21 MAART 1996. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 1981 waarbij de activiteit van de uitzendbureaus in het Brusselse Gewest aan een voorafgaande toelating wordt onderworpen en het ministerieel besluit besluit van 9 juni 1982 tot uitvoering van ditzelfde besluit.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 3, tweede lid, en in artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 december 1981 waarbij de activiteit van de uitzendbureaus in het Brussels Gewest aan een voorafgaande toelating wordt onderworpen, worden de woorden " Nationale Arbeidsraad " vervangen door de woorden " Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ".
Art.3. In artikel 3, eerste en tweede lid, in artikel 6, tweede lid, in artikel 7, eerste en tweede lid, en in artikel 8, § 2, 2°, van het ministerieel besluit van 9 juni 1982 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 3 december 1981 waarbij de activiteit van de uitzendbureaus in het Brussels Gewest aan een voorafgaande toelating wordt onderworpen, worden de woorden " Nationale Arbeidsraad " vervangen door de woorden " Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1996.
Art. 5. De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 maart 1996.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
Ch. PICQUE