot de woningen, werkplaatsen, gebouwen, belendende binnenplaatsen en besloten ruimten, met inbegrip van de privé-woonplaats van particulieren. Wanneer de burgemeester er door die afgevaardigden toe wordt verzocht, zal hij hen de sterke hand verlenen. "
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 12 december 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
  Ph. MAYSTADT
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK