23 MEI 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de artikelen 87, 89 en 101 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 87 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding wordt vervangen door wat volgt :
" § 1. 1° Om de doeltreffendheid van de praktische opleiding van de cursisten te verhogen kan de dienst in samenwerking met een openbaar bestuur praktische werken organiseren nadat hij vastgesteld heeft dat zij verenigbaar zijn met het doel van de opleiding, en nadat het subregionaal tewerkstellingscomité een advies heeft uitgebracht.
2° De Vlaamse regering bepaalt, op voorstelt of na raadpleging van het beheerscomité, de voorwaarden waaronder de cursist zijn opleiding kan voltooien in een onderneming.
3° De dienst kan alternerende stages en opleidingen op de werkvloer organiseren.
Het beheerscomité bepaalt de voorwaarden waaronder de cursist deze stage en opleiding kan volgen. De cursisten die een alternerende stage of een opleiding op de werkvloer volgen, kunnen alleen aanspraak maken op de voordelen bepaald bij artikel 101, § 1. De globale duurtijd van opleiding en alternerende stage of theoretische opleiding en opleiding op de werkvloer mag maximaal 12 maanden bedragen.
§ 2. Om de beroepsopleiding van werkzoekenden en werknemers af te stemmen op de vereisten van de nationale of de internationale arbeidsmarkt, kan de dienst samenwerkingovereenkomsten afsluiten met instellingen, organisaties of verenigingen van andere Gemeenschappen of Staten.
De Vlaamse regering bepaalt, op voorstel of na raadpleging van het beheerscomité, de voorwaarden waaronder de cursist zijn opleiding kan volgen of voltooien in het buitenland. "
Art.2. Aan artikel 89, § 4 van hetzelfde besluit wordt een 5° toegevoegd dat luidt als volgt : " 5° de werknemers die om medische redenen hun huidige functie niet langer kunnen uitoefenen.
De medische ongeschiktheid van deze werknemers moet worden erkend door een arbeidsgeneesheer, zoals bepaald in artikel 146bis tot quater van het ARAB. "
Art.3. In artikel 101, § 1 van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : " Mits een opleiding van 200 uur met goed gevolg werd beëindigd, heeft een cursist recht op een voordeel in natura bestaande uit het individuele veiligheidsschoeisel dat hem, als de vigerende wetgeving op de veiligheid dit vereist, werd toevertrouwd bij de aanvang van de opleiding. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd.
Art. 5. De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 mei 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS