10 JANUARI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1993 betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 3, 1° van het koninklijk besluit van 12 november 1993 betreffende de erkenning van de laboratoria voor klinische biologie door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, wordt de laatste zin als volgt vervangen :
" Dit laboratorium kan één of meerdere activiteitencentra bevatten die gemeenschappelijke preanalytische, analytische en post-analytische procedures gebruiken. In dit geval moeten die centra, naast de analyses bedoeld in bijlage 1, A, andere analyses kunnen uitvoeren, derwijze dat de activiteiten van de onderscheiden centra onderling complementair zijn.".
Art.2. In artikel 6, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord " courante " in de eerste zin wordt geschrapt;
2° de woorden " bijlage 1 " in de derde zin worden vervangen door de woorden "bijlage 1, A ";
3° na de vierde zin wordt het volgende toegevoegd :
" Nochtans is deze onderaanneming niet toegestaan wanneer de kwaliteit van de analyse zou worden geschaad door het transport van het monster naar een ander laboratorium of wanneer de analyse de aanwezigheid van de patiënt vereist. De analysen die aan deze eisen beantwoorden zijn vermeld in bijlage 1, B. "
Art.3. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord " courante " geschrapt.
Art.4. De bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art.5. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage. A. Lijst van analysen die in ieder laboratorium moeten kunnen uitgevoerd worden.
- Doseren van urinezuur in bloed en urine.
- Doseren van bilirubine in bloed.
- Doseren van glucose in bloed en urine.
- Doseren van ureum in bloed en urine.
- Doseren van alanine aminotransferasen in bloed.
- Doseren van aspartaat aminotransferasen in bloed.
- Doseren van alkalische fosfatasen in bloed.
- Doseren van totale proteïnen in bloed en urine.
- Doseren van de C-reactieve proteïne in bloed.
- Doseren van albumine in bloed.
- Doseren van calcium in bloed en urine.
- Doseren van chloriden in bloed en urine.
- Doseren van totale cholesterol in bloed.
- Doseren van cholesterol in één of meer lipoproteïnefracties in bloed.
- Doseren van creatinine in bloed en urine.
- Elektroforese van proteïnen in bloed met curve en berekening.
- Doseren van bicarbonaat of totaal CO2 in bloed.
- Doseren van ijzer in bloed.
- Doseren van fosfaten in bloed.
- Doseren van kalium in bloed en urine.
- Doseren van natrium in bloed en urine.
- Doseren van triglyceriden in bloed.
- Doseren van amylasen in bloed en urine.
- Doseren van creatinekinasen in bloed.
- Doseren van melkzuurdehygrogenasen in bloed.
- Doseren van lipasen in bloed.
- Doseren van gammaglutamyltransferase in bloed.
- Opsporen van bloed in faeces.
- Doseren van hemoglobine.
- Tellen van de erythrocyten en/of hematocriet.
- Tellen van de leucocyten.
- Tellen van thrombocyten.
- Tellen van reticulocyten.
- Meten van de snelheid van de globulaire sedimentatie.
- Leucocytenformule vastgesteld met microscoop op minimum 100 cellen.
- Bloedingstijd.
- Thromboplastinetijd.
- Gedeeltelijke of geactiveerde gedeeltelijke thromboplastinetijd.
- Doseren van fibrinogeen.
- Opsporen van D-dimeren.
- Microscopisch onderzoek met of zonder eenvoudige kleuring en na dubbele kleuring.
- Microscopisch cytobacteriologisch onderzoek van faeces.
- Microscopisch opsporen van Mycobacteriën.
- Kweek van faeces die ten minste het opzoeken van Salmonella, Shigella, Yersinia en Campylobacter omvat met identificatie van de kiemen.
- Diagnose van bacteriële angina door kweek van een keeluitstrijk.
- Aërobe kweek met idenficatie (exclusife Mycobacteriën) van : expectoraties, bronchiale aspiraten of andere monsters van de bovenste luchtwegen, etters, exsudaten, punctievloeistoffen (exclusief hemoculturen), biopten, vaginale of urethrale monsters of sperma en urine.
- Anaërobe kweek van etters, broncho-alveolair lavagevocht, exsudaten, punctievloeistoffen (exclusief hemoculturen).
- Kweek van gisten.
- Bepalen van de gevoeligheid voor antibacteriële stoffen van aërobe kiemen, andere dan Mycobacteriën, na identificatie.
- Opzoeken van rotavivus.
B. Lijst van analysen waarvan de kwaliteit wordt geschaad door het transport van het monster of waarvoor de aanwezigheid van de patiënt vereist is
- Leucocytenformule vastgesteld met cellenteller op criteria die niet alleen de celgrootte omvatten, inclusief de controles door microscopie.
- Coagulatietijd of geactiveerde coagulatietijd.
- Doseren van melkzuur.
- Doseren van pyrodruivenzuur.
- Doseren van ammonium.
- Bepalen van de pH van het bloed en van de partiële CO2- en O2 drukken, (of O2-saturatie) inclusief eventueel de berekening van de andere parmameters van het zuur-base evenwicht.
- Meten van de O2-saturatie van hemoglobine.
- Opsporen en aantonen van albumine in het meconium.
- Meten van het maagzuurdebiet.
- Zweettest door iontoforese met doseren van natrium en chloriden op dezelfde afname.
- Aërobe en anaërobe hemocultuur met identificatie van de geïsoleerde kiemen.
- Tellen en mobiliteit van spermatozoïden in sperma.
- Morfologisch onderzoek van sperma na kleuring.
- Volledige studie van de thrombocytenaggregatie in aanwezigheid van verschillende inductoren met continu registreren van aggregatiecurven.
- Doseren van de factoren II, V, VIII en XIII.
- Opzoeken van fibrinemonomeren of opzoeken van afbraakprodukten van fibrine door latextest.
- Meten van de residuele prothrombine van het serum.
- Recalcificatietijd van het plasma.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 januari 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
M. COLLA