13 NOVEMBER 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd.
Art. 1-2
Artikel 1. In de bijlage van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 15 april 1965, 19 november 1965, 16 september 1966, 12 januari 1970, 16 februari 1971, 15 februari 1974, 13 juni 1974, 1 juli 1976, 29 maart 1977, 1 december 1977, 19 oktober 1978, 18 juli 1980, 12 april 1984, 25 juni 1985, 7 juli 1986, 7 november 1988, 17 oktober 1991, 12 oktober 1993 en 20 april 1994 worden in de rubriek " Bijzondere normen toepasselijk op de gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie kenletter Sp " de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Punt 1 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" 1. De gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie is bestemd voor patiënten met cardio-pulmonaire, neurologische, locomotorische, psychogeriatrische en chronische aandoeningen (chronische pathologieën en polypathologieën waarvoor curatieve zorg en revalidatie nodig is). Bedoelde patiënten behoeven een gespecialiseerde medische behandeling, verpleegkundige zorg, revalidatie en reactivering in een ziekenhuismilieu en hebben nood aan een actieve, verlengde maar in de tijd beperkte opvang.
Bovendien kan deze dienst bestemd zijn voor patiënten met een ongeneeslijke ziekte die zich in een terminale fase bevinden en palliatieve zorg behoeven. ";
2° In punt 2 wordt het woord " intensief " geschrapt;
3° In punt 3 worden tussen de eerste en de tweede volzin de volgende volzinnen ingevoegd :
" De eenheid echter, bestemd voor patiënten die palliatieve zorg vergen, omvat minimum 6 en maximum 12 bedden. Per ziekenhuis mag er slechts één eenheid van dit type bestaan. ";
4° Punt 5 wordt geschrapt;
5° De punten 6, 7, 8 en 9 worden respectievelijk 5, 6, 7 en 8;
6° In het nieuw punt 5 worden tussen de woorden " gespecialiseerde " en " verzorging " de woorden " maar in de tijd beperkte " ingevoegd;
7° Er wordt een nieuw punt 9 ingevoegd luidend als volgt :
" 9. Onverminderd de toepassing van de in Hoofdstuk IIIbis vermelde specifieke normen voor verscheidene specialismen van de Sp-dienst, zijn de in punt I, II en III omschreven normen van toepassing op alle Sp-diensten. ";
8° Punt I, 6, wordt aangevuld als volgt :
" en een eetzaal ";
9° In punt II, 3, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- in het eerste lid worden de woorden " nadien werden opgesteld " vervangen door de woorden " in de daarop volgende fasen van zijn behandeling werden opgesteld ";
- in het tweede lid wordt het woord " regelmatig " vervangen door het woord " wekelijks ";
10° In punt III, 3, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
- het woord " verpleeghulpen " wordt vervangen door de woorden " verzorgend personeel ";
- het wordt aangevuld als volgt :
" De verpleegkundige permanentie, bedoeld in 12° van punt III " Organisatorische normen " van de rubriek " Algemene normen die op al de inrichtingen toepasselijk zijn " van deze bijlage, moet verzekerd worden per verpleegeenheid van minstens 20 bedden. ";
11° Er wordt een punt IIIbis ingevoegd luidend als volgt :
" IIIbis. Specifieke normen voor het specialisme " psycho-geriatrische aandoeningen ".
1. Als Sp-dienst voor patiënten met psychogeriatrische aandoeningen worden erkend, de diensten die bejaarde patiënten opnemen die een diagnose en/of een behandeling van psychiatrische en somatische aard alsook een multidisciplinaire opvang behoeven, zodat het fysieke, psychische en sociale potentieel van de patiënt volledig of zo goed mogelijk kan worden hersteld.
2. In afwijking van punt I, 1, a, kan deze dienst zich eveneens bevinden op de vestigingsplaats van een psychiatrisch ziekenhuis; in dat geval dienen alle maatregelen te worden genomen opdat deze dienst architectonisch en functioneel van de andere diensten van het ziekenhuis gescheiden is.
3. Teneinde de continuïteit van de opvang en van de verzorging te garanderen, dient voor een functionele binding te worden gezorgd met extramurale voorzieningen en diensten voor huisvesting of voor thuisverzorging van patiënten met psychogeriatrische aandoeningen, zoals psychiatrische verzorgingstehuizen, rust- en verzorgingstehuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg en diensten voor thuisverzorging.
Deze functionele binding dient het voorwerp uit te maken van een schriftelijke overeenkomst.
4. De architecturale en functionele organisatie van de dienst moet van die aard zijn dat de patiënt in de dienst een maximale bewegingsvrijheid heeft maar dat hij de dienst niet zonder toezicht kan verlaten.
5. De kamers en de gemeenschappelijke lokalen worden op de meest adequate wijze herkenbaar gemaakt voor de patiënten.
6. De geneesheren-specialisten in de inwendige geneeskunde en in de geriatrie, in de neuropsychiatrie, in de psychiatrie of in de neurologie, worden geacht te beschikken over de specifieke bekwaming bedoeld in punt III, 1.
Wanneer de met de medische organisatie van de dienst belaste arts niet over de vereiste somatische of psychiatrische bekwaamheid beschikt, moet hij, indien nodig, te allen tijde een beroep kunnen doen op artsen die wel die bekwaamheid hebben.
7. De dienst moet per verpleegeenheid beschikken over een hoofdverpleger of hoofdverpleegster die bij voorkeur houder is van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in de geestelijke gezondheidszorg of gegradueerde geriatrische verpleger of gegradueerde geriatrische verpleegster.
Per 30 bezette bedden, moet de dienst, naast de hoofdverpleger of hoofdverpleegster, over mintens 8 gegradueerde verplegers of verpleegsters beschikken, die bij voorkeur houder zijn van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde geriatrische verpleger of gegradueerde geriatrische verpleegster of van gegradueerde verpleger in degeestelijke gezondheidszorg of gegradueerde verpleegster in de geestelijke gezondheidszorg of van verpleger of verpleegster in de geestelijke gezondheidszorg en van 6 leden verzorgend personeel.
8. Per 30 bedden moet de dienst beschikken over minstens een halftijds equivalent kinesitherapeut en over minstens een voltijds equivalent ergotherapeut, logopedist of ander lid van de paramedische beroepen.
Per 90 bedden en, in evenredigheid, wanneer de dienst minder bedden telt, moet de dienst beschikken over een voltijds equivalent psycholoog en over een voltijds equivalent maatschappelijk assistent of verpleegkundige houder van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleger of gegradueerde verpleegster in de sociale gezondheidszorg.
9. Om de kwaliteit van de zorgverlening maximaal te garanderen, dient er een regelmatig teamoverleg georganiseerd te worden waarbij voor iedere patiënt geëvalueerd wordt in hoeverre de therapeutische en relationele interventies op een geïntegreerde manier gebeurden.
Art. 2. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 november 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA