Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 DECEMBER 1995. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere erkenningscriteria voor de geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie, alsook van de stagemeesters en stagediensten in de nefrologie.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Criteria voor de erkenning als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Criteria voor het behoud van de erkenning.
Art. 3
HOOFDSTUK IV - Erkenningscriteria voor de stagemeesters in de nefrologie.
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Criteria voor de erkenning van de stagediensten.
Art. 5
HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen.
Art. 6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  een dienst voor nefrologie :
  een dienst van een ziekenhuis die, onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde met een bijzondere bevoegdheid in de nefrologie, instaat voor de diagnose en de behandeling van patiënten met een nieraandoening inclusief het toepassen van de verscheidene nierfunctievervangende technieken alsook het opvolgen van patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan.

HOOFDSTUK II. - Criteria voor de erkenning als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie.
Art.2. § 1. Wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel in de nefrologie te mogen voeren, moet :
  1° een erkende geneesheer-specialist zijn in de inwendige geneeskunde;
  2° een specifieke opleiding in de nefrologie gevolgd hebben, als bedoeld in § 2;
  3° ten minste eenmaal tijdens de opleiding een mededeling gedaan hebben aan een gezaghebbende wetenschappelijke vergadering of een artikel gepubliceerd hebben over een onderwerp inzake nefrologie in een gezaghebbend tijdschrift.
  § 2. De specifieke opleiding in de nefrologie omvat een voltijdse stage van ten minste twee jaar in één of meer overeenkomstig artikel 5 erkende stagediensten, waarvan ten minste één jaar vervuld wordt na de erkenning als geneesheer specialist in de inwendige geneeskunde en één jaar vervuld kan worden tijdens de hogere opleiding in de inwendige geneeskunde.
  Ten minste zes maanden van de stage worden vervuld in een dienst waar de niertransplantatie wordt beoefend.
  § 3. Met instemming van zijn stagemeester, kan de kandidaat een stage ten belope van maximum zes maanden doormaken in een daartoe erkende rotatiedienst.

HOOFDSTUK III. - Criteria voor het behoud van de erkenning.
Art.3. Om erkend te blijven, moeten de geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie :
  - de nefrologie effectief beoefenen in een dienst voor nefrologie;
  - bewijzen dat hij zijn medische kennis, bevoegdheid en performantie evalueert, onderhoudt en ontwikkelt zodat hij in staat is zorg te verstrekken die met de huidige stand van de wetenschap overeenstemt;
  - zijn medische activiteit onderwerpen aan een groep deskundigen in de nefrologie die door de hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen benoemd zijn.

HOOFDSTUK IV - Erkenningscriteria voor de stagemeesters in de nefrologie.
Art.4. § 1. Wie wenst erkend te worden als stagemeester in de nefrologie, moet :
  1° uitsluitend verbonden zijn aan de dienst nefrologie en een belangrijk deel van zijn tijd besteden aan klinische en technische activiteiten inzake nefrologie;
  2° sedert acht jaar erkend zijn als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie;
  3° over ten minste één medewerker beschikken die voltijds verbonden is aan de dienst voor nefrologie en sedert ten minste vijf jaar erkend is als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie;
  § 2. De stagemeester kan instaan voor de opleiding van kandidaten naar rata van maximum één kandidaat per medewerker die voltijds aan de dienst voor nefrologie verbonden is en als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie erkend is.

HOOFDSTUK V. - Criteria voor de erkenning van de stagediensten.
Art.5. § 1. Om erkend te worden als stagedienst voor nefrologie moet de dienst :
  1° jaarlijks ten minste 250 nefrologiegevallen opnemen en 1 000 raadplegingen geven aan externe nefrologiepatiënten waaronder ten minste 100 patiënten die gedurende het vorige jaar niet in de dienst waren opgenomen, noch er op raadpleging kwamen, en ten minste 100 patiënten volgen waaronder een nierfunctievervangingstherapie verzekerd is;
  2° over een ziekenhuiseenheid voor hemodialyse beschikken met ten minste vijftien hemodialyseposten;
  3° over een programma voor peritoneale dialyse beschikken en de ambulante peritoneale dialyse superviseren van ten minste 10 patiënten;
  4° over een collectief centrum voor autodialyse of over een programma voor thuisdialyse beschikken.
  Het collectief centrum voor autodialyse beschikt ten minste over vier posten die jaarlijks ten minste duizend dialyses uitvoeren;
  5° werken volgens een welbepaalde procedure samen met een dienst die de niertransplantatie verzekert;
  6° over een voldoende aantal gegradueerde verplegers beschikken waarvoor de dienst een specifieke opleiding organiseert in de nefrologische verpleegtechnieken.
  7° instaan voor de permanente opleiding en ten minste maandelijkse stafvergaderingen beleggen voor het aan de dienst verbonden medisch en verpleegkundig personeel;
  8° zijn activiteit regelmatif onderwerpen aan de evaluatie van een groep deskundigen in de nefrologie, die door de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen benoemd zijn.

HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen.
Art. 6. § 1. Een arts die erkend is als geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde kan gedurende twee jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag tot erkenning als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepstitel in de nefrologie indienen, op voorwaarde gedurende ten minste vier jaar de nefrologie als hoofdactiviteit te hebben uitgeoefend in een dienst voor nefrologie of een voltijdse stage van twee jaar te hebben gevolgd in een dienst die beantwoordt aan de erkenningscriteria voor stagediensten in de nefrologie;
  Hij behoudt zijn erkenning mits hij voldoet aan de bepalingen van artikel 3.
  § 2. Een periode van voltijdse uitoefening van de nefrologie als geneesheer-specialist of als kandidaat-specialist die een aanvang heeft genomen vóór de inwerkingtreding van dit besluit en die voortgezet wordt, kan voor ten hoogste één jaar opleiding in de zin van artikel 2, § 2, in aanmerking worden genomen voor zover de aanvraag daartoe wordt ingediend binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
  § 3. De in artikel 5, § 1, 2° bedoelde anciënniteit van de stagemeester wordt slechts vereist na een periode van acht jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit;
  De in artikel 5, § 1, 3° bedoelde anciënniteit van de medewerker wordt slechts vereist na een periode van vijf jaar vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
  Brussel, 4 december 1995.
  M. COLLA