11 MAART 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststellmg van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten wordt vervangen door volgende bepaling :
" Artikel 3. Belgische vaartuigen met een lengte over alles kleiner dan of gelijk aan 8 meter die uitgerust zijn om te vissen met sleepnetten en die niet beschikken over een visvergunning zoals bedoeld in verordening. (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur en verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten, mogen enkel uitgerust zijn om te vissen op garnaal overeenkomstig de bepalingen van verordening (EEG) nr.3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden, met één boomkor waarvan de lengte van de korrestok, dit wil zeggen de totale Iengte van de boom tussen de uiterste punten met inbegrip van alle toebehoren, niet meer bedraagt dan 3 meter of met één bordennet waarvan de lengte van de bovenpees, inclusief stroppen en kabels, niet meer bedraagt dan 4,5 meter, gemeten vanaf de binnenzijde van het ene bord tot de binnenzijde van het andere bord. De korrestok van de boomkor moet uit één stuk bestaan en mag niet verlengbaar zijn.
Belgische vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 8 meter, die niet beschikken over de in lid 1 bedoelde visvergunning en die uitgerust zijn om te vissen met sleepnetten, mogen enkel uitgerust zijn om te vissen op garnaal met één bordennet waarvan de lengte van de bovenpees inclusief stroppen en kabels, niet meer bedraagt dan 4,5 meter, gemeten vanaf de binnenzijde van het ene bord tot de binnenzijde van het andere bord.
Het aan boord hebben van tweelingnetten evenals het aan boord hebben van netten voorzien van kelen is verboden zowel bij de boornkor- als bij de bordenvisserij.
De bepalingen van dit artikel relden niet voor de vaartuigen van de Belgische Scheldevissersvloot. Buiten hun vangstgebied mogen zij echter geen netten aan boord hebben."
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 5. Het is verboden voor de eigenaars of gebruikers van vaartuigen die niet beschikken over de in artikel 3 bedoelde visvergunning, om te vissen voorbij de zone van drie zeemijl van de kust. Deze zone wordt gemeten vanaf de basislijnen vanwaar de territoriale wateren van België worden bepaald.
Het is verboden voor de eigenaars of gebruikers van diezelfde vaartuigen om, binnen die zone van drie zeemijl van de kust vissoorten waarvoor ingevolge de EG-reglementering een TAC of quotum geldt, te vissen, deze vissoorten aan boord te hebben of aan land te brengen.
Zolang het quotum voor een bepaalde vissoort in het icesgebied IV (Noordzee en Scheldeëstuarium) niet is uitgeput, gelden de bepalingen voorzien bij het eerste en tweede lid niet voor de zeereizen van deze vaartuigen tijdens dewelke uitsluitend het zeehengelen wordt beoefend. Tijdens de zeereizen mag er aan boord van deze vaartuigen geen ander vistuig aanwezig zijn dan dit bestemd voor het niet-geautomatiseerd zeehengelen. "
Art.3. Een artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd:
" Artikel 5bis. Het is verboden voor de eigenaars of gebruikers van vaartuigen die niet beschikken over de in artikel 3 bedoelde visvergunning, om te vissen met sleepnetten binnen de zone van drie zeernijrvan de kust, behalve indien voldaan wordt aan de voorwaarden vermeld in de leden 2 of 3 en 4 van dit artikel.
De eigenaars of gebruikers van diezelfde vaartuigen met een lengte over alles kleiner of gelijk aan 8 meter mogen enkel vissen met één boomkor waarvan de lengte van de korrestok, dit wil zeggen de totale lengte van de boom tussen de uiterste punten met inbegrip van alle toebehoren, niet meer bedraagt dan 3 meter of met één bordennet waarvan de lengte van de bovenpees, inclusief stroppen en kabels, niet meer bedraagt dan 4,5 meter, gemeten vanaf de binnenzijde van het ene bord tot de binnenzijde van het andere bord. De korrestok van de boomkor moet uit één stuk bestaan en mag niet verlengbaar zijn.
De eigenaars of gebruikers van diezelfde vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 8 meter mogen enkel vissen met één bordennet waarvan de lengte van de bovenpees, inclusief stroppen en kabels, niet meer bedraagt dan 4,5 meter, gemeten vanaf de binnenzijde van het ene bord tot de binnenzijde van het andere bord.
Het gebruik van tweelingnetten evenals het gebruik van kelen zowel bij de boomkor als bij de bordenvisserij is verboden.
Het vissen met sleepnetten onder de voorwaarden vermeld in de leden 2 of 3 is enkel toegestaan op garnaal overeenkomstig de voorwaarden van verordening (EEG) nr. 3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden. Vissoorten die als bijvangst gevangen worden en waarvoor ingevolge de EG-reglementering een TAC-of quotum geldt, mogen niet aan boord worden gehouden en dienen onmiddellijk in zee terug te worden geworpen. Daartoe dient de vangst onmiddellijk na aan boord te zijn gehaald, te worden gesorteerd met de hand of een mechanische zeef.
De bepalingen van dit artikel gelden niet voor de vaartuigen van de Belgische Scheldevissersvloot. Buiten hun vangstgebied mogen zij echter geen netten aan boord hebben. "
Art.4. Een artikel 5ter, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd:
" Artikel 5ter. De in de artikelen 5 en 5bis bedoelde visserijactiviteit is verboden van 10 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens.
De vangsten van de in de artikelen 5 en 5bis bedoelde visserijactiviteit mogen niet in de handel gebracht worden en/of verkocht worden. "
Art.5. Dit besluit treedt in werking één maand na de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
K. PINXTEN