19 DECEMBER 1996. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw. (Erratum. Zie B.St. 02-04-1997, p. 7709)
Art. 1-7
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 18, vierde lid, van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw, worden de woorden : " In het jaar dat volgt op de installatie " vervangen door de woorden : " In het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de installatie ".
Art.3. In artikel 23, vierde lid, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden : " aan het einde van het jaar dat volgt op de installatie " vervangen door de woorden : " aan het einde van het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de installatie ".
Art.4. In artikel 35 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden : " in het jaar dat volgt op de installatie " vervangen door de woorden : " in het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de installatie ".
Art.5. In artikel 46, vierde lid, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden : " aan het einde van het jaar dat volgt op de installatie " vervangen door de woorden : " aan het einde van het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de installatie ".
Art.6. In artikel 204bis, ingevoegd in dezelfde ordonnantie bij de ordonnantie van 4 april 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het enig lid wordt § 1;
2° het artikel wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" (§ 2. In afwijking van artikel 46, kan de Regering), bij een met redenen omkleed besluit, op een met redenen omkleed voorstel van de gemeenteraad, beslissen dat het eerste gemeentelijk ontwikkelingsplan volkomen gevolg blijft hebben gedurende de hele gemeentelijke zittingsperiode volgend op die waarin het plan is vastgesteld. (Erratum. Zie B.St. 02-04-1997, p. 7709)
De Regering keurt een voorstel van de gemeenteraad binnen drie maanden na ontvangst van het dossier goed. Deze goedkeuring kan voorwaardelijk zijn.
Indien de Regering binnen de gestelde termijn geen beslissing neemt, wordt het voorstel van de gemeenteraad geacht te zijn goedgekeurd. "
Art. 7. Deze ordonnantie heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1992.
Aangenomen door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 december 1996.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
Ch. PICQUE
De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen
J. CHABERT
De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer
H. HASQUIN
De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
R. GRIJP
De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid,
D. GOSUIN