Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 FEBRUARI 1996. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de tegemoetkoming van het Gewest ten gunste van jonge gezinnen die een hypothecaire lening aangaan voor de bouw of de renovatie van een eerste woning (VERTALING).



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Leners.
Art. 3
HOOFDSTUK III. - Verantwoordelijkheid van de kredietinstelling.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Tegemoetkoming van het Gewest in de rentelasten van de lening.
Art. 5-7
HOOFDSTUK V. - Aanvullende waarborg van het Gewest.
Art. 8-9
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 10-12
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Minister : de Minister van Huisvesting;
  2° bestuur : de Afdeling Huisvesting van het Ministerie van het Waalse Gewest;
  3° woning : de in het Waalse Gewest gelegen woning waarvan de verkoopwaarde of de door de kredietinstelling geraamde bouwkosten niet hoger zijn dan de bedragen bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 december 1993 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gewestwaarborg wordt verleend voor bepaalde hypothecaire leningen, toegestaan voor de aankoop, de verbouwing of de sanering van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmee gelijkgestelde woningen;
  4° bouw : bouw van een woning of aankoop van een woning die nooit is bewoond, waarvoor de door de lening gedekte werken door geregistreerde ondernemingen worden uitgevoerd;
  5° renovatie : werkelijke uitvoering van renovatiewerken voor een minimumbedrag van 1000000 F, exclusief BTW., die door registreerde ondernemingen worden uitgevoerd in een woning waarvan de aankoop en de bovenvermelde werken door één enkele hypothecaire lening worden gefinancierd;
  6° kredietinstelling : iedere kredietinstelling waaraan de Controledienst voor de Verzekeringen de inschrijving heeft toegestaan krachtens artikel 43 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, en die met de Minister de onder punt 7° bedoelde beheersovereenkomst heeft gesloten;
  7° beheersovereenkomst : overeenkomst tussen het Gewest en de kredietinstelling tot bepaling van de modaliteiten voor de behandeling van de aanvragen om hypothecaire leningen, voor de toekenning van deze leningen, de handelspubliciteit, de controle van het bestuur op de verrichtingen en de te nemen strafmaatregelen in geval van niet-naleving van dit besluit en de overeenkomst. Het model van beheersovereenkomst gaat als bij bijlage bij dit besluit;
  8° leners : personen die een hypothecaire lening in de eerste rang aangaan voor de bouw of de renovatie van een woning waarvan ze de volle eigendom krijgen;
  9° verkoopwaarde : waarde van de woning in geval van onderhandse verkoop;
  10° kind ten laste : het kind waarvoor de leners op de datum van ondertekening van de leningsakte in aanmerking komen voor een kinderbijslag of een wezenrente.

Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden verleent de Minister de leners een tegemoetkoming in de rentelasten van een gedeelte van de bij een kredietinstelling aangegane hypothecaire lening die bestemd is voor de bouw of de renovatie van een eerste woning. De duur van de lening is vastgesteld op twintig jaar en de rentevoet kan eventueel na het tiende en het vijftiende jaar herzien worden.
  Onverminderd de bepalingen van de artikelen 8 tot 10 verleent de Minister ook aan de kredietinstelling de aanvullende gewestwaarborg voor de duur van dertien jaar, in het kader van de terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de rente en bijkomende kosten - met uitzondering van iedere vergoeding van wederbelegging - van de in alinea 1 bedoelde hypothecaire lening.
  Personen die een lening wensen aan te gaan, sturen hun aanvraag om gewestelijke tegemoetkoming aan de kredietinstelling die ze op grond van de beheersovereenkomst behandelt.
  De lijst van de kredietinstellingen is in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

HOOFDSTUK II. - Leners.
Art.3. § 1. De leners moeten op de datum van ondertekening van de leningsakte jonger zijn dan 35 jaar.
  § 2. De globaal belastbare inkomsten van de leners tijdens het op twee na laatste jaar voorafgaand aan het jaar van de ondertekening van de leningsakte mogen niet hoger zijn dan 1500000 F, verhoogd met 75000 F per kind ten laste.
  § 3. Gedurende twee jaar vóór de datum van ondertekening van de leningsakte mogen de leners, samen of alleen geen andere woning volledig in eigendom of in vruchtgebruik hebben of gehad hebben.
  Van deze voorwaarde wordt afgeweken :
  1° hetzij voor een wegens overbevolking ongezonde woning of voor een ongezonde en onverbeterbare woning voor zover ze de laatse woning is van de leners of minstens zes maanden door hen werd betrokken binnen een periode van twee jaar voorafgaand aan de datum van toekenning van de lening;
  2° hetzij voor één of meer ongezonde en onverbeterbare woningen, gelegen op het terrein dat moet dienen als grondslag voor de door middel van de lening te bouwen woning.
  De ongezondheid wegens overbevolking wordt door het bestuur vastgesteld.
  De woning wordt als ongezond en onverbeterbaar beschouwd indien de leners in aanmerking komen voor de toelage ingesteld bij het koninklijk besluit van 23 februari 1977 betreffende de verlening voor het Waalse Gewest van voordelen voor de sloping van onverbeterbare, ongezonde woningen, of indien de woning als ongezond en onverbeterbaar beschouwd wordt door het Bestuur, of bij besluit van de burgemeester.
  § 4. Tijdens de periode waarin het Gewest zijn tegemoetkoming verleent, moeten de leners, alleen of samen, de woning die het voorwerp van de lening uitmaakt als hoofdwoning bewonen en ze hoofdzakelijk als hoofdwoning gebruiken.
  § 5. Voor de verrichting die door de lening van de kredietinstelling wordt gedekt, mogen de leners geen enkele rechtstreekse of onrechtsreekse hulp van het Gewest genieten, noch in de vorm van een waarborg of een door de "Société régionale wallonne du Logement" of door het Woningfonds van Grote Gezinnen toegekende lening met beperkte rente, noch in de vorm van een niet terugvorderbare premie.

HOOFDSTUK III. - Verantwoordelijkheid van de kredietinstelling.
Art.4. De kredietinstelling dient de leners en, in voorkomend geval de borgsteller, alle nuttige informatie te verstrekken over de juridische en financiële draagwijdte van de aan te gane verbintenissen.
  Alvorens de lening toe te staan moet de kredietinstelling haar voorzorgsmaatregelen nemen t.a.v. van de leners.
  Ze mag de lening slechts toestaan indien ze, op grond van ingewonnen inlichtingen, de overtuiging is toegedaan dat de leners, en in voorkomend geval de borgsteller, in staat zijn hun verplichtingen na te komen.
  Daarbij moet rekening worden gehouden met de huidige en de voorzienbare inkomsten en lasten.
  De kredietinstelling waarborgt de kwaliteit van de expertise van het te hypothekeren gebouw.

HOOFDSTUK IV. - Tegemoetkoming van het Gewest in de rentelasten van de lening.
Art.5. De lening die de leners bij de kredietinstelling aangaan, moet minimum 1500000 F bedragen.
  Het door de tegemoetkoming van het Gewest gedekte gedeelte van de lening wordt op 500000 F vastgesteld en maakt het voorwerp uit van de eerste opvragingen met het oog op de financiering van de bouw- of renovatiewerken.

Art.6. Het kapitaal en de interesten van het door de tegemoetkoming van het Gewest gedekte leningsgedeelte worden respectievelijk vanaf het 6e en het 9e jaar door de leners terugbetaald.
  Tussen het 6e en het 8e jaar wordt het kapitaal van het door de tegemoetkoming van het Gewest gedekte leningsgedeelte terugbetaald d.m.v.
  maandelijkse stortingen van een 180e van dit kapitaal.
  Het bedrag van de terugbetalingslasten wordt in het begin van het 6e en het 9e jaar overeenkomstig de vorige alinea's aangepast, zonder dat de termijn van de lening enige wijziging ondergaat.

Art.7. Als compensatie voor de niet gestorte rente op het leningsgedeelte waarvoor de leners gedurende acht jaar de tegemoetkoming van het Gewest genieten, betaalt dit laatste aan de kredietstelling interesten waarvan de rentevoet en de betalingsmodaliteiten krachtens de beheersovereenkomst worden vastgesteld.

HOOFDSTUK V. - Aanvullende waarborg van het Gewest.
Art.8. Het Waalse Gewest verleent zijn aanvullende waarborg voor het leningsgedeelte dat 90 tot 110 % van de verkoopwaarde van de woning bedraagt.
  De aanvullende gewestwaarborg wordt krachtens artikel 2, alinea 2, verleend, op voorwaarde dat de lening, al naar gelang het geval, niet hoger is dan 110 % :
  1° van de verkoopwaarde van de woning, in geval van bouw;
  2° van de verkoopwaarde of de koopprijs van de woning als de koopprijs lager is dan de verkoopwaarde, indien de aangekochte woning nooit is bewoond;
  3° van de verkoopwaarde van de woning na renovatie, in geval van renovatie.
  De aanvullende waarborg van het Waalse Gewest wordt beperkt tot 95 % van het door de kredietinstelling geboekte eindverlies nadat ze de tegeldemaking van alle zakelijke en persoonlijke zekerheidsrechten heeft geïnd en, in voorkomend geval, de afkoopwaarde van de levensverzekeringscontracten die in het kader van de lening zijn gesloten of in pand gegeven.
  Het ter uitvoering van zijn waarborg door het Gewest verschuldigde bedrag mag niet hoger zijn dan het leningsgedeelte dat meer dan 90 % van de verkoopwaarde van de woning bedraagt.

Art.9. In geval van uitvoering van de aanvullende gewestwaarborg wordt de schuld van het Gewest vastgesteld op de recentste van de volgende data : 1° in geval van onderhandse verkoop : de datum waarop de kredietinstelling de opbrengst van de verkoop van de woning heeft geïnd;
  in geval van openbare verkoop : de datum waarop de verkoop van de woning definitief is geworden;
  2° de datum waarop de kredietinstelling de afkoopwaarde van de overlijdensverzekering heeft geïnd.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.10. Indien de leners de beschikkingen van dit besluit niet in acht nemen, komen ze niet meer in aanmerking voor de tegemoetkoming van het Gewest. Indien de overtreding niet onmiddellijk is vastgesteld, moeten de leners de hen ten onrechte door het Gewest toegekende bedragen aan de kredietinstelling terugbetalen vanaf de datum waarop de overtreding is begaan. De kredietinstelling betaalt het Gewest deze bedragen terug volgens de bij de beheersovereenkomst vastgestelde modaliteiten.

Art.11. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit. Hij is ertoe gemachtigd de toepassing ervan om budgettaire redenen op te schorten, voor zover de kredietinstelling een schriftelijke opzeggingstermijn van 7 kalenderdagen wordt toegezonden met het oog op de uitgifte van nieuwe leningsaanbiedingen.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1996 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1997.
  Namen, 15 februari 1996.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
  W. TAMINIAUX

BIJLAGEN.
Art. N1. BIJLAGE. BEHEERSOVEREENKOMST BETREFFENDE HET BESLUIT VAN DE WAALSE REGERING VAN 15 FEBRUARI 1996 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TEGEMOETKOMING VAN HET GEWEST TEN GUNSTE VAN JONGE GEZINNEN DIE EEN HYPOTHECAIRE LENING AANGAAN VOOR DE BOUW OF DE RENOVATIE VAN EEN EERSTE WONING.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B. St. 02-03-1996, p. 4680 - 4682).

Art. N2. BIJLAGE A. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 02-03-1996, p. 4683).

Art. N3. BIJLAGE B. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 02-03-1996, p. 4684).
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 1996 tot vaststelling van de voorwaarden voor de tegemoetkoming van het Gewest ten gunste van jonge gezinnen die een hypothecaire lening aangaan voor de bouw of de renovatie van een eerste woning
  Namen, 15 februari 1996.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid,
  W. TAMINIAUX