24 JUNI 1996. - Wet tot wijziging van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie om het opslaan van anti-persoonsmijnen door de Belgische Staat of openbare besturen te verbieden.
Art. 1-2
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2. in artikel 22 van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, gewijzigd door de wet van 9 maart 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het vierde lid, worden tussen de woorden " het gebruik " en de woorden " de verwerving " de woorden " het opslaan, het verkopen " ingevoegd;
2° in het zesde lid, worden tussen de woorden " het gebruik " en de woorden " het verwerven ", de woorden " het opslaan " ingevoegd;
3° in het zesde lid, worden na het woord " specialisten " de woorden " en militairen " ingevoegd;
4° een zevende lid wordt toegevoegd, luidend als volgt :
" De Staat of de overheidsbesturen dienen zich te houden aan een periode van drie jaar om de bestaande stock van anti-persoonsmijnen en valstrikmijnen of soortgelijke mechanismen te ontmantelen.
Deze periode vangt aan bij de bekendmaking van de wet van 24 juni 1996 tot wijziging van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie om het opslaan van anti-persoonsmijnen door de Belgische Staat of openbare besturen te verbieden in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 24 juni 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
J.-P. PONCELET
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK