4 AUGUSTUS 1996. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-09-1996 en tekstbijwerking tot 07-08-1999.)
Art. 1-5
Artikel 1. Een compensatiebedrag wordt toegekend aan de producenten in de in artikel 2 bedoelde sectoren.
Art.2. § 1. In de rundvleessector wordt een premiesupplement toegekend aan de producent die in 1994 een premie conform de bepalingen van het Koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie, en/of een premie conform de bepalingen van het Koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de speciale premie voor producenten van rundvlees, heeft gekregen.
(Het premiesupplement bestaat uit meerdere gedeelten, toegekend volgens de hierna vermelde voorwaarden :
a) een eerste premiegedeelte van 685 BEF per Groot Vee Eenheid (GVE) waarvoor op grond van de in 1994 ingediende aanvragen een van de in lid 1 bedoelde premies werd toegekend;
b) een tweede premiegedeelte van 538 BEF per GVE, onder dezelfde voorwaarden als voorzien onder a);
c) een nationale aanvulling van 430 BEF per GVE bij het eerste premiegedeelte onder dezelfde voorwaarden als voorzien onder a);
d) een nationale aanvulling bij het tweede premiegedeelte van 405 BEF per GVE waarvoor op grond van de in 1994 ingediende aanvragen de speciale premie voor producenten van rundvlees werd toegekend.) <KB 1999-05-18/69, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-03-1996, met uitzondering van punten b) en c) die uitwerking hebben met ingang van 09-08-1996 en van punt d) dat uitwerking heeft met ingang van 01-12-1997>
(Lid 3 opgeheven) <KB 1999-05-18/69, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-03-1996>
(Lid 4 opgeheven) <KB 1999-05-18/69, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 20-03-1996>
§ 2. In de melksector wordt een premie van 0,0942 F toegekend per tijdens het tijdvak van 1 april 1994 tot 31 maart 1995 geleverde liter melk, met een maximum gelijk aan het quotum, aan de producent bedoeld in artikel 1, punt 4 van het Koninklijk besluit van 6 oktober 1993 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelprodukten.
§ 3. In de graansector wordt een premiesupplement toegekend aan de producent aan wie in 1994 een steun werd uitbetaald conform de bepalingen van het Koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen.
Het supplement wordt per hectare uitbetaald voor de oppervlakte die bezaaid is met andere graansoorten dan maïs en is verschillend naargelang van het rendement van elke landbouwstreek.
Het op die wijze berekend steunsupplement beloopt :
- Polders en Duinen : 258 F/Ha
- Leemstreek : 255 F/Ha
- Henegouwse Kempen : 247 F/Ha
- Weidestreek : 240 F/Ha
- Condroz : 238 F/Ha
- Zandleemstreek : 235 F/Ha
- Zandstreek : 207 F/Ha
- Famenne : 200 F/Ha
- Fagnes : 193 F/Ha
- Kempen : 181 F/Ha
- Jurastreek : 154 F/Ha
- Hoge Ardennen : 145 F/Ha
- Ardennen : 140 F/Ha
§ 4. In de suikersector wordt een premie van 812 F per hectare toegekend aan de producent die in 1994 bieten heeft geplant en die de met suikerbieten bezaaide arealen heeft aangegeven op zijn oppervlakteaangifte conform de bepalingen van het Koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen.
Art.3. Het Bestuur van het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie van Middenstand en Landbouw is belast met de uitbetaling van de bedragen bedoeld in artikel 2.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 maart 1996.
Art. 5. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 4 augustus 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN