6 FEBRUARI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.
Art. 1-8
Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 9-14
Artikel 1. In artikel 23, tweede lid, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, worden de woorden " in het beoordelingsdossier " vervangen door de woorden " in het individueel evaluatiedossier ".
Art.2. In artikel 32, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van l8 november l982, 22 februari 1985 en 21 november 1991, worden de woorden " in artikel 31, § 3 " vervangen door de woorden " in artikel 31, § 2 ".
Art.3. In artikel 55 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1995, worden de woorden " Artikel 54, vierde lid " vervangen door de woorden " Artikel 54, derde lid ".
Art.4. In artikel 58, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen door de koninklijke besluiten van 26 september 1994 en 31 maart 1995, worden de woorden " zowel het persoonlijk dossier " vervangen door de woorden " zowel het individueel evaluatiedossier ".
Art.5. Artikel 62 van hetzelfde besluit, vervangen door de koninklijke besluiten van 26 september 1994 en 31 maart 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 62. In afwijking van artikelen 57 tot 61 wordt een bijzondere evaluatieprocedure door Ons opgelegd voor alle ambtenaren-generaal of een deel ervan. Deze procedure is eveneens toepasselijk voor de tweetalige adjuncten ".
Art.6. In artikel 77, § 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 25 februari 1995 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995, wordt het woord " fiche " vervangen door het woord " evaluatiefiche ".
Art.7. In artikel 80, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 25 februari 1985 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995 worden de woorden " noch bij de toekenning van de beoordeling " vervangen door de woorden " noch bij de toekenning van de evaluatie ".
Art.8. Artikel 84bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 31 maart 1995, wordt vervangen door het volgende lid :
" Om als voorzitter te kunnen worden aangewezen moet de ambtenaar van niveau 1 zijn en bovendien :
1° ten volle veertig jaar oud zijn;
2° houder zijn van een diploma van doctor of licentiaat in de rechten;
3° ten minste 10 jaar anciënniteit in niveau 1 hebben of sinds ten minste vijf jaar hoofd van bestuur zijn. "
Overgangs- en slotbepalingen.
Art.9. In de artikelen 3, § 2, 2° en 5, 1°, van het koninklijk besluit van 3 november 1993 houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten, worden de woorden " van beoordeling " vervangen door de woorden " van evaluatie ".
Art.10. De bepalingen betreffende de beoordeling en de ongunstige vermelding die van kracht zijn op de datum van dit besluit blijven toepasselijk tot 15 december 1998 wat de ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ betreft en tot 15 december 1999 voor de ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4.
Art.11. Ongeacht artikel 10 worden de procedures inzake bevordering en verandering van graad die aan de gang zijn op 15 december 1998 of 15 december 1999, naargelang ze betrekking hebben op ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ of op ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4 verder geregeld door de bepalingen betreffende de beoordeling en de ongunstige vermelding zoals die luidden vóór ze werden gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 september 1994 en 31 maart 1995 en bij dit besluit.
Art.12. Ongeacht artikel 10 worden de zaken die bij de raden van beroep ingediend zijn op 15 december 1998 of 15 december 1999, naargelang ze betrekking hebben op ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ of op ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4, verder geregeld door de bepalingen betreffende de beoordeling en de ongunstige vermelding zoals die luidden vóór ze werden gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 september 1994 en 31 maart 1995 en bij dit besluit.
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 15 september 1997 voor de ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ en op 15 september 1998 voor de ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4.
Art. 14. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
A. FLAHAUT