20 DECEMBER 1995. - Decreet houdende machtiging van de intercommunales voor kabeldistributie tot deelname aan vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren.
Art. 1-4
Artikel 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van dit decreet wordt onder intercommunales verstaan de intercommunales die, overeenkomstig hun statutaire doelstellingen, in Vlaanderen een kabeldistributienetwerk beheren of uitbaten.
Art.3. Intercommunales kunnen, bij beslissing van de raad van bestuur en in het kader van hun statutaire doelstellingen, deelnemen in vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatienetwerk uitbouwen en/of exploiteren. Deze vorm van deelname wordt hierna rechtstreekse deelname genoemd.
Intercommunales kunnen eveneens, bij beslissing van de raad van bestuur en in het kader van hun statutaire doelstellingen, voor de doeleinden van deze deelname, alleen of samen met andere intercommunales, een vennootschap oprichten die deelneemt in vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren. Deze vorm van deelname wordt hierna onrechtstreekse deelname genoemd.
De wijze waarop de rechtstreekse of onrechtstreekse deelname gestalte krijgt, wordt vastgesteld in de statuten van vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren. Deze deelname kan bestaan in een eigendoms- of een gebruiksinbreng van het geheel of een deel van de infrastructuur en/of een financiële inbreng.
De totale deelname van intercommunales, zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse, in vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren, mag nooit meer bedragen dan 49 percent van het kapitaal van deze vennootschappen, behalve in een overgangsfase die niet langer dan een jaar mag duren.
De intercommunales kunnen het geheel of een deel van de infrastructuur op contractuele basis ter beschikking stellen.
Art. 4. Als vertegenwoordigers van intercommunales in de organen van vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren, kunnen uitsluitend personen zetelen die ook zetelen in de raad van bestuur van intercommunales overeenkomstig artikel 13, § 1, van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.
Ten minste de helft van het totaal aantal vertegenwoordigers van intercommunales en van de vennootschappen bedoeld in artikel 3, tweede lid, in de organen van vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatie-netwerk uitbouwen en/of exploiteren, dient een mandaat te bekleden overeenkomstig artikel 13, § 1, van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.
Ten minste de helft van de vertegenwoordigers van intercommunales in de organen van de vennootschappen bedoeld in artikel 3, tweede lid, dient een mandaat te bekleden overeenkomstig artikel 13, § 1, van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.
Ten minste de helft van de vertegenwoordigers van intercommunales in de organen van vennootschappen die het kabelnetwerk in Vlaanderen tot een interactief communicatienetwerk uitbouwen en/of exploiteren, dient een mandaat te bekleden overeenkomstig artikel 13, § 1, van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 december 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie,
L. VAN DEN BRANDE