13 DECEMBER 1995. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 6 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1994 houdende oprichting van een Raadgevend Comité voor de pensioensector. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-01-1996 en tekstbijwerking tot 25-05-2002)
Art. 1-2, 2bis, 3
Artikel 1. De effectieve leden van de plenaire vergadering van het Raadgevend Comité alsmede de leden van de plenaire vergadering die zitting hebben in het Bureau of, indien zij verhinderd zijn, hun plaatsvervanger, kunnen een terugbetaling van de reiskosten bekomen, zoals vastgesteld in artikel 2.
Art.2. Het bedrag van de reiskostenvergoeding wordt forfaitair vastgesteld op :
(4,19 EUR) van 01 tot en met 19 km; <MB 2002-04-29/32, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(11,15 EUR) van 20 km tot en met 49 km; <MB 2002-04-29/32, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(18,14 EUR) van 50 tot en met 74 km; <MB 2002-04-29/32, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(25,11 EUR) van 75 tot en met 99 km; <MB 2002-04-29/32, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
(29,30 EUR) vanaf 100 km. <MB 2002-04-29/32, art. 1 en 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Art. 2bis. <Ingevoegd bij MB 1997-12-12/44, art. 1, Inwerkingtreding : 01-01-1997> Een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van F 12 000 wordt toegekend aan de leden van de Plenaire vergadering die zitting hebben in het Bureau voor secretariaatskosten. De vergoeding wordt na vervallen termijn betaald en eventueel pro-rata afgerekend.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 december 1994.
Brussel, 13 december 1995.
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN