Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

4 DECEMBER 1996. - Bijzondere wet houdende wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ten einde een regeling te treffen voor de onverenigbaarheid van het ambt van lid van een parlementaire assemblée met het ambt van lid van een federale Regering, een Gemeenschaps- en Gewestregering.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1980080801  1989021006 



Uitvoeringsbesluit(en):

1999000332 



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art.2. In artikel 24bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt een § 2bis ingevoegd, luidende :
  " § 2bis. Onverminderd het bepaalde in § 2, 3°, van dit artikel houdt een lid van de Vlaamse Raad, van de Franse Gemeenschapsraad of van de Waalse Gewestraad dat door de Koning tot federaal minister of staatssecretaris wordt benoemd en de benoeming aanneemt, onmiddellijk op zitting te hebben en neemt het zijn mandaat weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister of staatssecretaris. Het decreet stelt de nadere regelen van zijn vervanging in de betrokken Raad vast. "

Art.3. Artikel 59 van dezelfde bijzondere wet, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt aangevuld met een § 4, luidende :
  " § 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 24bis, § 2, 1° en 2°, houdt een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of een in artikel 67, § 1, 1°, 2°, 6° en 7°, van de Grondwet bedoelde senator die gekozen wordt tot lid van de Vlaamse Regering, van de Waalse Regering of van de Franse Gemeenschapsregering, onmiddellijk op zitting te hebben en neemt hij zijn mandaat weer op wanneer zijn ambt van minister een einde neemt. De wet stelt de nadere regelen van zijn vervanging in de betrokken Kamer vast. "

Art.4. Artikel 12, § 3, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, opgeheven bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt hersteld in de volgende lezing :
  " § 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 24bis, § 2, 3°, van de bijzondere wet, houdt een lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad dat door de Koning tot federaal minister of staatssecretaris wordt benoemd en de benoeming aanneemt, onmiddellijk op zitting te hebben en neemt het zijn mandaat weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister of staatssecretaris. Hij wordt vervangen door de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop hij gekozen is.
  Een minister of een staatssecretaris van een federale regering die aan de Koning haar ontslag heeft aangeboden, kan echter na een vernieuwing van de Raad zijn ambt van minister of staatssecretaris verenigen met het mandaat van lid van de Raad tot op het ogenblik waarop de Koning over dat ontslag een definitieve beslissing heeft genomen. "

Art.5. Artikel 35 van dezelfde bijzondere wet, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt aangevuld met een § 3bis, luidende :
  " § 3bis. Onverminderd het bepaalde in artikel 24bis, § 2, 1° en 2°, van de bijzondere wet, houdt een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of een in artikel 67, § 1, 1°, 2°, 6° en 7°, van de Grondwet bedoelde senator die gekozen wordt tot lid van de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, onmiddellijk op zitting te hebben en neemt hij zijn mandaat weer op wanneer zijn ambt van minister een einde neemt. De wet stelt de nadere regelen van zijn vervanging in de betrokken Kamer vast. "

Art. 6. In artikel 41, § 5, van dezelfde bijzondere wet worden tussen de woorden " Artikel 35, § 3 " en de woorden " van deze wet " ingevoegd de woorden " en § 3bis ".
  Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Gegeven te Brussel, 4 december 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  J.-L. DEHAENE
  Met 's Lands zegel gezegeld :
  De Minister van Justitie,
  S. DE CLERCK