6 DECEMBER 1995. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende toekenning van een inhaaltoelage aan het personeel van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van Cultuur en Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming (VERTALING).
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit is toepasselijk op de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van Cultuur en Sociale Zaken en Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming - met inbegrip van de personeelsleden van het Koninklijk Museum van Mariemont, met uitsluiting van de personeelsleden die uit het Gebouwenfonds voor de Rijksscholen en het Fonds voor provinciale en gemeentelijke schoolgebouwen naar de Franse Gemeenschap werden overgedragen, van de personeelsleden van de psychiatrische ziekenhuizen die vroeger ressorteerden onder de Algemene Directie voor Gezondheid van het Ministerie van Cultuur en Sociale Zaken en van de personeelsleden die in een graad werden benoemd of bij arbeidsovereenkomst werden geworven in een betrekking van een bijzondere loopbaan geregeld bij een besluit dat van kracht wordt gehouden door een van de bepalingen van Hoofdstuk II van Titel XIV van het besluit van de Regering van 10 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art.2. Onder personeelslid bedoeld in artikel 1 dient te worden verstaan, de persoon die gedurende de in artikel 3 bedoelde verwijzingsperiode zijn beroepsactiviteit uitoefent of heeft uitgeoefend in het kader van :
1° een benoeming in vast dienstverband met toepassing ofwel van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel ofwel van het koninklijk besluit van 16 januari 1970 tot vaststelling van het statuut van het administratief personeel, van het technisch personeel en van het vak- en dienstpersoneel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat;
2° de uitvoering van een arbeidsovereenkomst gesloten met de Franse Gemeenschap, met uitzondering van de occasionele medewerkers die werden geworven ten laste van de kredieten uitgetrokken op de uitgavenbegroting van de franstalige sector van het Sportfonds;
3° een besluit waarbij hij met een opdracht belast werd, op voorwaarde dat zijn bezoldiging of zijn bezoldigingsaanvulling rechtstreeks betaald wordt ten laste van de kredieten die werden uitgetrokken op de begroting van de Franse Gemeenschap voor de uitbetaling van de bezoldigingen van het personeel van de centrale besturen.
Art.3. Er wordt een inhaaltoelage toegekend aan de personeelsleden die, in deze hoedanigheid, een wedde hebben ontvangen gedurende het geheel of een deel van de volgende perioden :
1° van 1 juni 1994 tot 31 december 1995, voor het personeel van niveau 1;
2° van 1 januari 1994 tot 31 december 1995, voor het personeel van niveau 2+;
3° van 1 juli 1993 tot 31 december 1995, voor het personeel van niveau 2;
4° van 1 november 1993 tot 31 december 1995, voor het personeel van de niveaus 3 en 4.
Art.4. Een personeelslid wordt geacht tot een van de in artikel 3 bedoelde niveaus te behoren op grond van zijn toestand op de datum van 1 december 1995 of, bij gebreke daarvan, op de meest nabij gelegen datum.
Art.5. De inhaaltoelage is gelijk aan een bedrag dat overeenstemt met één percent van de geïndexeerde brutomaandwedden die door het personeelslid werden ontvangen voor elke maand die werd gepresteerd gedurende de in artikel 3 bedoelde verwijzingsperiode.
Art.6. De inhaaltoelage wordt in de loop van de maand december 1995 in één keer uitbetaald.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art. 8. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 december 1995.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Ambtenarenzaken,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE