4 AUGUSTUS 1996. - Wet betreffende de erkenning en het gebruik van bemande en onbemande automatisch werkende toestellen in het wegverkeer.
Art. 1-11
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. Artikel 1 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd door de wetten van 18 juli 1990 en 5 april 1995, wordt aangevuld met een § 6, luidende :
" § 6. Onverminderd de bepalingen van de wet van 30 juli 1979 op de radioberichtgeving zijn verboden de vervaardiging, de invoer, het bezit, het te koop aanbieden, de verkoop en de gratis bedeling van elke uitrusting of elk ander middel dat tot doel heeft de vaststelling van overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en van de reglementen betreffende de politie op het wegverkeer, te verhinderen of te bemoeilijken, of de toestellen bedoeld in artikel 62 van dezelfde wet op te sporen. Reclame voor deze uitrustingen, alsook het aanbieden van hulp of het verstrekken van advies om deze te monteren, zijn eveneens verboden. "
Art.3. Artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 5 april 1995, wordt aangevuld met een § 6, luidende :
" § 6. Bij vaststelling van overtreding van artikel 1, § 6, worden de bedoelde uitrustingen in beslag genomen, zelfs indien ze niet aan de overtreder toebehoren. Bedoelde uitrustingen worden verbeurdverklaard overeenkomstig de artikelen 42 en 43 van het Strafwetboek of artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering en worden vernietigd. "
Art.4. Titel IV, hoofdstuk II, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wordt aangevuld met een artikel 29bis, luidende :
" Art. 29bis. Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie maanden en met geldboete van 100 frank tot 1 000 frank, of met een van die straffen alleen wordt gestraft, hij die een overtreding begaan heeft van artikel 62bis. Deze straffen worden verdubbeld bij herhaling binnen drie jaar.
De uitrusting of elk ander middel bedoeld in datzelfde artikel wordt onmiddellijk in beslag genomen door de bevoegde personen zelfs indien ze niet aan de overtreder toebehoren. Ze worden verbeurdverklaard overeenkomstig de artikelen 42 en 43 van het Strafboek of artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering en worden vernietigd. "
Art.5. Titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde wet wordt aangevuld met een artikel 29ter, luidende :
" Art. 29ter. Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van 200 frank tot 2 000 frank of met een van die straffen alleen wordt gestraft, hij die de verplichtingen bedoeld in artikel 67ter niet nakomt. Deze straffen worden verdubbeld bij herhaling binnen drie jaar. "
Art.6. In artikel 38, § 1, 1°, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 18 juli 1990, worden de woorden " of 35 " vervangen door de woorden ", 35 of 62bis ".
Art.7. Artikel 55, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 18 juli 1990, wordt aangevuld met een 6°, luidende :
" 6° indien de bestuurder een overtreding heeft begaan van artikel 62bis ".
Art.8. Artikel 62, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" De overheidsagenten die door de Koning worden aangewezen om toezicht te houden op de naleving van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, stellen de overtredingen vast door processen-verbaal die bewijskracht hebben zolang het tegendeel niet is bewezen.
De vaststellingen gesteund op materiële bewijsmiddelen die door bemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, hebben bewijskracht zolang het tegendeel niet is bewezen, wanneer het gaat om overtredingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten.
De vaststellingen gesteund op materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, hebben bewijskracht zolang het tegendeel niet bewezen is, wanneer het gaat om overtredingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten vermeld in een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. Wanneer een overtreding werd vastgesteld door onbemande automatisch werkende toestellen, wordt er melding van gemaakt in het procesverbaal.
De automatisch werkende toestellen, gebruikt om toezicht te houden op de naleving van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, moeten goedgekeurd of gehomologeerd worden, op kosten van de fabrikanten, invoerders of verdelers die de goedkeuring of homologatie aanvragen, overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, waarin bovendien bijzondere gebruiksmodaliteiten van deze toestellen kunnen worden vastgesteld.
De Koning kan, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bijzondere voorwaarden voor het gebruik, de raadpleging en de bewaring van de gegevens die door deze toestellen worden opgeleverd, vaststellen. Wanneer de Commissie geen advies heeft uitgebracht binnen de haar wettelijk voorgeschreven termijnen, wordt zij geacht akkoord te gaan.
Onverminderd de bepalingen van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering, mogen de toestellen en de inlichtingen die deze toestellen verstrekken, slechts worden gebruikt voor gerechtelijke doeleinden in verband met de bestraffing van de overtredingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, begaan op de openbare weg, alsook met het oog op de regeling van het wegverkeer.
Wanneer de toestellen bestemd zijn om te worden gebruikt als vaste uitrusting op de openbare weg, in afwezigheid van een bevoegd persoon, worden de plaatsing en de gebruiksomstandigheden bepaald tijdens overleg, georganiseerd door de bevoegde gerechtelijke, politionele en administratieve overheden, waaronder de wegbeheerders. De Koning bepaalt de bijzondere modaliteiten van dit overleg. De plaatsing op de openbare weg van vaste uitrustingen voor onbemand automatisch werkende toestellen, wordt uitgevoerd met instemming van de wegbeheerder. "
Art.9. In hoofdstuk I van titel V van dezelfde wet wordt een afdeling 1bis ingevoegd, onder het opschrift " Afdeling 1bis. - Tegenwerking van de opsporing en van de vaststelling van overtredingen ", dat een artikel 62bis bevat, luidende :
" Art. 62bis. Onverminderd de bepalingen van de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving is het verboden elke uitrusting die of elk ander middel dat de vaststelling van overtredingen van deze wet en van de reglementen betreffende de politie over het wegverkeer, bemoeilijkt of verhindert of automatisch werkende toestellen bedoeld in artikel 62 opspoort, bij zich te hebben.
Art.10. In titel V van dezelfde wet wordt een hoofdstuk IVbis ingevoegd, onder het opschrift " Hoofdstuk IVbis. - Identificatie van de overtreder ", dat de artikelen 67bis en 67ter bevat, luidende :
" Art. 67bis. Wanneer een overtreding van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet geïdentificeerd werd, wordt vermoed dat deze is begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. Het vermoeden van schuld kan worden weerlegd met elk middel.
Art. 67ter. Wanneer een overtreding van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een rechtspersoon, zijn de natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen ertoe gehouden de identiteit van de bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft.
De mededeling moet gebeuren binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de datum waarop de vraag om inlichtingen gevoegd bij het afschrift van het proces-verbaal werd verstuurd.
Indien de persoon die het voertuig onder zich heeft niet de bestuurder was op het ogenblik van de feiten moet hij eveneens, op de wijze hierboven vermeld, de identiteit van de bestuurder meedelen.
De natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen als titularis van de nummerplaat of als houder van het voertuig, zijn ertoe gehouden de nodige maatregelen te nemen om aan deze verplichting te voldoen. "
Art. 11. Dezelfde wet wordt aangevuld met een titel VII, luidende :
" TITEL VII. - Overgangsbepaling.
Art. 70. Tot de goedkeuring of homologatie bedoeld in artikel 62, vierde lid, van deze wet, behouden de materiële bewijsmiddelen opgeleverd door bemande automatisch werkende toestellen die niet goedgekeurd of gehomologeerd zijn, hun waarde van eenvoudige inlichting in het kader van de vaststelling van de overtredingen door processen-verbaal zoals bedoeld in artikel 62, eerste lid, van deze wet. "
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 4 augustus 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
J. VANDE LANOTTE
De Staatssecretaris voor Veiligheid,
J. PEETERS
Gezien en met 's Lands zegel gezegeld,
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK