Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 OKTOBER 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van de geldelijke toestand van de leden van het onderwijzend personeel van de Franse Gemeenschap (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1958041502  1993029590  1995029409 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 5, lid 3 van het koninklijk besluit d.d. 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, ingelast bij het koninklijk besluit d.d. 15 december 1978 en gewijzigd bij het besluit van de Regering d.d. 2 juni 1995, worden de woorden "in een gemeente waarvan de bevolking geen 15 000 inwoners overschrijdt, schepen of voorzitter van een openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn in een gemeente die geen 30 000 inwoners overschrijdt." vervangen door de woorden "van schepen, gemeenteraadslid, voorzitter of lid van een raad voor maatschappelijk welzijn en provincieraadslid."

Art.2. Artikel 11, § 3, punt d, laatste lid van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 25 oktober 1993 houdende geldelijk statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van het Onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap, ingevoegd bij het besluit van de Regering d.d. 2 juni 1995, wordt door het volgend lid vervangen :
  "Voor de toepassing van de voorafgaande bepalingen wordt geen rekening gehouden met de inkomsten voortspruitend uit de uitoefening van het ambt van burgemeester, schepen, gemeenteraadslid, voorzitter of lid van een raad voor maatschappelijk hulp en provincieraadslid."

Art.3. Artikel 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 2 juni 1995 houdende geldelijk statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap die een politiek mandaat uitoefenen, wordt opgeheven.

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het bekendgemaakt wordt.

Art. 5. De Minister-Voorzitster bevoegd voor Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid en de Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en het Onderwijs voor Sociale Promotie zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 24 oktober 1996.
  De Minister-Voorzitster bevoegd voor Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken bevoegd voor het Onderwijs voor Sociale Promotie,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE