13 MAART 1996. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 1995 tot vaststelling van het reglement inzake de toekenning van financiële tussenkomsten voor initiatieven met betrekking tot Centraal- en Oost-Europa.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse regering van 10 mei 1995 tot vaststelling van het reglement inzake de toekenning van financiële tussenkomsten voor initiatieven met betrekking tot Centraal- en Oost-Europa wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" 3° geografische oriëntatie : de projecten dienen gericht te zijn op de landen in Centraal- en Oost-Europa die door de Europese Unie worden erkend en waartegen geen internationale sancties werden uitgevaardigd; hierbij zal prioriteit worden verleend aan Polen, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, de Slovaakse Republiek, Roemenië en de regio St.-Petersburg, waarvoor een aandeel van 80 % van de totale beschikbare financiële enveloppe wordt voorbehouden;
het resterende deel van 20 % zal worden aangewend voor de overige landen en regio's.
Art.2. Artikel 7 van het zelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : " Art. 7. De Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid is belast met de uitvoering van dit besluit. "
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 maart 1996.
De minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie,
L. VAN DEN BRANDE