Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 NOVEMBER 1996. - Ordonnantie betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-1996 en tekstbijwerking tot 01-02-2007).



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1998031450 



Artikels:

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art.2. (), mag geen enkele instelling aan schuldbemiddeling doen indien ze daartoe niet door het Verenigd College is erkend, overeenkomstig deze ordonnantie. <ORD 2007-01-18/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  Niettemin zijn de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ambtshalve erkend om, overeenkomstig de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's, aan schuldbemiddeling te doen.

Art.3. In de zin van deze ordonnantie, dient te worden verstaan onder :
  1° " instelling " : elke publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die zijn activiteiten geheel of gedeeltelijk in een lokaal gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitoefent en die wegens zijn organisatie, niet kan worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Franse of tot de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig artikel 128 van de Grondwet;
  2° (" schuldbemiddeling " : de dienstverlening, met uitsluiting van het sluiten van een kredietovereenkomst, om preventieve en/of curatieve bijstand te verlenen aan personen met overmatige schuldenlast, namelijk aan natuurlijke personen die met financiële problemen kampen of die niet in staat zijn om hun opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen. Schuldbemiddeling dient om een duurzame oplossing te vinden voor de overmatige schuldenlast van de schuldenaar en strekt ertoe hem een menswaardig bestaan te garanderen en daarbij zijn verbintenissen jegens zijn schuldeisers zo veel mogelijk na te komen. Schuldbemiddeling strekt er ten slotte toe de schuldenaar bewust te maken van zijn verantwoordelijkheid door hem de middelen voor een autonoom beheer van zijn budget te geven.) <ORD 2007-01-18/33, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006>
  3° " bevoegd openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn " : het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op wiens ambtsgebied de instelling haar activiteit uitoefent of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat hulp verleent aan de persoon die door de instelling begeleid wordt;
  4° " Verenigd College " : het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Art.4. Het Verenigd College beslist over de aanvragen om erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling.

Art.5. Het Verenigd College stelt de procedures voor de erkenning en de intrekking van de erkenning en de procedure voor het instellen van beroep vast.
  De erkenning wordt voor een periode van zes jaar verleend, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving ervan en kan telkens voor zes jaar worden hernieuwd.
  De erkenning kan niet overgedragen worden.

Art.6. § 1. Instellingen kunnen enkel worden erkend als ze :
  1° ten behoeve van de schuldbemiddeling een gediplomeerd maatschappelijk werker aanstellen met een gespecialiseerde opleiding van minstens dertig uren inzake schuldbemiddeling of met een nuttige beroepservaring van ten minste drie jaar;
  2° bewijzen dat ze een doctor of een licentiaat in de rechten met de in 1° vermelde opleiding of beroepservaring tewerkstellen of een overeenkomst sluiten met een doctor of een licentiaat in de rechten die aan dezelfde voorwaarden voldoet of nog, een overeenkomst sluiten met de Orde der Advocaten van een balie van Brussel;
  3° geen winstoogmerk hebben;
  4° de rechtspersoonlijkheid hebben;
  5° met name de hulp aan in moeilijkheden verkerende personen als maatschappelijk doel of als wettelijke opdracht hebben.
  § 2. Het Verenigd College bepaalt de minimale inhoud van de gespecialiseerde opleiding en stelt de lijst op van de krachtens § 1 vereiste diploma's.

Art.7. Het Verenigd College kan bijkomende voorwaarden stellen voor de erkenning van de andere instellingen dan de gemeenten, welke verband houden met hun financiering, hun boekhouding, de permanente opleiding van hun maatschappelijk werkers en de controle van hun activiteiten, het betrekken van die instellingen bij het overleg op gemeentelijk vlak of het sluiten van een partnerschapsovereenkomst tussen de plaatselijke overheden en één of meer andere erkende instellingen.

Art.8. Het Verenigd College weigert instellingen te erkennen of trekt hun erkenning in :
  1° indien blijkt dat zij of een van hun organen, gemachtigden of aangestelden blijk geven van een gebrek aan eerbaarheid of onbaatzuchtigheid;
  2° als de functies van voorzitter, bestuurder, directeur of gemachtigde worden toevertrouwd aan een niet gerehabiliteerde persoon die veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van minstens een maand, zelfs met uitstel, voor een overtreding bedoeld in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken;
  3° als zij niet voldoende onafhankelijk zijn van personen of instellingen die een activiteit van kredietgever of kredietbemiddelaar uitoefenen welke onder de toepassing valt van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.

Art.9. De erkende instellingen moeten de volgende verplichtingen nakomen :
  1° de erkenning vermelden, onder meer op ieder document met betrekking tot de schuldbemiddeling dat bestemd is voor derden en aan de ingang van de voor het publiek toegankelijke lokalen;
  2° slechts dan aan schuldbemiddeling doen op verzoek van een persoon die door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt geholpen, als dit centrum wordt verwittigd en regelmatig kennis krijgt van de follow-up van dit dossier;
  3° het Verenigd College binnen dertig dagen kennis geven van elke wijziging van de statuten en de benoemingen van bestuurders, de beëindiging van de schuldbemiddeling of telkens als ze niet meer voldoen aan de bij deze ordonnantie gestelde erkenningsvoorwaarden.
  4° het Verenigd College een jaarlijks activiteitenverslag toezenden in de loop van het eerste kwartaal dat volgt op het dienstjaar en zich onderwerpen aan de controle van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie;
  5° het in 4° vermelde jaarverslag aan de bevoegde openbare centra voor maatschappelijk welzijn toezenden.
  Het Verenigd College bezorgt de leden van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een beknopt verslag met een analytische nota. Dit gebeurt om de twee jaar en uiterlijk op 30 september van het jaar dat volgt op het tweede werkingsjaar.

Art.10. Privé-instellingen die om de totale of gedeeltelijke overneming van de werkelijke bemiddelingskosten verzoeken, kunnen eerst na goedkeuring van het tarief van die kosten door het Verenigd College worden erkend. Dat tarief kan gekoppeld worden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en jaarlijks aangepast worden. Elke andere aanpassing van dat tarief behoeft een nieuwe goedkeuring.
  Een maximumtarief zal door het Verenigd College worden vastgesteld.
  De andere erkende openbare instellingen dan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn bedoeld in hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, mogen, behalve de rechtstreeks aan de schuldbemiddelingsprocedure verbonden kosten, geen bezoldiging of vergoeding vragen, onder onverschillig welke benaming.
  Benevens de rechtstreeks aan de schuldbemiddelingsprocedure verbonden kosten, mogen de erkende privé-instellingen enkel de bedragen vorderen op basis van de tarieven bedoeld in het eerste lid.
  Ze moeten dat tarief vóór hun bemiddeling aan de aanvragers ter kennis brengen.

Art.11. Het Verenigd College kan de erkenning altijd intrekken indien de bepalingen van deze ordonnantie worden overtreden, nadat aan de betrokken instelling de gelegenheid is gegeven haar argumenten te doen gelden.

Art. 12. Het Verenigd College bepaalt welke begeleidingsmaatregelen moeten worden genomen bij de oprichting van de schuldbemiddelingsdiensten. Het Verenigd College mag begeleidingsmaatregelen bepalen voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die aan de door of krachtens artikel 6 en artikel 9, 1° en 4° bepaalde voorwaarden voldoen, onder meer voor de opleiding van hun personeel dat aan schuldbemiddeling doet.
  Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Brussel, 7 november 1996.
  Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
  J. CHABERT
  Het Lid van het Verenigd college bevoegd voor het Gezondheidsbeleid,
  H. HASQUIN
  Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen,
  D. GOSUIN
  Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen,
  R. GRIJP