6 MAART 1996. - Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot 14 september 1995 in Peking heeft plaatsgehad. (NOTA : opgeheven vanaf de eerste dag van het begin van de legislatuur die volgt op de legislatuur die loopt op het moment van de inwerkingtreding van W2007-01-12/40, art. 11, 002; Inwerkingtreding : onbepaald ; zie ook art. 10)
Art. 1-5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. De Regering brengt aan de federale kamers jaarlijks verslag uit over het beleid gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van de vierde Wereldvrouwenconferentie die in september 1995 te Peking heeft plaatsgehad.
Bij de redactie van dit verslag wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de besluiten die werden geformuleerd door het Forum van de niet-gouvernementele organisaties, dat gelijktijdig met de Wereldvrouwenconferentie in China werd gehouden.
Art.3. De Minister of de Staatssecretaris die bevoegd is voor het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, bezorgt de federale kamers, eveneens jaarlijks, een specifiek verslag over zijn departement.
Dit verslag is een voortgangsnota en houdt een evaluatie in van de maatregelen die werden genomen.
Art.4. De Minister of de Staatssecretaris die bevoegd is voor de ontwikkelingssamenwerking, bezorgt de federale kamers, eveneens jaarlijks, een specifiek verslag over zijn departement.
Dit verslag is een voortgangsnota en houdt een evaluatie in van de maatregelen die werden genomen.
Art. 5. De eerste verslagen worden ingediend uiterlijk op 1 december 1996.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 maart 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister
J.-L. DEHAENE
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Eerste Minister,
R. MOREELS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK