Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 FEBRUARI 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde.



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1, N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992014252 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement voor de BenedenZeeschelde worden een 19°, een 20° en een 21° lid toegevoegd luidend als volgt :
  " 19° exploitanten : reders, charteraars, beheerders of agenten van een schip, daaronder mede begrepen de kapitein;
  20° een schip dat bepaalde gevaarlijke of verontreinigende stoffen in bulk of in verpakte vorm vervoert : ieder vrachtschip, elke olie-, chemicaliën-, of gastanker, of ieder passagiersschip dat de volgende goederen vervoert :
  - deze omschreven in de I.M.D.G.-Code in hoofdstuk 17 van de IBC Code en in hoofdstuk 19 van de IGC Code;
  - deze omschreven in de Bijlagen 1, 2 en 3 bij het Marpol Verdrag.
  21° Marpol Verdrag : de meest recente versie van het Internationale Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen en Bijlagen, opgemaakt te Londen op 2 november 1973 en het Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen en Bijlage, opgemaakt te Londen op 17 februari 1978. ".

Art.2. In het opschrift van hoofdstuk IV worden de woorden " evaarlijke stoffen " vervangen door de woorden " gevaarlijke of verontreinigende stoffen ".

Art.3. Artikel 27 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 27. § 1. Schepen die bepaalde gevaarlijke of verontreinigende stoffen in bulk of in verpakte vorm vervoeren en die vertrokken zijn uit een buiten de Gemeenschap gelegen haven met bestemming de haven van Antwerpen, Brussel of Luik, mogen de Beneden-Zeeschelde pas opvaren op voorwaarde dat de exploitant bij de afvaart uit de vertrekhaven, de havenkapiteinsdienst van de bestemmingshaven alle gegevens zoals voorzien in bijlage 5 heeft medegedeelt.
  § 2. Ten aanzien van de vaststelling of gevaarlijke stoffen van klasse 1 van de I.M.D.G.-Code in massa kunnen exploderen, is het oordeel van het hoofd van de Dienst der Springstoffen van het Ministerie van Economische Zaken bindend.
  § 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 zijn niet van toepassing op :
  a) oorlogsschepen en andere schepen van de overheid die voor niet commerciële doeleinden worden gebruik;
  b) bunkers, proviand en scheepsuitrusting voor gebruik aan boord. "

Art.4. Artikel 28 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 28. § 1. Schepen die bepaalde gevaarlijke of verontreinigende stoffen in bulk of in verpakte vorm vanuit de haven van Antwerpen, Brussel of Luik vervoeren over de Beneden-Zeeschelde mogen die haven slechts verlaten nadat hun exploitant, vooraf de havenkapiteinsdienst van die haven alle gegevens zoals voorzien in bijlage 5 heeft medegedeeld.
  § 2. Deze melding dient minstens 4 uur voor afvaart te geschieden.
  § 3. Voor de toepassing van § 1 worden met schepen die bepaalde gevaarlijke of verontreinigende stoffen in bulk of in verpakte vorm vervoeren gelijkgesteld : schepen die met dergelijke stoffen beladen zijn geweest, maar waarvoor hetzij door een erkende deskundige, hetzij door of vanwege de bevoegde overheid nog geen verklaring is afgegeven waarin bevestigd wordt dat het schip geen gevaarlijke of verontreinigende stoffen meer bevat.
  § 4. De bepalingen van de §§ 1 en 2 zijn niet van toepassing op :
  a) oorlogsschepen en andere schepen van de overheid die voor niet commerciële doeleinden worden gebruikt;
  b) bunkers, proviand en scheepsuitrusting voor gebruik aan boord. "

Art.5. Artikel 29 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 29. § 1. Schepen die bepaalde gevaarlijke of verontreinigende stoffen in bulk of in verpakte vorm vervoeren moeten zich minstens 4 uur voor het bevaren van de Beneden-Zeeschelde melden aan het Vessel Traffic Service Scheldemonden.
  § 2. De melding bedoeld in § 1 dient te omvatten :
  1° de gegevens voorzien in bijlage 5 onder de punten 1 tot en met 5 en 9;
  2° de opgave van broei, brand, schade aan het zeeschip of lading of een vermoeden daarvan;
  3° de mededeling van eventuele tekortkomingen of voorvallen die de normale veilige bestuurbaarheid van het schip kunnen verminderen, een veilige en vlotte doorvaart nadelig kunnen beïnvloeden of een gevaar kunnen meebrengen voor het milieu. "

Art.6. In artikel 31 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " gevaarlijke stoffen " worden vervangen door de woorden " gevaarlijke of verontreinigende stoffen ";
  2° in § 1, 5° worden de woorden " Schelde - Inlichtingen - Dienst " vervangen door de woorden " Vessel Traffic Service Scheldemonden ";
  3° in § 1 wordt een 7° en een 8° lid ingevoegd luidend als volgt :
  " 7° dat er gebruik gemaakt wordt van de diensten van een loods die bevoegd is voor de Beneden-Zeeschelde;
  8° dat de checklist, waarvan het model is voorzien in bijlage 6, bij het aan boord komen van de loods nauwkeurig en waarheidsgetrouw is ingevuld en afgegeven wordt aan de loods. ".
  4° in § 2 wordt het eerste lid opgeheven en de leden 2° tot 9° worden genummerd 1° tot 8°;
  5° in § 2, 7° worden de woorden " Schelde - Inlichtingen - Dienst " vervangen door de woorden " Vessel Traffic Service Scheldemonden ".

Art.7. Aan hetzelfde koninklijk besluit worden de bijlagen 5 en 6 toegevoegd, waarvan het model is opgenomen in bijlagen 1 en 2 bij dit besluit.

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 september 1995.

Art.9. Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 februari 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 5. Gegevens betreffende de schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren.
  1. Naam en roepnaam van het schip.
  2. Nationaliteit van het schip.
  3. Lengte en diepgang van het schip.
  4. Haven van bestemming.
  5. Vermoedelijke tijd van aankomst in de haven van bestemming of het loodsstation.
  6. Vermoedelijke afvaarttijd.
  7. Geplande vaarroute.
  8. De correcte technische benamingen van de gevaarlijke of verontreinigende goederen, de identificatienummers van de Verenigde Naties (UN), indien van toepassing, de IMO-gevarenklasse overeenkomstig de IMDG-, IBCen IGC-codes, de hoeveelheden van die goederen en hun plaats aan boord, en wanneer zij zich in transporttanks of vrachtcontainers bevinden, de identificatiemerktekens daarvan.
  9. Bevestiging dat zich aan boord een lijst of een manifest of een passend ladingsplan bevindt met een precieze opgave van de vervoerde gevaarlijke en verontreinigende goederen en hun plaats in het schip. " Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 februari 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Vervoer,
  M. DAERDEN

Art. N2. Bijlage 6. Checklist voor schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie Belgisch Staatsblad 23/03/1996, p. 6758 tot 6760).