23 DECEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 1980 tot uitvoering van artikel 191, eerste lid, 7°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art. 1-9
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 1980 tot uitvoering van artikel 191, eerste lid, 7° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° onder c, worden de woorden " 121, 10° van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering " vervangen door de woorden " 191, eerste lid, 7° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ";
2° onder d, worden de woorden " 121, 10° " vervangen door de woorden " 191, eerste lid, 7° ".
Art.2. Artikel 2, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld :
" zoals van toepassing op 1 oktober 1980. "
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 1985 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 4. De uitbetalingsorganismen moeten uiterlijk de achtste werkdag na het einde van de maand tijdens welke die pensioenen en bijkomende voordelen werden uitbetaald, aan het Rijksinstituut alle aangiften bezorgen van de gegevens in verband met de pensioenen en bijkomende voordelen, in de vorm voorgeschreven door de Minister tot wiens bevoegdheid de Sociale Zaken behoren. "
Art.4. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " 3, § 3 " vervangen door de woorden " 2, § 2 ".
Art.5. Artikel 6bis, dat aan hetzelfde besluit is toegevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juni 1981, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 6bis. De ambtenaren van de Algemene diensten van het Rijksinstituut die daartoe door het Algemeen comité opdracht hebben gekregen, de inspecteurs en adjunct-inspecteurs van de Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut, alsook de inspecteurs van de Dienst Arbeidsongevallen en Beroepsziekten van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, houden toezicht op de uitvoering van artikel 191, eerste lid, 7° van de voornoemde wet en van zijn uitvoeringsbesluiten. "
Art.6. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 oktober 1982 en 10 oktober 1985, worden de woorden " 121, 10°, vierde lid van de voornoemde wet van 9 augustus 1963 " vervangen door de woorden " 191, eerste lid, 7°, vierde lid van de voornoemde wet ".
Art.7. In artikel 7bis dat aan hetzelfde besluit is toegevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1985, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 juli 1986 en 3 november 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen door het volgende lid :
" De opbrengst van de inhouding wordt, na aftrek van de administratiekosten die ter zake door het Rijksinstituut zijn gemaakt, verdeeld tussen de instellingen die een stelsel van verzekering voor geneeskundige verzorging organiseren, te weten het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid en de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden ";
2° in het tweede lid worden de woorden " De Algemene Raad " vervangen door de woorden " Het Algemeen Comité ";
3° het derde lid wordt opgeheven.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.
Art. 9. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN