31 OKTOBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1995 tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen wat betreft de inschakelingsbedrijven en de vennootschappen met een sociaal oogmerk.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 maart 1995 tot uitvoering van Hoofdstuk II van Titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen wat betreft de inschakelingsbedrijven en de vennootschappen met een sociaal oogmerk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 1996, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
" De volgende periodes worden gelijkgesteld met de periodes van inschrijving als werkzoekende :
1° de periodes van beroepsopleiding georganiseerd en/of erkend door de gemeenschaps- of gewestelijke dienst bevoegd inzake beroepsopleiding;
2° de periodes van tewerkstelling in toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
3° de periodes van arbeidsongeschiktheid of bevallingsverlof;
4° de periodes van vrijstelling van inschrijving als werkzoekende, toegekend krachtens de werkloosheidsreglementering;
5° de periodes van opsluiting;
6° de periodes van onderbreking van inschrijving als werkzoekende om andere redenen dan deze hierboven vermeld, onder de voorwaarde dat de duur van deze onderbrekingen de 4 maanden niet overschrijdt. "
Art.2. Artikel 3 van het voormeld besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" Wanneer de werkgever zijn aanvraag van de documenten, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 1996 betreffende de te volgen procedure door de inschakelingsbedrijven en de vennootschappen met een sociaal oogmerk om te kunnen genieten van het banenplan ter bevordering van de tewerkstelling van werkzoekenden, niet indient binnen de termijn voorzien in hetzelfde artikel, wordt de periode tijdens dewelke de werkgever de vrijstelling kan genieten, in afwijking van het eerste lid, verminderd met een periode die begint op de dag van indiensttreding en die eindigt op de laatste dag van het kwartaal waarin de datum van het indienen van de aanvraag van het voornoemd document valt. "
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1996.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 oktober 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN