Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 APRIL 1996. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw.



Inhoudstafel:


Art. 1-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991031249 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 109 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw, gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 1993, wordt gewijzigd als volgt :
  1° tussen het derde en het vierde lid wordt het volgende lid ingevoegd :
  "Een kopie van de brief die de gemeente met toepassing van het derde lid aan de aanvrager zendt, wordt gelijktijdig verzonden naar de gemachtigde ambtenaar.";
  2° de volgende leden worden toegevoegd :
  "Wanneer de aanvraag aanleiding geeft tot de raadpleging van besturen of instellingen, zendt het college van burgemeester en schepenen aan deze laatste een afschrift van het volledige dossier binnen tien dagen na de verzending van het ontvangstbewijs bedoeld in het derde lid.
  Wanneer de aanvraag aan de overlegcommissie om advies wordt voorgelegd, verstuurt het college van burgemeester en schepenen aan de instellingen vertegenwoordigd in de overlegcommissie de documenten die bepaald zijn door de Regering, binnen tien dagen na de verzending van het ontvangstbewijs bedoeld in het derde lid."

Art.3. Artikel 110 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 110. § 1. In het geval van artikel 116, wanneer de aanvraag niet aan de speciale regelen van openbaarmaking wordt onderworpen, verstuurt het college van burgemeester en schepenen aan de gemachtigde ambtenaar alle documenten die bepaald zijn door de Regering, waaronder het verslag van het college van burgemeester en schepenen, binnen dertig dagen na het in artikel 109 bedoelde ontvangstbewijs en dit bij een ter post aangetekende brief of bij eenvoudige afgifte.
  In het geval van artikel 116 en dat van artikel 118, § 2, wanneer de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking wordt onderworpen, verstuurt het college van burgemeester en schepenen aan de gemachtigde ambtenaar alle documenten die bepaald zijn door de Regering, waaronder het verslag van het college van burgemeester en schepenen, binnen tien dagen na het in artikel 114 bedoelde advies van de overlegcommissie.
  § 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de aanvrager kennis van de datum waarop de documenten vermeld in § 1 werden toegezonden aan de gemachtigde ambtenaar.
  Wanneer de documenten vermeld in de §§ 1 en 3 worden neergelegd op het bureau van de gemachtigde ambtenaar, wordt er onmiddellijk een indieningsbewijs afgegeven.
  § 3. Wanneer de in § 1 bedoelde documenten niet aan de gemachtigde ambtenaar toegezonden worden binnen de in § 1, eerste lid, gestelde termijn van dertig dagen of binnen de in § 1, tweede lid, gestelde termijn van tien dagen, geeft de gemachtigde ambtenaar kennis van het in artikel 116, § 1, bedoelde advies of de in artikel 118, § 2, bepaalde beslissing zonder nog langer te wachten totdat gemeente ze hem toezendt.
  Hiertoe nodigt hij de aanvrager uit hem de documenten die hij aanduidt, toe te zenden. Zij worden hem toegezonden bij een ter post aangetekende brief of worden neergelegd op zijn bureau.
  § 4. De gemachtigde ambtenaar gaat na of de documenten die hem worden toegezonden met toepassing van § 1 of van § 3, volledig zijn.
  Stelt hij vast dat aan die voorwaarde niet is voldaan, dan geeft hij kennis van die vaststelling binnen vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van het dossier en de documenten aan de aanvrager en aan het college van burgemeester en schepenen, waarbij hij in voorkomend geval aangeeft welke stukken ontbreken en er op wijst dat de termijn van vijfenveertig dagen, gesteld in artikelen 116, § 1, en 118, § 2, berekend wordt vanaf de datum waarop hij alle stukken heeft ontvangen waarvan hij heeft vastgesteld dat ze ontbreken.
  § 5. Wanneer de gemachtigde ambtenaar kennis geeft van het onvolledige karakter van de in de §§ 1 en 3 bedoelde documenten binnen de termijn en onder de voorwaarden gesteld in § 4, wordt de in de artikelen 116, § 1, en 118, § 2, gestelde termijn van vijfenveertig dagen berekend vanaf de ontvangst door de gemachtigde ambtenaar van alle documenten waarvan hij heeft vastgesteld dat ze ontbreken.
  Wanneer de gemachtigde ambtenaar geen kennis geeft van het onvolledige karakter van de in de §§ 1 en 3 bedoelde documenten binnen de termijn en voorwaarden gesteld in § 4, wordt de in de artikelen 116, § 1, en 118, § 2, gestelde termijn van vijfenveertig dagen berekend vanaf de ontvangst ervan."

Art.4. In artikel 113 van dezelfde ordonnantie, wordt het eerste lid vervangen als volgt :
  "Art. 113. Wanneer speciale regelen van openbaarmaking worden voorgeschreven, organiseert het college van burgemeester en schepenen een openbaar onderzoek op eigen initiatief, binnen vijftien dagen na de verzending van het ontvangstbewijs van het volledige dossier bedoeld in artikel 109, of binnen vijftien dagen na de aanvraag van de gemachtigde ambtenaar in het bij artikel 139 bepaalde geval of na verzoek van het Stedebouwkundig College in het bij artikel 131 bepaalde geval."

Art.5. Artikel 114 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld als volgt :
  "Een copie van het advies van de overlegcommissie wordt door de gemeente aan de gemachtigde ambtenaar verzonden."

Art.6. Artikel 116, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende paragraaf :
  "Art. 116. § 1. Wanneer voor het grondgebied waar het goed gelegen is, geen geldend bijzonder bestemmingsplan of niet-vervallen verkavelingsvergunning bestaat, wordt de aanvraag om advies voorgelegd aan de gemachtigde ambtenaar.
  De gemachtigde ambtenaar geeft kennis van zijn advies aan het college van burgemeester en schepenen binnen vijfenveertig dagen na de datum die volgt uit de toepassing van artikel 110, § 5.
  Indien van het advies van de gemachtigde ambtenaar kennis wordt gegeven aan het college van burgemeester en schepenen binnen de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, dan kan het college de vergunning enkel afgeven na eensluidend en uitdrukkelijk advies van de gemachtigde ambtenaar, daar de vergunning het beschikkende gedeelte moet omvatten van het advies van de gemachtigde ambtenaar.
  Indien bij het verstrijken van de in het eerste lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen, de gemachtigde ambtenaar geen kennis heeft gegeven van zijn advies aan het college van burgemeester en schepenen, dan wordt zijn advies over de aanvraag geacht gunstig te zijn.
  Het college van burgemeester en schepenen spreekt zich uit over de aanvraag zonder rekening te houden met het advies van de gemachtigde ambtenaar wanneer het later zou worden verleend, zonder evenwel de afwijkingen te kunnen toestaan bedoeld in artikel 116, § 2.
  Wanneer de aanvraag afwijkingen inhoudt bepaald in artikel 116, par.
  2, dan zal het ontbreken van een kennisgeving van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen neerkomen op een weigering van deze afwijkingen van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen neerkomen op een weigering van deze afwijkingen.
  Wanneer de gemachtigde ambtenaar tot de bevinding komt dat de aanvraag aanleiding geeft tot de raadpleging van besturen of instellingen en dat het college van burgemeester en schepenen hiertoe niet is overgegaan, raadpleegt hij deze zelf en geeft hij kennis hiervan aan het college en aan de aanvrager. In dat geval wordt de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.
  Wanneer de gemachtigde ambtenaar tot de bevinding komt dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking wordt onderworpen en dat het college van burgemeester en schepenen zulks niet heeft gedaan, nodigt hij het college uit deze regelen in te stellen binnen tien dagen na zijn aanvraag. In dat geval wordt de in het tweede lid bepaalde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.
  Wanneer de speciale regelen van openbaarmaking ingesteld worden tijdens de schoolvakanties, wordt de termijn die volgt uit de toepassing van het zevende lid, verlengd met :
  1° tien dagen voor de Paas- of Kerstvakantie;
  2° vijfenveertig dagen voor de zomervakantie."

Art.7. Artikel 118, § 2, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende leden :
  "De gemachtigde ambtenaar geeft kennis van zijn beslissing over het voorstel van afwijking aan het college van burgemeester en schepenen binnen vijfenveertig dagen na de datum die volgt uit de toepassing van artikel 110, § 5.
  Het ontbreken van kennisgeving van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar over het voorstel van afwijking binnen de in het vierde lid gestelde termijn van vijfenveertig dagen, komt neer op een weigering van deze afwijking."

Art.8. Artikel 119 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnanties van 30 juli 1992 en 23 november 1993, wordt gewijzigd als volgt :
  1° paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
  "§ 2. Deze kennisgeving geschiedt binnen de volgende termijnen te rekenen vanaf de datum van het in artikel 109 voorgeschreven ontvangstbewijs :
  1° vijfenveertig dagen indien de aanvraag noch het voorafgaand advies van de gemachtigde ambtenaar noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in artikelen 113 en 114 vereist;
  2° vijfenzeventig dagen indien de aanvraag speciale regelen van openbaarmaking vereist, maar niet het voorafgaand advies van de gemachtigde ambtenaar;
  3° negentig dagen indien de aanvraag het voorafgaand advies van de gemachtigde ambtenaar vereist, maar geen speciale regelen van openbaarmaking;
  4° honderdtwintig dagen wanneer de aanvraag het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar vereist en speciale regelen van openbaarmaking.";
  2° in paragraaf 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "vijfenzeventig dagen" vervangen door de woorden "negentig dagen";
  3° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "vijfenveertig dagen".

Art.9. Artikel 124 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "Art. 124. In het in artikel 116, § 1, derde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was en of zijn advies in acht werd genomen.
  In het in artikel 116, § 1, vierde lid, bedoelde geval gaat de gemachtigde ambtenaar na of de procedure regelmatig was.
  Zoniet schorst hij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen en geeft aan dit laatste alsook aan de aanvrager en aan het Stedebouwkundig College kennis ervan binnen twintig dagen na ontvangst van de vergunning.".

