Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 MEI 1996. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994016025 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie wordt het percentage van "3 %" vervangen door het percentage van "1 %".

Art.2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Een § 4, luidend als volgt, wordt ingevoegd :
  " § 4. In 1993 wordt het saldo van de premierechten uit de nationale reserve die niet werden toegekend krachtens de §§ 1 en 2, toegekend aan :
  - de producenten wier conform de artikelen 3 en 4 ingediende aanvraag wordt onderworpen aan een herziening van de premierechten;
  - de producenten die bij toepassing van de artikelen 3 en 4 minder dan 3,7 aanvullende premierechten hebben bekomen, ten belope van het verschil tussen de aangevraagde aanvullende rechten met een maximum van 3,7 rechten en de aanvankelijk toegekende aanvullende rechten."
  2° Een § 5, luidend als volgt, wordt ingevoegd:
  "§ 5. In 1994 worden de premierechten uit de nationale reserve toegekend aan de producenten die beschikken over minder dan 7 premierechten, ten belope van het verschil tussen hun op de hogere eenheid afgerond aantal rechten en hun rechten voor de campagne 1994, op voorwaarde dat zij hun rechten voor de campagnes 1993 en 1994 volledig hebben gebruikt, zonder dat deze verminderd zijn als gevolg van een tijdelijke of een definitieve overdracht. De toekenning kan slechts plaatsvinden als de producent daar schriftelijk mee instemt."

Art.3. Artikel 8, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit, wordt vervangen door het volgende lid :
  "§ 2. De aanvragen voor overdracht van premierechten moeten uiterlijk op 31 augustus van het betreffende jaar per aangetekende brief worden ingediend bij het provinciaal bureau van het Ministerie van Middenstand en Landbouw bij middel van een officieel formulier dat op dit bureau beschikbaar is."

Art.4. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het percentage van "10 %" vervangen door het percentage van "1 %".

Art.5. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 1, 2de lid, worden de woorden "bij zijn Regionaal Bureau van de Nationale Zuiveldienst" vervangen door de woorden "bij het provinciaal bureau van het Ministerie van Middenstand en Landbouw".
  2° In § 2 worden de woorden "bij het Regionaal Bureau van de Nationale Zuiveldienst" vervangen door de woorden "bij het provinciaal bureau van het Ministerie van Middenstand en Landbouw".
  3° § 3 wordt aangevuld met het volgende lid :
  "Een kopie van het identificatiedocument van de aangegeven runderen moet bij het aanvraagformulier gevoegd worden"
  4° In § 4, 1ste lid worden de woorden "bedoeld in § 3" vervangen door de woorden "bedoeld in § 2".
  5° § 4, 2de lid wordt vervangen door het volgende lid :
  "De aanvrager moet tijdens deze periode iedere vermindering van het aangegeven aantal zoogkoeien als gevolg van het natuurlijke verloop van de veestapel in de zin van artikel 10, § 5 van verordening (EEG) nr. 3887/92 of als gevolg van overmacht, schriftelijk binnen de 10 werkdagen volgende op de gebeurtenis melden aan het provinciaal bureau van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.".

Art.6. In artikel 11, § 2 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden " areaalaangifte" en "wordt" de woorden "of op het in artikel 10, § 1 bedoelde aanvraagformulier" ingevoegd.

Art.7. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
  "Wat de campagnes 1993 en 1994 betreft wordt het Belgische Interventie- en Restitutiebureau belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies."

Art.8. Een artikel 12bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit gevoegd :
  "Artikel 12bis. Met ingang van de campagne 1995 wordt het Bestuur voor het Landbouwproduktiebeheer van het Ministerie van Middenstand en Landbouw belast met de uitbetaling van de premies alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies."

Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994 met uitzondering van de artikelen 1, 2-1° en 5-4° die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1993 en van de artikelen 4, 5-3° en 8 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1995.
  Brussel, 6 mei 1996.
  K. PINXTEN