1 FEBRUARI 1996. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 juni 1994 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een plukkaart in de tuinbouwsector en tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het aanwezigheidsregister in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 24 juni 1994 tot vaststelling van het model, de toekenningsvoorwaarden en de wijze van bijhouden van een plukkaart in de tuinbouwsector en tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het aanwezigheidsregister in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 1. De gelegenheidsarbeiders bedoeld in artikel 8bis, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 november 1969, en tewerkgesteld bij een werkgever die ressorteert onder één van de activiteiten bedoeld in artikel 8bis, tweede lid, van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969, moeten een plukkaart bijhouden overeenkomstig de bepalingen van dit besluit gedurende de vijfenzestig dagen bedoeld in artikel 8bis, tweede lid, van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969. "
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 6. Het Fonds deelt volgende inlichtingen mee aan de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en de Inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid :
a) op het ogenblik van de aflevering van de blanco-plukkaart, de naam, de voornaam en de woonplaats of de maatschappelijke benaming en de maatschappelijke zetel, het RSZ.-nummer van de werkgever, evenals het volgnummer van de plukkaart;
b) op het ogenblik dat het daartoe voorziene gedeelte van de plukkaart wordt teruggezonden naar het Fonds, de naam, de voornaam, de geboortedatum, de nationaliteit en het adres van de gelegenheidsarbeider, evenals het volgnummer van de plukkaart;
c) de volgnummers van de teruggezonden niet-gebruikte plukkaarten. "
Art.3. Artikel 7, enig lid, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld als volgt :
" Het Fonds deelt, bij de aflevering, de naam, de voornaam en de woonplaats of de maatschappelijke benaming en de maatschappelijke zetel, het RSZ.-nummer van de werkgever, evenals het nummer van het hem toegewezen aanwezigheidsregister mee aan de Sociale Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en de Inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. "
Art.4. In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden de woorden " en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1996 " geschrapt.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.
Brussel, 1 februari 1996.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN