8 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 juli 1989 houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen brand en paniek bij manifestaties in stadions.
Art. 1-8
Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 17 juli 1989 houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen brand en paniek bij manifestaties in stadions wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De naleving van de veiligheidsnormen vastgelegd in de bijlage bij dit besluit wordt vastgesteld door een behoorlijk gedateerd en ondertekend attest afgeleverd door de burgemeester van de gemeente waar het stadion zich bevindt.
Dit attest wordt jaarlijks afgeleverd. Het zal evenwel moeten worden bevestigd telkenmale er veranderingen aan de inrichtingen plaatsvinden die een invloed hebben op de veiligheid van de toeschouwers, welke ook de oorzaken hiervan zijn.
§ 2 Het afleveren van dit attest zal onder meer gebaseerd zijn op :
1° Een recent en gedetailleerd verslag opgesteld door de territoriaal bevoegde brandweerdienst; dit rapport vermeldt desgevallend welke normen niet zijn nageleefd alsook andere opgemerkte problemen die een invloed kunnen hebben op de veiligheid van de toeschouwers.
2° Een recent verslag afgeleverd door een door de Minister van Binnenlandse Zaken voorafgaandelijk goedgekeurd expert, met betrekking tot de stabiliteit van het stadion en zijn onderdelen en de naleving van de normen inzake weerstand bedoeld in de bijlage bij dit besluit.
Naast een jaarlijkse visuele expertise zal om de drie jaar een meer grondige expertise met bijhorende proeven plaatsvinden.
Deze expertises verlopen op vraag en op kosten van de uitbater van het stadion.
3° De afwijkingen toegestaan door de Minister van Binnenlandse Zaken, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.
De burgemeester verifieert de naleving van de opgelegde voorwaarden voor de afwijking.
4° Het advies uitgebracht door de voetbalcel bedoeld in artikel 5 bis van dit besluit ingevolge haar laatste inspectie van het stadion.
§ 3. Het attest kan betrekking hebben op het geheel of op een deel van het stadion.
De delen die niet gedekt zijn door het attest zijn niet toegankelijk voor het publiek.
Ze worden duidelijk aangeduid op een plan van het stadion gevoegd bij het attest en zijn door middel van voor het publiek niet overklimbare afsluitingen ontoegankelijk gemaakt. "
Art.2. In artikel 5, lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " tijdelijke of permanente afwijkingen " vervangen door de woorden " afwijkingen voor bepaalde of onbepaalde duur ".
Art.3. Artikel 5, lid 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid :
" Voor het toekennen van deze afwijkingen beoordeelt de Minister van Binnenlandse Zaken onder andere de door de aanvrager voorgestelde alternatieve veiligheidsmaatregelen met het oog op het bereiken van een gelijkwaardig veiligheidsniveau.
Te dien einde kan hij de adviezen inwinnen die hij nuttig acht via de bemiddeling van de voetbalcel bedoeld in artikel 5bis van dit besluit. "
Art.4. Een artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :
" § 1. In de schoot van de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie wordt een voetbalcel opgericht. Deze cel is belast met volgende opdrachten :
1° het coördineren van de fenomeenanalyses die betrekking hebben op de veiligheid inzake voetbal.
2° de Minister adviseren inzake de principes die de veiligheid en de ordehandhaving bij voetbal moeten beheersen.
3° de Minister adviseren voor het opstellen en het tenuitvoerleggen van de normen of de richtlijnen betreffende de veiligheid inzake voetbal.
4° fungeren als overlegforum voor de coördinatie en de uitwisseling betreffende de veiligheid en de openbare orde inzake voetbal en het geregeld samenbrengen van de diverse actoren.
5° telkens de Minister zulks nodig acht en ten minste éénmaal per jaar overgaan tot een inspectie van de door dit besluit bedoelde stadions.
Te dien einde maakt de burgemeester binnen de 15 dagen na de aflevering van het attest bedoeld in artikel 4, par.1, van dit besluit, een exemplaar van het attestatiedossier met de adviezen en expertises waarvan sprake in artikel 4, par.2, van dit besluit, over aan de cel.
De voetbalcel kan beroep doen op de adviezen en de expertises die zij nuttig acht in het kader van de inspectie.
6° advies uitbrengen over de goedkeuring van de experten bedoeld in artikel 4, § 2, van dit besluit.
7° de nodige raadplegingen uitvoeren en advies uitbrengen betreffende de afwijkingen bedoeld in artikel 5 van dit besluit.
8° de Minister van Binnenlandse Zaken vertegenwoordigen in de internationale werkgroepen betreffende de veiligheid inzake voetbal.
§ 2. De Directeur-generaal van de Algemene Rijkspolitie kan zich doen bijstaan door de experts nodig voor de efficiënte vervulling van de opdrachten bedoeld in § 1. "
Art.5. Overgangsmaatregelen : De afwijkingen bedoeld in artikel 5 van voornoemd besluit toegestaan voor de inwerkingtreding van dit besluit zullen binnen de 18 maanden opnieuw onderzocht worden.
De grondige expertise waarvan sprake in artikel 4, § 2, 2° van voornoemd besluit zal voor de eerste maal plaatsvinden voor 31 juli 1998.
Art.6. Het ministerieel besluit van 9 augustus 1988 tot oprichting van een overlegcommissie voor de veiligheid bij sportmanifestaties, gewijzigd door het ministerieel besluit van 11 oktober 1995 tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 augustus 1988 tot oprichting van een overlegcommissie voor de veiligheid bij sportmanifestaties, wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 september 1997.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE