22 DECEMBER 1995. - Ministerieel besluit tot toekenning en delegatie van bevoegdheden inzake de uitvoering van de wet van 14 april 1965 betreffende de vergoeding van de in Kongo geleden materiële schade.
Art. 1-6
Artikel 1. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Diensten en, tijdens zijn afwezigheid of in geval van verhindering, aan de ambtenaar van rang 14 van de Dienst Rampenschade wordt delegatie verleend om :
1° uitspraak te doen, bij gemotiveerde beslissing, over de beroepen die ingediend worden tegen de beslissingen der verzoeners waarbij de aanvragen tot tussenkomst verworpen worden wegens laattijdige indiening;
2° een zaak waarvoor een akkoord in verzoeningsprocedure is tussengekomen te verwijzen naar de Hogere Vergoedingscommissie;
3° beroep aan te tekenen bij de Hogere Vergoedingscommissie tegen een door de Vergoedingscommissie getroffen beslissing;
4° ingeval van verwijzing of beroep, over te gaan tot de provisionele uitvoering van de tot stand gekomen akkoorden of van de getroffen beslissingen, voor zover de gegrondheid ervan niet betwist wordt;
5° aanvragen tot vernietiging of tot verbetering in te dienen bij de overheid bij tussenkomst van dewelke een akkoord tot stand kwam of die een beslissing getroffen heeft;
6° de verhalen tot vernietiging voor de Raad van State, en alle andere aan deze hoge jurisdictie te richten procedurestukken te ondertekenen en, gedurende het geding, over te gaan tot de uitvoering van de door de Hogere Vergoedingscommissie getroffen beslissing, voor zover de gegrondheid ervan niet betwist wordt;
7° alle voorziene kennisgevingen en betekeningen te ontvangen.
Art.2. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Diensten en aan de ambtenaren van de niveaus 1 en 2 van de Dienst Rampenschade wordt delegatie verleend om de bij artikel 50, § 1, van voormelde wet opgesomde controlemachten uit te oefenen.
Art.3. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Diensten en, tijdens zijn afwezigheid of in geval van verhindering, aan de ambtenaar van rang 14 van de Dienst Rampenschade wordt delegatie verleend om de betalingsorders die voor uitvoering aan de Nationale Kas voor Rampenschade overgemaakt worden, te ondertekenen.
Art.4. Aan de ambtenaar van rang 14 van de Dienst Rampenschade wordt delegatie verleend om het dwangbevel uit te vaardigen betreffende de vorderingen tot terugverkrijging van ten onrechte uitbetaalde sommen alsmede de vorderingen tot teruggave.
Art.5. Het ministerieel besluit van 31 maart 1988 houdende delegatie voor de uitvoering van de wet tot regeling van de financiële Staatstussenkomst wegens schade aan private goederen, veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid, wordt opgeheven.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Brussel, 22 december 1995.
M. DAERDEN