7 OKTOBER 1996. - Koninklijk besluit tot vaststelling, in uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, van een forfaitair dagloon voor het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van goederenvervoer voor rekening van derden die onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren. (vernietigd bij het arrest van de Raad van State, afdeling administratie, nr. 119.517 van 19 mei 2003; zie B.St. 18.09.2003, p. 46345)
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op het rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van goederenvervoer voor rekening van derden die onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren.
Art.2. Voor elke feestdag, vervangingsdag of inhaalrustdag hebben de werknemers , bedoeld in artikel 1, die voltijds tewerkgesteld worden, recht op een loon gelijk aan de som van:
a) acht maal het normaal loon dat uitbetaald wordt voor een arbeidsuur;
b) twee maal de vergoeding verschuldigd voor een overbruggingsuur bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer.
Art.3. De werknemers bedoeld in artikel 1, die deeltijds tewerkgesteld worden, hebben recht op alle feestdagen, vervangingsdagen en inhaalrustdagen bepaald krachtens de artikelen 4, 6 en 11 van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.
Voor elke feestdag, vervangingsdag of inhaalrustdag hebben deze werknemers recht op een dagloon berekend overeenkomstig artikel 2, maar proportioneel aan de wekelijkse duur van hun arbeidsprestaties, vastgesteld door hun arbeidsovereenkomst, ten aanzien van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET