Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 OKTOBER 1996. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen.



Inhoudstafel:


Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1, N2, N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993016237 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. De algemene voorwaarden vervat in artikel 1, § 1 van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen worden vervangen door volgende bepalingen :
  " Algemene voorwaarden
  1° een aanvraag tot erkenning richten aan de Minister;
  2° beschikken over statuten die door de Minister zijn goedgekeurd;
  3° haar maatschappelijke zetel hebben in België;
  4° opgericht zijn onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk;
  5° het toetreden van nieuwe leden toelaten zonder hierbij overdreven eisen te stellen;
  6° statutair bepalen dat tussen de leden niet mag worden gediscrimineerd. "
  § 2. De bijzondere voorwaarden vervat in artikel 1, § 1, C. Verenigingen voor het gebruik van paardachtigen van het voornoemd ministerieel besluit worden vervangen door volgende bepalingen.
  " C. Verenigingen voor het gebruik van paardachtigen
  1° in voorkomend geval, erkend zijn door het bevoegde officiële internationale organisme;
  2° beschikken over een door de Dienst goedgekeurd reglement voor de door hen georganiseerde of meegeorganiseerde wedstrijden voor paardachtigen;
  3° beschikken over een door de Dienst goedgekeurde procedure waarin de verdeling en de bepaling van een percentage van de prijzen of winsten ten gunste van de paardenfokkerij wordt vastgelegd;
  4° beschikken over een door de Dienst goedgekeurde procedure waarin de verdeling van de fondsen bestemd voor de vrijwaring van het genetisch patrimonium en voor de ontwikkeling en de verbetering van de paardenfokkerij, wordt vastgelegd;
  5° beschikken over een door de Dienst goedgekeurde procedure voor het meedelen aan erkende fokkersverenigingen van informatie over wedstrijden voor paardachtigen die zij organiseren of medeorganiseren en van de resultaten van deze wedstrijden;
  6° aantonen dat zij doeltreffend functionneren. "
  § 3. In artikel 1 van voornoemd besluit wordt een § 3 ingevoegd, luidend als volgt :
  " § 3. De erkenning wordt geschorst of ingetrokken nadat uit een controlerapport van de Dienst blijkt dat de voorwaarden voor het behoud van de erkenning niet meer vervuld zijn.
  Het intrekken van de erkenning gebeurt slechts nadat de vereniging de gelegenheid heeft gekregen om binnen een daartoe bepaalde termijn alsnog de voorwaarden voor het behoud van de erkenning te vervullen.
  De schorsing en de intrekking zijn met redenen omkleed en worden per aangetekend schrijven aan de vereniging medegedeeld. Zij worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. "

Art.2. Na het artikel 1 van voornoemd besluit worden de volgende bepalingen ingevoegd :
  " HOOFDSTUK Ibis. - Registratie- en inschrijvingscriteria.
  "Art. 1bis. § 1. 1° Om in de hoofdsectie van het stamboek van het betrokken ras te worden ingeschreven, moet een geregistreerde paardachtige :
  - afstammen van ouders die in de hoofdsectie van een stamboek van hetzelfde ras zijn ingeschreven en moet de afstamming zijn bepaald overeenkomstig de voorschriften van dat stamboek;
  - voordat het is gespeend, zijn geïdentificeerd overeenkomstig de voorschriften van dat stamboek, op grond waarvan ten minste het dekcertificaat vereist moet zijn.
  2° In afwijking van het bepaalde in § 1, 1°, eerste streepje, mag een dier in de hoofdsectie worden ingeschreven in het kader van een kruisingsprogramma dat door de organisatie of vereniging is goedgekeurd overeenkomstig de voorschriften van dat stamboek. In het kruisingsprogramma moet zijn aangegeven welke rassen hiervoor in aanmerking komen.
  § 2. 1° De hoofdsectie van een stamboek kan, overeenkomstig de bijzondere voorwaarden vervat in artikel 1, § 1 , A, 4°, d) in verscheidene klassen worden ingedeeld naar gelang van de eigenschappen van de dieren. Alleen paardachtigen die aan de in § 1 vastgestelde criteria voldoen, mogen in een van deze klassen worden ingedeeld.
  2° Als het in te schrijven dier reeds in een ander stamboek was ingeschreven, wordt het, wanneer de hoofdsectie van het stamboek verscheidene klassen omvat, ingeschreven in de klasse waarvan het aan de criteria voldoet.
  § 3. 1° Een organisatie of vereniging die een stamboek bijhoudt, kan beslissen dat een dier dat niet aan de in § 1 vastgestelde criteria voldoet, in een aanvullende sectie van het stamboek mag worden ingeschreven. Het dier moet daartoe aan de volgende voorwaarden voldoen :
  - het moet zijn geïdentificeerd overeenkomstig de voorschriften van het stamboek;
  - het moet voldoen aan de voor dat ras geldende normen;
  - het moet qua prestaties voldoen aan de in de voorschriften van het stamboek vastgestelde minimumnormen.
  2° De organisatie of vereniging stelt voorschriften vast voor de inschrijving van de afstammelingen van dergelijke dieren in de hoofdsectie van het stamboek. "

Art.3. Na het artikel 26 van voornoemd besluit worden volgende bepalingen ingevoegd :
  " C. Zoötechnische certificaten.
  Afdeling 1. - Certificaten voor sperma.
  Art. 26bis. § 1. De volgende gegevens moeten voorkomen in het certificaat voor sperma van geregistreerde paardachtigen :
  1° Gegevens over de donorhengst :
  - instantie van afgifte,
  - naam en adres van het stamboek van oorsprong,
  - ras,
  - oorspronkelijk volgnummer in het stamboek (indien beschikbaar),
  - naam van het dier,
  - datum van afgifte van het certificaat,
  - identificatiemethode (bijvoorbeeld microchip, tatoeage, brandmerk, grafisch signalement, foto),
  - identificatie,
  - vermelding of een bloedgroeponderzoek i verricht of een andere test die dezelfde wetenschappelijke garanties biedt met betrekking tot de afstamming,
  - geboortedatum,
  - naam en adres van de eigenaar,
  - naam en stamboeknummer van de ouderdieren en van de vader van het moederdier, en de naam van de stamboeken,
  - resultaten van het prestatieonderzoek en van de beoordeling van de genetische waarde (facultatief).
  2° Gegevens over het sperma :
  - identificatie,
  - aantal doses,
  - datum van winning,
  - naam en adres van het spermacentrum, met vermelding van het registratienummer,
  - naam en adres van de bestemmeling.
  § 2. De in § 1 bedoelde gegevens mogen worden vermeld :
  1° in een certificaat volgens het model in bijlage I;
  2° in documenten die het sperma vergezellen. In dat geval moet de betrokken erkende fokkersvereniging, aan de hand van de onderstaande formule, verklaren dat de in § 1 bedoelde gegevens in die documenten voorkomen :
  " Ondergetekende verklaart dat in deze documenten de in artikel 1 van Beschikking 96/79/EG van de Commissie bedoelde gegevens zijn vermeld. "
  Afdeling 2. - Certificaten voor eicellen.
  § 3. De volgende gegevens moeten voorkomen in het certificaat voor eicellen van geregistreerde paardachtigen :
  1° Gegevens betreffende de donormerrie :
  - alle in § 1 punt 1, bedoelde gegevens;
  2° Gegevens betreffende de eicellen :
  - identificatie,
  - datum van winning,
  - naam en adres van het team dat de eicellen heeft gewonnen, met vermelding van het registratienummer,
  - naam en adres van de bestemmeling.
  Indien een rietje meer dan één eicel bevat, moet dat duidelijk worden vermeld en moeten de betrokken eicellen van hetzelfde moederdier afkomstig zijn.
  § 4. De in § 3 bedoelde gegevens mogen worden vermeld :
  1° in een certificaat volgens het model in bijlage II;
  2° in documenten die de eicellen vergezellen. In dat geval moet de betreffende erkende fokkersvereniging, aan de hand van de onderstaande formule, verklaren dat de in § 3 bedoelde gegevens in die documenten voorkomen :
  " Ondergetekende verklaart dat in deze documenten de in artikel 3 van Beschikking 93/79/EG van de Commissie bedoelde gegevens zijn vermeld. "
  Afdeling 3. - Certificaten voor embryo's.
  § 5. De volgende gegevens moeten voorkomen in het certificaat voor embryo's van geregistreerde paardachtigen :
  1° Gegevens betreffende de donorhengst en de donormerrie :
  - alle in § 1 bedoelde gegevens.
  2° Gegevens betreffende de embryo's :
  - de identificatie,
  - datum van winning,
  - datum van inseminatie of bevruchting,
  - naam en adres van het team dat de embryo's heeft gewonnen,
  met vermelding van het registratienummer,
  - naam en adres van de bestemmeling.
  Indien een rietje meer dan één embryo bevatoet dat duidelijk worden vermeld en moeten de betrokken embryo's van dezelfde ouderdieren afkomstig zijn.
  § 6. De in § 5 bedoelde gegevens mogen worden vermeld :
  1° in een certificaat volgens het model in bijlage III;
  2° in documenten die de embryo's vergezellen. In dat geval moet de betreffende erkende fokkersvereniging, aan de hand van de onderstaande formule, verklaren dat de in § 5 bedoelde gegevens in die documenten voorkomen :
  " Ondergetekende verklaart dat in deze documenten de in artikel 5 van Beschikking 96/79/EG van de Commissie bedoelde gegevens zijn vermeld. "

Art.4. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de derde maand volgend op de publikatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
  Brussel, 14 oktober 1996.
  K. PINXTEN

BIJLAGEN.
Art. N1. BIJLAGE I. CERTIFICAAT VOOR SPERMA.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30-10-1996, p. 27850-27851).

Art. N2. BIJLAGE II. CERTIFICAAT VOOR EICELLEN.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30-10-1996, p. 27852-27853).

Art. N3. BIJLAGE III. CERTIFICAAT VOOR EMBRYO'S.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30-10-1996, p. 27854-27856).
  Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 14 oktober 1996.
  De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
  K. PINXTEN