Art.10. In artikel 125, § 1, van dezelfde ordonnantie, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid opgenomen :
  "De Regering bepaalt welke documenten het college van burgemeester en schepenen voegt bij het afschrift van de beslissing waarbij de vergunning, waarvan zij kennis geeft aan de gemachtigde ambtenaar, afgegeven wordt."

Art.11. Artikel 128 van dezelfde ordonnantie wordt gewijzigd als volgt :
  1° in het tweede lid, worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "vijfenveertig dagen";
  2° tussen het eerste en het tweede lid worden de volgende leden opgenomen :
  "Wanneer de gemachtigde ambtenaar vaststelt dat de aanvraag aanleiding geeft tot de raadpleging van besturen of instellingen en dat het college van burgemeester en schepenen zulks niet heeft gedaan, raadpleegt hij ze zelf en brengt hij het college en de aanvrager hiervan in kennis. In dat geval wordt de in het vijfde lid gestelde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.
  Wanneer de gemachtigde ambtenaar vaststelt dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking wordt onderworpen en dat het college van burgemeester en schepenen zulks niet heeft gedaan, verzoekt hij het college de voormelde regelen binnen tien dagen na zijn aanvraag in te stellen. In dat geval wordt de in het vijfde lid gestelde termijn van vijfenveertig dagen verlengd met dertig dagen.
  Wanneer de speciale regelen van openbaarmaking ingesteld worden tijdens de schoolvakanties, wordt de termijn die volgt uit de toepassing van het derde lid, verlengd met :
  1° tien dagen voor de Paas- of Kerstvakantie;
  2° vijfenveertig dagen voor de zomervakantie."

Art.12. Artikel 152quater, tweede lid, van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 1993 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "In dit geval, voor zover de wijzigingen het voorwerp van de aanvraag niet aantasten, van bijkomstig belang zijn en tegemoet komen aan de bezwaren die de oorspronkelijke plannen opwierpen of de afwijkingen van de aanvraag, bedoeld in de artikelen 116, § 2, en 118, § 2, willen doen schrappen, zonder eventueel afbreuk te doen aan het voorwerp van de aanvraag, kan de vergunning worden afgegeven vanaf de ontvangst van de wijzigingen zonder deze terug te moeten onderwerpen aan de behandelingsprocedure waartoe de aanvraag aanleiding gaf."

Art.13. Artikel 154, tweede lid, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende bepaling :
  "De eigenaars van de goederen waarop de vermelde erfdienstbaarheden of verplichtingen betrekking hebben, worden door de aanvrager per aangetekende brief op de hoogte gesteld van de indiening van de aanvraag. Deze kennisgeving geschiedt voor de indiening van het dossier. De afgiftebewijzen van de aangetekende brieven worden bij het dossier van de aanvraag gevoegd. De bezwaren worden, schriftelijk en binnen dertig dagen na de datum van de ter post aangetekende brieven, bij het college van burgemeester en schepenen, ingediend."

Art.14. Artikel 158 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 1993, wordt gewijzigd als volgt :
  1° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "vijfenzeventig dagen" vervangen door de woorden "negentig dagen";
  2° na het tweede lid wordt het volgende lid opgenomen :
  "Wanneer de aanvraag om een verkavelingsvergunning echter vermeldt dat haar inhoud in strijd is met door 's mensens toedoen vastgestelde erfdienstbaarheden of met bij overeenkomst vastgestelde verplichtingen betreffende het gebruik van de grond, worden de eigenaars van de goederen waarop de voornoemde erfdienstbaarheden of verplichtingen betrekking hebben door de aanvrager per aangetekende brief op de hoogte gebracht van de indiening van de aanvraag.
  Deze kennisgeving geschiedt voor de indiening van het dossier. De afgiftebewijzen van de aangetekende brieven worden bij het dossier van de aanvraag gevoegd. De bezwaren worden, schriftelijk en binnen dertig dagen na de datum van de aangetekende brieven, bij het college van burgemeester en schepenen, ingediend."

Art.15. Een artikel 204bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde ordonnantie opgenomen :
  "Art. 204bis. De in artikel 35 bepaalde termijn, binnen dewelke iedere gemeente, op eigen initiatief, een gemeentelijk ontwikkelingsplan aanneemt, wordt verlengd met een jaar voor de goedkeuring van hun eerste gemeentelijk ontwikkelingsplan."

Art.16. De bepalingen van deze ordonnantie zijn niet van toepassing op de aanvragen om stedebouwkundig attest, stedebouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning die werden ingediend voor de inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Art. 17. Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 4 april 1996.
  De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
  Ch. PICQUE
  De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen,
  J. CHABERT
  De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer,
  H. HASQUIN
  De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,
  R. GRIJP
  De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid,
  D. GOSUIN