13 MEI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 1986 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder dierenartsen die op de wervingsreserve van het Instituut voor veterinaire keuring zijn ingeschreven, met bijzondere opdrachten kunnen belast worden.
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 juli 1986 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder dierenartsen die op de wervingsreserve van het Instituut voor veterinaire keuring zijn ingeschreven met bijzondere opdrachten kunnen belast worden, waarvan de tegenwoordige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 ingevoegd, luidend als volgt :
"§ 2. De Minister kan, de dierenarts gehoord, aan de opdracht een einde stellen wanneer :
1° niet meer voldaan is aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2 en 7 van dit besluit;
2° herhaaldelijk werd vastgesteld dat geen gehoor werd gegeven aan een oproep van het hoofd van de keurkring of dat de taken die binnen de opdracht worden toegekend niet of niet naar behoren worden uitgevoerd;
3° de dierenarts betrokken is geweest bij onwettig gebruik van stoffen met farmacologische werking;
4° de dierenarts een schorsing van minstens drie maanden door de Orde der Dierenartsen heeft opgelopen;
5° de dierenarts veroordeeld werd voor feiten die strafbaar zijn gesteld met een correctionele straf."
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3. Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 mei 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA