26 JUNI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 houdende regeling van het beheer van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, en houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 houdende regeling van het beheer van de Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant, en houdende regeling van de voorwaarden inzake woonprojecten met sociaal karakter, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 13 december 1995 wordt het 1° lid vervangen door de volgende bepaling :
"1° Initiatiefnemer : een sociale bouwmaatschappij die erkend is door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, een gemeente, een intercommunale vereniging, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen of de provincie Vlaams-Brabant, wanneer ze meewerken aan of het initiatief nemen tot een woonproject met sociaal karakter; het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant kan eveneens als initiatiefnemer optreden;"
Art.2. In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit wordt een 5° ingevoegd, luidend als volgt :
"5° Vlabinvest-gebied : het doelgebied voor de woonprojecten met sociaal karakter omvat de gemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, St.-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, Wemmel, Hoeilaart, Overijse en Tervuren; het herkomstgebied van de kandidaat-kopers, -huurders en -erfpachters omvat het doelgebied aangevuld met de gemeenten uit het Vlaams Gewest die grenzen aan een gemeente van het doelgebied of aan het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad."
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
"Na raadpleging van een adviescomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van de initiatiefnemers, Vlabinvest en van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, stelt de leidend ambtenaar van Vlabinvest de woningen of percelen binnen het woonproject met sociaal karakter beschikbaar."
2° Tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd :
"Voor de beschikbaarstelling van woningen of percelen binnen het woonproject met sociaal karakter geldt een voorrang voor de kandidaat-huurders, -erfpachters of -kopers die een maatschappelijke, economische en/of socioculturele binding hebben met het Vlabinvest-gebied."
3° In het derde lid worden de woorden "in het eerste lid" vervangen door "in het tweede en derde lid".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt :
"§ 2. De verhuring van woningen die in het kader van een in § 1 bedoeld woonproject integraal worden gefinancierd met middelen van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en/of een door haar erkende sociale bouwmaatschappijen geschiedt volgens de regels van het sociaal huurstelsel, genomen ter uitvoering van artikel 80ter van de Huisvestingscode, met dien verstande dat de voorrang bedoeld in artikel 4, derde lid eveneens geldt en dat, in afwijking van artikel 4, eerste lid, de betrokken sociale bouwmaatschappij de woningen ter beschikking stelt.
Kandidaat-kopers of erfpachters van een woning of perceel, in het kader van een in § 1 bedoeld woonproject integraal gefinancierd met middelen van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en/of een door haar erkende sociale bouwmaatschappij, moeten voldoen aan de voorwaarden inzake inkomen, gesteld voor de koop van een woning ter uitvoering van artikel 84 van de Huisvestingscode, met dien verstande dat de voorrang bedoeld in artikel 4, derde lid eveneens geldt en dat, in afwijking van artikel 4, eerste lid, de betrokken sociale bouwmaatschappij de woningen of percelen ter beschikking stelt."
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. De minister-president van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting en de Vlaamse minister, bevoegd voor het grondbeleid zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 juni 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting,
L. PEETERS
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening,
E. BALDEWIJNS