Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 JULI 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-40



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1984010415 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In art. 2, 1 ° en 2°, a en b, van bovenbedoeld koninklijk besluit van 29 juni 1984 wordt " door de Staat " vervangen als volgt : " door de Franse Gemeenschap van België ".

Art.2. Art. 3, § 2, 1°, van voormeld besluit wordt vervangen als volgt :
  " 1° als gemeenschappelijk leerjaar voor het algemeen, het technisch en het kunstonderwijs en kan ten minste 4 en ten hoogste 8 wekelijkse lestijden activiteiten naar keuze omvatten. Kiest de leerling technische activiteiten voor 6 lestijden, dan wordt het maximum opgevoerd tot 10 wekelijkse lestijden ".

Art.3. Art. 4 van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 4. § 1. Kunnen georganiseerd worden ten einde te voldoen aan bijzondere behoeften :
  1° individuele remediëring en/of pedagogische steun in de le graad en inhaal- of heroriënteringsactiviteiten in de andere leerjaren;
  2° een heroriënteringsjaar op het niveau van het vierde leerjaar;
  3° een jaar voorbereiding tot het hoger onderwijs, na de 3e graad van het doorstromingsonderwijs;
  4° een volmakings- of specialisatiejaar op het einde van de derde graad, bestaande uit één enkel leerjaar in elke studierichting, om het kwalifikatiegetuigschrift te bekomen;
  5° een zevende volmakings- of specialisatiejaar op het einde van de derde graad beroepsonderwijs tot het behalen van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs en van het kwalifikatiegetuigschrift; in dat jaar moeten ten minste 40% van de wekelijkse lestijden gewijd worden aan algemene, sociale en persoonlijke vorming;
  6° een 7e jaar na de 3e graad beroepsonderwijs om het getuigschrift van hoger secundair onderwijs te bekomen, waarbij ten minste 55 % van de wekelijkse lestijden gewijd moeten worden aan algemene, sociale en persoonlijke vorming.
  § 2. Als leerjaar bedoeld in § 1, 5°, geldt ook, voor het uitreiken van het getuigschrift van HSO, het 1e jaar aanvullend secundair beroepsonderwijs ".

Art.4. Art. 5 van hetzelfde besluit gewijzigd bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 5. § 1. Het onderwijs omvat een gemeenschappelijke vorming en een vorming bestaande uit opties waarin de inrichtende macht bepaalde vakken of activiteiten kan groeperen of opleggen, onverminderd de bepalingen van § 4.
  § 2. De gemeenschappelijke vorming omvat de vakken die gemeenschappelijk worden gevolgd door al de leerlingen die tot een zelfde onderwijsvorm of -afdeling dan wel tot verscheidene onderwijsvormen of -afdelingen behoren.
  § 3. De vorming bestaande uit opties omvat :
  1° een fundamenteel gedeelte dat de studierichting bepaalt;
  2° een complementair gedeelte dat erop gericht kan zijn een evenwichtige vorming te verzekeren, aan bepaalde behoeften van verdieping en aanpassing te beantwoorden en/of tegemoet te komen aan persoonlijke motiveringen.
  De componenten van beide gedeelten worden vastgesteld of goedgekeurd door de Minister, bevoegd voor het secundair onderwijs.
  § 4. In het 1e jaar A en in het tweede jaar dat gemeenschappelijke is in het algemeen, het technisch en het kunstonderwijs, omvat het onderwijs een gemeenschappelijke vorming en een complementaire vorming of pedagogische steun.
  In het 1e jaar B omvat het onderwijs een gemeenschappelijke vorming en een complementaire vorming of pedagogische steun.
  § 5. Het onderwijs kan facultatieve activiteiten omvatten.
  § 6. In de 3e graad van het algemeen onderwijs wordt de studierichting door elke enkelvoudige basisoptie bepaald voor de opleidingen met geïntegreerde dominanten en voor de opleidingen met gecombineerde opties. In die gevallen geldt de leergang wiskunde met 4 lestijden als een enkelvoudig basisoptie ".

Art.5. Art. 9, § 5bis, van voormeld besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985, wordt vervangen als volgt :
  " § 5bis. De leerlingen die het 5e jaar B van het secundair onderwijs hebben gevolgd en overgegaan zijn naar het 2e jaar secundair beroepsonderwijs van type I of II, kunnen tot 15 november van bedoeld schooljaar tot het 1e jaar A worden toegelaten, op advies van de klasseraad resp. het lerarenkorps van het 2e leerjaar en met de instemming van de ouders ".

Art.6. Art. 10 van voormeld besluit, gewijzigd bij besluit van de Regering d.d. 19.7.1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 10. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 19 en van het koninklijk besluit d.d. 20 juli 1971 houdende de voorwaarden en de procedure voor de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften kunnen tot het tweede gemeenschappelijk leerjaar van het algemeen, het technisch of het kunstsecundair onderwijs van type I als regelmatige leerling worden toegelaten, regelmatige leerlingen die met vrucht :
  1° hetzij het eerste jaar A hebben beëindigd;
  2° hetzij het eerste leerjaar van het secundair onderwijs van type II in het algemeen of het technisch onderwijs hebben beëindigd;
  3° hetzij het tweede leerjaar van het beroepsonderwijs hebben beëindigd en voor wie de toelatingsraad een gunstig advies uitbrengt;
  4° hetzij het 1e jaar A in een door de Vlaamse of de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende inrichting beëindigd hebben.
  § 2. De regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van het secundair onderwijs hebben beëindigd, kunnen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar van het beroepssecundair onderwijs van type I worden toegelaten ".

Art.7. Art. 11 van voormeld besluit, gewijzigd bij besluiten van de Regering d.d. 19 juli 1993 en 20 juni 1994, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 11. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 19, kunnen tot het derde leerjaar van het algemeen, het technisch of het kunstsecundair onderwijs van type I als regelmatige leerlingen worden toegelaten, de regelmatige leerlingen die met vrucht :
  1° hetzij de 1e graad, met het tweede gemeenschappelijk leerjaar, van het secundair onderwijs hebben beëindigd;
  2° hetzij het tweede leerjaar van het secundair onderwijs van type II van het algemeen of het technisch onderwijs hebben beëindigd, na het 1e leerjaar van type II in het algemeen of technisch onderwijs of het 1e leerjaar van type I;
  3° hetzij het derde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs hebben beëindigd en voor wie de toelatingsraad een gunstig advies uitbrengt.
  § 2. Tot het derde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs van type I kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten :
  1° de regelmatige leerlingen die een tweede leerjaar van het secundair beroepsonderwijs of de 1e graad van het secundair onderwijs, met het 2e gemeenschappelijk jaar, of de eerste 2 leerjaren van het algemeen of technisch onderwijs van type II met vrucht hebben beëindigd;
  2° de leerlingen van 15 jaar die 2 leerjaren van het secundair onderwijs hebben beëindigd en een gunstig advies van de toelatingsraad krijgen;
  3° de leerlingen die de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt en voor wie de toelatingsraad een gunstig advies uitbrengt. "

Art.8. Art. 12, 2°, van voormeld besluit, vervangen bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt aangevuld als volgt :
  " c) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt voor 30 juni door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding, na ten minste 600 lestijden van het LSO met beperkt leerplan te hebben gevolgd;
  d) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding, tussen 1 september en 15 januari, aan de leerling die regelmatig ten minste 600 lestijden gevolgd heeft van het LSO met beperkt leerplan uiterlijk sedert 15 januari van het vorige schooljaar. "

Art.9. Art. 15, 3°, van voormeld besluit, gewijzigd bij besluit van de Executieve d.d. 30 augustus 1989 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993 wordt aangevuld als volgt :
  " d) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt voor 30 juni door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding, na ten minste 600 lestijden van het HSO met beperkt leerplan te hebben gevolgd. "

Art.10. In art. 17, § 1, van voormeld besluit, gewijzigd bij besluit van de Executieve d.d. 30 augustus 1989 wordt " ingericht op het einde van de 3e graad " aangevuld met " en bedoeld in art. 4, § 1, 4° en 5° ".

Art.11. Art. 18 van voormeld besluit, vervangen bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 18. De leerlingen die het zesde leerjaar beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd, kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten tot het zevende leerjaar bedoeld in artikel 4, § 1, 6° ".

Art.12. Art. 19, § 1, van voormeld besluit wordt aangevuld als volgt :
  " 5° van het onderwijs met beperkt leerplan naar het beroepsonderwijs ".

Art.13. Art. 19, § 2, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt aangevuld als volgt :
  " 4° de overgang van het deeltijds onderwijs naar het beroepsonderwijs vereist een gunstig advies van de toelatingsraad ".

Art.14. In art. 19, § 3, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985 vervalt " de tweede of ".

Art.15. Art. 20 van voormeld besluit, gewijzigd bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 20. § 1. Zonder afbreuk te doen aan de toelatingsvoorwaarden tot een bepaald leerjaar zijn de veranderingen van onderwijsvorm in de loop van het schooljaar toegelaten tot 15 januari in het tweede gemeenschappelijk leerjaar van het secundair algemeen, technisch of kunstonderwijs;
  § 2. Zonder afbreuk te doen aan die voorwaarden is de overgang van een eerste leerjaar naar een andere onderafdeling van het beroepssecundair onderwijs toegelaten tot 15 januari in het 2e leerjaar van dat onderwijs;
  § 3. Zonder afbreuk te doen aan die voorwaarden is de verandering van onderwijsvorm, of onderverdeling tijdens het schooljaar toegelaten :
  1° tot 15 januari, in het 3e en het 4e jaar;
  2° tot 15 oktober :
  a) in het 5e jaar, in de 3e graad van het algemeen, technisch of kunstonderwijs;
  b) in het 5e jaar, in de 3e graad van het beroepsonderwijs.
  c) in het vervolmakings- en/of specialisatiejaar georganiseerd na de derde graad.
  § 4. De overgang van een eerste jaar A naar het 2e jaar secundair beroepsonderwijs is tot 15 januari toegelaten voor de regelmatige leerling die al een 1e jaar B van het secundair onderwijs bezocht heeft.
  § 5. In het 5e jaar voldoet elke leerling die voor 15 oktober van onderwijsvorm, afdeling of studierichting verandert, aan de vereisten van art. 6, § 2, 2°, van de op 31 december 1949 gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens ".

Art.16. Art. 21, § 3, van voormeld besluit, ingevoegd bij besluit van de Regering d.d. 20 juni 1994, wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Tenzij de Minister een afwijking toestaat wegens zeer lange gewettigde afwezigheid, mogen de leerlingen het 1e leerjaar van de 1e graad noch het 2e gemeenschappelijk jaar van het algemeen, technisch en kunstonderwijs overdoen. Zij mogen de 1e graad niet langer dan 3 jaar bezoeken.

Art.17. In art. 22, § 1, 3°, van voormeld besluit wordt " de 5e en 7e vervolmakings- en/of specialisatiejaren " vervangen door " het 7e vervolmakings- en/of specialisatiejaar ".

Art.18. In art. 22, § 1, 4°, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987, wordt " in art. 4, § 1, 5° en § 2 " vervangen door " in art. 4, § 1, 5° en 6° ".

Art.19. Art. 24, § 2, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " § 2. Op het einde van het zevende vervolmakings- en/of specialisatiejaar wordt het studiegetuigschrift van het zevende vervolmakings- en/of specialisatiejaar uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die het betreffende leerjaar met vrucht beëindigd hebben, behalve in het beroepssecundair onderwijs als dit leerjaar bekrachtigd wordt door het getuigschrift bedoeld in art. 25, § 2, 2°, van dit besluit.

Art.20. Art. 25 van voormeld besluit, vervangen bij het besluit van de Regering d.d. 24 april 1995, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 25. § 1. Het getuigschrift van lager secundair onderwijs wordt uitgereikt :
  1° aan de regelmatige leerlingen, die het derde leerjaar van het algemeen, het technisch of het kunstonderwijs met vrucht beëindigd hebben;
  2° aan de regelmatige leerlingen, die een derde leerjaar van het secundair onderwijs en het vierde leerjaar beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd.
  § 2. Het homologeerbaar getuigschrift van hoger secundair onderwijs wordt uitgereikt aan de regelmatige leergangen die met vrucht :
  1° de laatste 2 jaren algemeen technisch of kunstonderwijs beëindigd hebben in dezelfde onderwijsvorm, afdeling en studierichting;
  2° het 7e jaar bedoeld in art. 4, § 1, 5° en 6°, beëindigd hebben na een met vrucht beëindigd 6e jaar secundair beroepsonderwijs.
  § 3. De homologatiecommissie die de in § 2 bedoelde getuigschriften van HSO onderzoekt, gaat ook na of de toelating tot het 4e en het 5e jaar, bedoeld in art. 10, § 4, 1° en 2°, van voormelde gecoördineerde wetten d.d. 31 december 1949 regelmatig was en m.n. of de voorwaarden gesteld in hoofdstuk II (toelatingsvoorwaarden) van titel II van dit besluit nageleefd werden ".

Art.21. De §§ 5, 6 en 7 van art. 29 van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987 wordt vervangen als volgt :
  " § 5. In het beroepsonderwijs kan op het einde van de hogere cyclus :
  a) een 7e volmakings- of specialisatiejaar worden ingericht voor het bekomen van het HSO-getuigschrift en het kwalifikatiegetuigschrift, waarbij ten minste 40 % van het wekelijks aantal lestijden gewijd moet worden aan de algemene, sociale en persoonlijke vorming;
  b) een 7e jaar worden ingericht voor het bekomen van het HSO-getuigschrift, waarbij ten minste 55 % van het wekelijks aantal lestijden gewijd moet worden aan de algemene, sociale en persoonlijke vorming.
  § 6. Om te voldoen aan bijzondere behoeften kunnen inhaallessen georganiseerd worden ".

Art.22. Art. 33, § 5bis, van voormeld besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985, wordt vervangen als volgt :
  " § 5bis. De leerlingen die het 1e jaar van het secundair beroepsonderwijs hebben gevolgd en overgegaan zijn naar het 2e jaar secundair beroepsonderwijs van type I of II, kunnen tot 15 november tot het 1e jaar algemeen of technisch onderwijs van type II worden toegelaten, op advies van de klasseraad resp. het lerarenkorps van het 2e leerjaar en met de instemming van de ouders ".

Art.23. Art. 34 van voormeld besluit, gewijzigd bij besluit van de Regering d.d. 20 juni 1994, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 34. § 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende de voorwaarden en de procedure voor de erkenning van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften kunnen tot het tweede leerjaar van het algemeen of het technisch secundair onderwijs van type II als regelmatige leerlingen worden toegelaten, de regelmatige leerlingen die met vrucht :
  1° het eerste jaar van het algemeen of het technisch onderwijs van type II hebben beëindigd;
  2° of het eerste leerjaar A van het onderwijs van het type I hebben beëindigd;
  3° of het tweede leerjaar van het beroepsonderwijs hebben beëindigd en voor wie de toelatingscommissie een gunstig advies uitbrengt;
  4° of het 1e jaar algemeen of technisch onderwijs beëindigd hebben in een door de Vlaamse of de Duitstalige gemeenschap ingerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting.
  § 2. De regelmatige leerlingen die het eerste leerjaar van het secundair onderwijs hebben beëindigd, kunnen als regelmatige leerlingen tot het tweede leerjaar van het beroepssecundair onderwijs van type II worden toegelaten.

Art.24. Art. 35 van voormeld besluit, gewijzigd door de besluiten van de Regering d.d. 19 juli 1993 en 20 juni 1994, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 35. § 1. Tot het derde leerjaar van het algemeen of het technisch secundair onderwijs van type II kunnen worden toegelaten de regelmatige leerlingen die :
  1° het tweede leerjaar van het algemeen of het technisch onderwijs van type II met vrucht hebben beëindigd na het 1e jaar onderwijs van type II in het algemeen of technisch onderwijs of het le jaar van type I;
  2° of de 1e graad met het tweede gemeenschappelijk leerjaar van het secundair onderwijs van type II met vrucht hebben beëindigd;
  3° of het derde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd en voor wie de toelatingscommissie een gunstig advies uitbrengt.
  § 2. Tot het derde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs van type II kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten :
  1° de regelmatige leerlingen die met vrucht het tweede leerjaar van het secundair beroepsonderwijs hebben beëindigd of de 1e graad van het secundair onderwijs van type I met het 2e gemeenschappelijk jaar of de eerste 2 jaren van het secundair onderwijs van type I;
  2° de leerlingen van 15 jaar die een 2e leerjaar van het secundair onderwijs gevolgd hebben en voor wie de toelatingscommissie een gunstig advies uitbrengt;
  3° de leerlingen van 16 jaar voor wie de toelatingscommissie een gunstig advies uitbrengt ".

Art.25. Art. 36, 3°, van voormeld besluit wordt aangevuld als volgt :
  " c) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt op 30 juni door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding, na ten minste 600 lestijden van het LSO met beperkt leerplan te hebben gevolgd;
  d) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding, tussen 1 september en 15 januari, aan de leerling die regelmatig ten minste 600 lestijden gevolgd heeft van het LSO met beperkt leerplan, uiterlijk sedert 15 januari van het vorige schooljaar. "

Art.26. Art. 38, 3°, van voormeld besluit gewijzigd bij besluit van de Executieve d.d. 30 augustus 1989 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt aangevuld als volgt :
  " d) de houders van een attest van wederopneming in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt op 30 juni door een centrum voor alternerend onderwijs en opleiding na ten minste 600 lestijden van het HSO met beperkt leerplan ".

Art.27. Art. 41 van voormeld besluit, vervangen bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 41. De leerlingen die het zesde leerjaar beroepssecundair onderwijs met vrucht beëindigd hebben kunnen als regelmatige leerlingen worden toegelaten tot het zevende leerjaar bedoeld in artikel 29, § 5, b) ".

Art.28. Art. 42 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met :
  " 5° van het onderwijs met beperkt leerplan naar het beroepsonderwijs ".

Art.29. Art. 43, 2°, van voormeld besluit wordt aangevuld met :
  " d) de overgang van het deeltijds onderwijs naar het beroepsonderwijs ".

Art.30. Art. 44 van voormeld besluit gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 44. Bij de aanvang van het vervolmakings- en specialisatiejaar van de hogere secundaire cyclus zijn uitgesloten :
  1° de overgangen van een afdeling van type II naar een niet-overeenstemmende afdeling van type II;
  2° de overgangen van een studierichting van type I naar een niet-overeenstemmende afdeling van type II ".

Art.31. Art. 45, § 2, van voormeld besluit wordt vervangen als volgt :
  " § 2. Bovendien is de overgang van een eerste leerjaar algemeen of technisch onderwijs naar het tweede leerjaar van het beroepssecundair onderwijs toegelaten tot 15 januari voor de regelmatige leerlingen die reeds een eerste leerjaar van het secundair beroepsonderwijs gevolgd hebben als regelmatige leerling ".

Art.32. Art. 46, § 3, van voormeld besluit, ingevoegd bij besluit van de Regering d.d. 20 juni 1994, wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Tenzij de Minister een afwijking toestaat wegens zeer lange gewettigde afwezigheden, mogen de leerlingen het 1e leerjaar secundair onderwijs noch het 2e jaar van het algemeen of technisch onderwijs overdoen. Zij mogen de 1e graad van het secundair onderwijs niet langer dan 3 jaar bezoeken.

Art.33. In art. 47, § 1, 3°, van voormeld besluit vervalt " lagere en".

Art.34. In art. 47, § 1, 4°, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987 wordt " in art. 29, §§ 5 en 6 " vervangen door " in art. 29, § 5 a en b ".

Art.35. Art. 49, § 2, van voormeld besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 juni 1987 en bij besluit van de Regering d.d. 19 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
  " § 2. Op het einde van een zevende vervolmakings- en/of specialisatiejaar wordt het studiegetuigschrift van het zevende vervolmakings- en/of specialisatiejaar uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die het beschouwde leerjaar met vrucht beëindigd hebben, behalve in het beroepssecundair onderwijs als dit leerjaar bekrachtigd wordt door het in art. 50, § 2, 2°, bedoelde getuigschrift ".

Art.36. Art. 50 van voormeld besluit, vervangen bij besluit van de Regering d.d. 24 april 1995, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 50. § 1. Het getuigschrift van lager secundair onderwijs wordt uitgereikt aan :
  a) de regelmatige leerlingen die het derde leerjaar van het algemeen, technisch of kunstonderwijs met vrucht beëindigd hebben;
  b) de regelmatige leerlingen die een derde leerjaar van het secundair onderwijs met vrucht hebben beëindigd alsook het vierde leerjaar secundair beroepsonderwijs.
  § 2. Het homologeerbaar getuigschrift van hoger secundair onderwijs wordt uitgereikt aan de regelmatige leerlingen die met vrucht :
  1° de laatste 2 jaren algemeen, technisch of kunstonderwijs beëindigd hebben in dezelfde onderwijsvorm, afdeling en studierichting;
  2° het 7e jaar bedoeld in art. 29, § 5 a) of b), beëindigd hebben na een 6e jaar secundair beroepsonderwijs.
  § 3. De homologatiecommissie die de in § 2 bedoelde getuigschriften van HSO onderzoekt, gaat ook na of de toelating tot het 4e of het 5e jaar, bedoeld in art. 10, § 4, 1° en 2°, van voormelde gecoördineerde wetten d.d. 31 december 1949 regelmatig was en m.n. of de voorwaarden gesteld in hoofdstuk II (toelatingsvoorwaarden) van titel III van dit besluit nageleefd werden ".

Art.37. Art. 56, 1°, van voormeld besluit gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juli 1985 en bij besluit van de Executieve d.d. 30 augustus 1989, wordt vervangen als volgt :
  " 1° van de uiterste overgangsdata die vastgesteld zijn voor :
  a) de verandering van onderwijsvorm en van onderverdeling en bedoeld in de artikelen 9, 20, § 1, § 2, § 3, 1° en 2°, b en c, 33 en 45, § 1, 1° en 2° b en c;
  b) de overgang van het vijfde leerjaar van het technisch secundair onderwijs naar het vijfde leerjaar van het beroepssecundair onderwijs;
  c) de verandering van onderwijsvorm en onderverdeling, bedoeld in de art. 20, § 3, 2° en 45, § 1, 2°, a, enkel wanneer een doktersattest de ongeschiktheid staaft om de onderverdeling waar de leerling ingeschreven was, te blijven volgen.

Art.38. Art. 59 van voormeld besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 59. Op verzoek van het inrichtingshoofd, steunend op het gemotiveerd advies van de toelatingsraad of toelatingscommissie, kan de Minister of zijn gemachtigde voor individuele gevallen vrijstelling verlenen van de voorwaarden bepaald in de artikelen 9 tot 15 en 33 tot 38, aan de leerlingen die van het buitengewoon secundair onderwijs naar het secundair onderwijs van type I of type II willen overgaan.
  De toelating voor overgang van het buitengewoon onderwijs naar het gewoon secundair onderwijs kan worden bekomen op voorlegging van een gunstig advies van de toelatingsraad of de toelatingscommissie, de schriftelijke aanvraag van de ouders, van de persoon die de ouderlijke macht uitoefent of van de leerling, indien hij of zij meerderjarig is, het getuigschrift met het advies van het PMS-centrum, en, indien zij er werd om gevraagd, het advies van de bevoegde Commissie van advies van het buitengewoon onderwijs. "

Art.39. Dit besluit treedt in werking vanaf het schooljaar 1996-1997.

Art. 40. De Minister bevoegd voor het secundair onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 15 juli 1996.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister-Voorzitster bevoegd voor Onderwijs,
  Mevr. L. ONKELINX